31 721
Wijziging van de Spoedwet wegverbreding en de Tracéwet in verband met de vereenvoudiging van de onderzoekslast (Wet versnelling besluitvorming wegprojecten)

nr. 18
AMENDEMENT VAN HET LID KOOPMANS

Ontvangen 8 januari 2009

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

In de considerans wordt na «waarbij vertraging is ontstaan» ingevoegd: en dat het tevens wenselijk is de reikwijdte van de Tracéwet uit te breiden tot provinciale wegen.

II

In artikel II worden vóór onderdeel A vijf onderdelen ingevoegd, luidende:

0A

Artikel 1, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. Na onderdeel c wordt een nieuw onderdeel toegevoegd, luidende:

cc. provinciale weg: een weg waarvoor een verbinding is aangegeven op een kaart van indicatieve en limitatieve provinciale wegverbindingen, die behoort tot een structuurvisie als bedoeld in artikel 2.2 van de Wet ruimtelijke ordening;.

2. In onderdeel f wordt na «hoofdweg,» ingevoegd: een provinciale weg,.

3. In onderdeel g wordt «onder c, d of e» vervangen door: onder c, cc, d of e.

4. In onderdeel h, onder 1°, wordt na «hoofdweg,» ingevoegd: een provinciale weg,.

5. In onderdeel h, onder 3° wordt na «hoofdweg» ingevoegd: of een provinciale weg.

0B

In artikel 1, derde lid, wordt na «hoofdweg,» telkens ingevoegd: provinciale weg,.

0C

Artikel 2, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a wordt na «hoofdweg,» ingevoegd: provinciale weg,.

2. Na onderdeel b wordt een nieuw onderdeel ingevoegd, luidende:

bb. een wijziging van een provinciale weg, die bestaat uit de uitbreiding van een weg met één of meer rijstroken, indien het uit te breiden weggedeelte twee knooppunten of aansluitingen met elkaar verbindt;.

0D

Aan artikel 2 wordt een lid toegevoegd, luidende:

4. Een beslissing om de procedure ten aanzien van de aanleg of wijziging van een provinciale weg aan te vangen wordt genomen door provinciale staten van de betreffende provincie.

0E

Artikel 2a komt te luiden:

Artikel 2a

1. Hoofdstuk II is alleen van toepassing op besluitvorming omtrent een project als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder a.

2. Indien de in het eerste lid bedoelde besluitvorming de aanleg van een provinciale weg betreft, zijn de bepalingen van dit hoofdstuk daarop van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat in plaats van «Onze Minister» telkens wordt gelezen: gedeputeerde staten van de betreffende provincie, en in plaats van «hoofdweg» telkens: provinciale weg.

III

In artikel II wordt na onderdeel Aa een onderdeel ingevoegd, luidende:

Ab

Artikel 11 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «Het ontwerp-tracébesluit wordt vastgesteld» gewijzigd in: Tenzij het ontwerp-tracébesluit betrekking heeft op een provinciale weg, wordt het vastgesteld.

2. Onder vernummering van het huidige tweede en derde lid tot derde en vierde lid wordt na het eerste lid een nieuw lid ingevoegd, luidende:

2. Indien het ontwerp-tracébesluit betrekking heeft op een provinciale weg, wordt het vastgesteld door gedeputeerde staten van de betreffende provincie. De bepalingen van dit hoofdstuk zijn daarop van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat in plaats van «hoofdweg» telkens wordt gelezen: provinciale weg, in plaats van «Onze Minister» en «Onze Minister in overeenstemming met Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, dan wel Onze Minister» telkens: gedeputeerde staten van de betreffende provincie, in plaats van«artikel 3.29» telkens: artikel 3.27, en in plaats van «artikel 3.42»: artikel 3.41.

IV

Aan artikel II worden drie onderdelen toegevoegd, luidende:

D

Artikel 20 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het huidige tweede lid wordt vernummerd tot eerste lid en daarin wordt na «tracébesluit» ingevoegd: , tenzij dit betrekking heeft op een provinciale weg.

2. Na het nieuwe eerste lid wordt een nieuw lid ingevoegd, luidende:

2. Dit artikel en de artikelen 20a tot en met 20d zijn van overeenkomstige toepassing op besluiten met het oog op de uitvoering van een tracébesluit inzake een provinciale weg, met dien verstande dat in plaats van «Onze Minister» en «Onze Minister en Onze Minister wie het mede aangaat» telkens wordt gelezen: gedeputeerde staten van de betreffende provincie, en in plaats van «’s Rijks kas»: de provinciale kas.

3. In het vierde, zevende, negende, tiende en elfde lid wordt «tweede lid» telkens vervangen door: eerste lid.

E

In de artikelen 20a, tweede lid, 25a, eerste en tweede lid, en 25b, derde lid, wordt «artikel 20, tweede lid» telkens gewijzigd in: artikel 20, eerste lid.

F

In artikel 28a wordt voor de huidige tekst de aanduiding «1.» geplaatst en wordt een lid toegevoegd, luidende:

2. Gedeputeerde staten zenden provinciale staten ieder half jaar een verslag over de voortgang van de projecten, waarvoor een beslissing is genomen als bedoeld in artikel 2, vierde lid.

V

Na Artikel IV worden drie artikelen ingevoegd, luidende:

ARTIKEL IVA

Na artikel 87i van de Wet geluidhinder wordt een nieuwe afdeling toegevoegd, luidende:

Afdeling 2B. De aanleg of wijziging van een provinciale weg in de zin van artikel 2 van de Tracéwet

Artikel 87ia

In deze afdeling wordt verstaan onder:

a. provinciale weg: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1, eerste lid, onder cc, van de Tracéwet;

b. aanleg of wijziging van een provinciale weg: aanleg of wijziging van een provinciale weg in de zin van artikel 2 van de Tracéwet.

Artikel 87ib

Afdeling 2A is van overeenkomstige toepassing op de aanleg of wijziging van een provinciale weg, met dien verstande dat in plaats van «Onze Ministers» telkens wordt gelezen: gedeputeerde staten van de betreffende provincie.

ARTIKEL IVB

Indien artikel I van het bij koninklijke boodschap van 26 juli 2008 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Tracéwet, Spoedwet wegverbreding en de Wet ruimtelijke ordening met het oog op de verbetering van de beroepsprocedure (31 546), na tot wet te zijn verheven in werking treedt op of na het tijdstip van inwerkingtreding van artikel II van deze wet, wordt in artikel I, onderdeel B van eerstgenoemd wetsvoorstel, nadat dit tot wet is verheven, na «Onze Minister» telkens ingevoegd: respectievelijk gedeputeerde staten.

ARTIKEL IVC

Indien artikel I van het bij koninklijke boodschap van 26 juli 2008 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Tracéwet, Spoedwet wegverbreding en de Wet ruimtelijke ordening met het oog op de verbetering van de beroepsprocedure (31 546), na tot wet te zijn verheven eerder in werking treedt dan artikel II van deze wet, wordt in artikel 25d Tracéwet na «Onze Minister» telkens ingevoegd: respectievelijk gedeputeerde staten.

Toelichting

Het wetsvoorstel heeft in zijn huidige vorm, gelet op het toepassingsbereik van de Tracéwet, slechts betrekking op landelijke wegprojecten. Dit amendement strekt ertoe de Tracéwet tevens toepassing te doen vinden op provinciale wegen. Daarmee zouden de voordelen die het wetsvoorstel beoogt te bieden, ook voor de aanleg en wijziging van dergelijke wegen gaan gelden.

In het amendement wordt in de eerste plaats een definitie van het begrip «provinciale weg» aan de begripsbepalingen van de Tracéwet toegevoegd en worden enkele andere begripsbepalingen overeenkomstig aangepast. Naar analogie met de reeds in de Tracéwet opgenomen definitie van «hoofdweg» is ervoor gekozen om bij provinciale structuurvisie als bedoeld in artikel 2.2 Wet ruimtelijke ordening de provinciale wegen te laten aanduiden, op de aanleg en wijziging waarvan de Tracéwet van toepassing zal zijn.

Vervolgens is bepaald dat een beslissing om de Tracéwetprocedure ten aanzien van de aanleg of wijziging van een provinciale weg aan te vangen, genomen wordt door provinciale staten van de betreffende provincie. De verdere besluitvorming (trajectnota/MER, standpuntbepaling, ontwerp-tracébesluit en tracébesluit) vindt plaats door gedeputeerde staten. Dit is geregeld door de betreffende onderdelen van de Tracéwet daarop van overeenkomstige toepassing te verklaren.

Ook is een wijziging in de Wet geluidhinder aangebracht, waarmee door invoeging in hoofdstuk VI van een nieuwe afdeling 2B de inhoud van afdeling 2A van overeenkomstige toepassing wordt verklaard op provinciale wegen.

Tenslotte bevat het amendement nog enige wijzigingen waarmee het bij deze Kamer aanhangige wetsvoorstel 31 546 (inzake het mogelijk maken van de zogenaamde bestuurlijke lus) met het onderhavige wijzigingsvoorstel in overeenstemming wordt gebracht en de bestuurlijke lus eveneens van toepassing wordt in een beroepsprocedure tegen een tracébesluit inzake een provinciale weg.

Indien dit amendement wordt aangenomen komt het opschrift te luiden:

Wijziging van de Spoedwet wegverbreding, de Tracéwet en de Wet geluidhinder in verband met de vereenvoudiging van de onderzoekslast, alsmede uitbreiding van de reikwijdte van de Tracéwet (Wet versnelling besluitvorming wegprojecten)

Koopmans

Naar boven