31 714 Wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in verband met verlening aan de notaris van bevoegdheden in verband met gemeenschappelijke verzoeken tot echtscheiding en tot ontbinding van een geregistreerd partnerschap

C NADER VOORLOPIG VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR VEILIGHEID EN JUSTITIE1

Vastgesteld 19 juli 2011

De memorie van antwoord heeft de commissie aanleiding gegeven tot het maken van de volgende nadere opmerkingen en het stellen van de volgende nadere vragen.

Inleiding

De leden van de PVV-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van het wetsvoorstel introductie echtscheidingsnotaris. Wel hebben deze leden nog enkele vragen c.q. opmerkingen, waarop zij graag een reactie van de minister ontvangen.

De leden van de SP-fractie hebben nog enkele vragen over de ministerieplicht en een vraag naar aanleiding van de opmerking dat internationale erkenning van echtscheidingen een argument kan zijn voor inschakeling van de rechter. De leden van de fractie van Groen Links sluiten zich bij deze vragen aan.

Nut en noodzaak

Het is voor de leden van de PVV-fractie onduidelijk waarin de vereenvoudiging/ vergemakkelijking, waarover bij herhaling gesproken wordt, nu gelegen is. Immers, de notaris zal in feite exact dezelfde werkzaamheden gaan uitvoeren tegen een vergelijkbaar tarief. Is onderhavig wetsvoorstel niet slechts bedoeld om de notarissen van werk te voorzien, nu algemeen bekend is dat het de afgelopen jaren in het notariaat wat minder ging? Graag een reactie.

Het lijkt er alleszins op dat er vanuit gegaan wordt dat echtelieden met het voornemen om te scheiden zich vaak of tenminste regelmatig eerst wenden tot een notaris, alvorens zij zich wenden tot een advocaat. Waaruit wordt deze conclusie getrokken? Is dat onderzocht?

Op dit moment is voor een ieder duidelijk waarvoor men bij een notaris moet zijn en waarvoor bij een advocaat. Het feit dat diverse dienstverleners zich gaan begeven op een zelfde rechtsgebied maakt een en ander er volgens de leden van de PVV-fractie voor de leek niet overzichtelijker op. Wat is daarover de mening van de regering?

Naar aanleiding van een vraag van de leden van de SP-fractie over «de toegevoegde waarde van het stempel van de rechtbank als partijen het overal over eens zijn» en de vraag of «de regering de rechtbank ziet als hoedster van de goede zeden» antwoordt de staatssecretaris dat «vooral de internationale erkenning van echtscheidingen een argument kan zijn voor inschakeling van de rechter, ook als betrokkenen het overal over eens zijn». Dat roept bij deze leden, mede namens de leden van de fractie van GroenLinks, de vraag op in welke Europese landen echtscheiding buiten de rechter om mogelijk is. Voor zover zij weten in elk geval in sommige Scandinavische landen. Kan de staatssecretaris een overzicht geven?

Specialisatie notarissen

Voortdurend komt aan de orde dat er hoge kwaliteitseisen worden gesteld aan degenen die het echtscheidingsverzoek mogen opstellen, waarbij het erop lijkt alsof notarissen zonder verstand van zaken zich niet zullen wagen aan dit rechtsgebied. Is dat een realistische gedachte? Hoe wordt gewaarborgd dat alleen notarissen «met verstand van zaken» zich op dit rechtsgebied zullen begeven?

Los van mogelijkheden voor notarissen om zich (verder) te specialiseren op het familierecht, is het de vraag of notarissen ooit op hetzelfde niveau van deskundigheid zullen kunnen komen als advocaten. Immers, hoe kan een notaris het alternatief schetsen, te weten (de uitkomst van) een eventuele procedure? De notaris heeft daarmee geen enkele ervaring zal die ook niet krijgen omdat hij/zij niet procedeert? Is (ruime) praktische proceservaring niet onontbeerlijk voor een juiste advisering aan cliënten?

Er wordt aangenomen dat notarissen tijdens hun studie al veel breder zijn opgeleid in het familierecht. Dit is juist, voor zover het erfrecht, fiscaliteiten en testamenten betreft. Deelt de staatssecretaris de zorg van de leden van de PVV-fractie dat dit geenszins geldt voor het procesrecht?

Waaruit wordt geconcludeerd dat er thans reeds voldoende deskundigheid binnen het notariaat aanwezig is? Dient het enkele feit dat er ook advocaten echtscheidingsverzoeken mogen indienen die niet-specialist zijn tot de conclusie te leiden dat notarissen dat dan ook maar mogen? Thans is de kans dat een burger bij een specialist terecht komt immers groter en het aantal gespecialiseerde echtscheidingsadvocaten is de afgelopen jaren alleen maar toegenomen. Deelt de staatssecretaris de zorg van de leden van de PVV-fractie dat door het introduceren van de echtscheidingsnotaris de groep ondeskundige juridische dienstverleners juist wordt vergroot?

Ministerieplicht

Als de notaris een ministerieplicht heeft, d.w.z. iedere zaak moet aannemen die hem aangeboden wordt, dan zal dus iedere notaris echtscheidingen moeten gaan doen. Als leden van de SP-fractie en de GroenLinks-fractie het antwoord van de staatssecretaris goed begrijpen, dan is er nu nog wel een ministerieplicht, maar wordt dit afgeschaft door het aannemen van wetsvoorstel 32 2502. Dit wetsvoorstel ligt evenwel nog in deze Kamer, te wachten op de memorie van antwoord. Als het gestelde al juist zou zijn, dan zou het toch voor de hand liggen om het thans behandelde wetsvoorstel niet in werking te laten treden voordat het wetsvoorstel waarin de ministerieplicht wordt afgeschaft in werking treedt. Hoe ziet de regering dat?

De leden van deze fracties zijn er echter in het geheel niet van overtuigd dat de voorgestelde leden 3 en 4 van art. 21 van de wet op het notarisambt de ministerieplicht geheel afschaffen. Lid 3 stelt immers dat doorverwijzen naar een kantoorgenoot of een notaris binnen het samenwerkingsverband mogelijk is, mits deze het verzoek aanvaardt. Wil hij aan een ander dan een kantoorgenoot overdragen, dan kan dat alleen als die het verzoek aanvaardt en de werkzaamhedenniet algemeen gebruikelijk zijn en van een zodanige aard zijn dat het belang van de verzoekende partij met de doorverwijzing wordt gediend. Dit komt erop neer dat:

  • ieder notariskantoor er verstandig aan doet te zorgen voor een collega die echtscheidingen doet;

  • een alleenzittend notaris moet zorgen voor een samenwerkingsverband;

  • het zeer de vraag is of overdracht buiten kantoor of samenwerkingsverband mogelijk is, omdat zulks af zal hangen van de interpretatie van het begrip «niet algemeen gebruikelijk». Het is, in tegenstelling tot wat de staatssecretaris stelt in de memorie van antwoord, in algemeen taalgebruik niet vol te houden dat een echtscheiding niet «algemeen gebruikelijk» is.

De staatssecretaris verwijst ook nog naar art. 4 lid 3 van de gedrags- en beroepsregels van notarissen, waarin als een gegronde reden voor dienstweigering wordt genoemd dat de notaris de belangen van partijen niet (meer) kan behartigen op een wijze die een behoorlijk notaris betaamt. «Daaronder dient te worden begrepen de omstandigheid dat de notaris onvoldoende kennis van zaken heeft». De leden van de SP- en de GroenLinks-fractie zijn van mening dat, nu de tekst van de wet prevaleert, men niet via gedrags-en beroepsregels, de wetstekst in die mate kan oprekken. Als men die echt zo uit wil leggen, zou dat er ook moet staan, quod non. Dat zou neer komen op een algehele afschaffing van de ministerieplicht. Dat zou dan duidelijk zijn. De constructie die nu wordt opgetuigd is dat allerminst.

Samenvattend is er volgens deze leden geen sprake van het geheel afschaffen van de ministerieplicht. De memorie van toelichting zegt weliswaar dat de KNB bij verordening nadere regels zal stellen, waarbij gedacht kan worden aan de aanduiding van specialismen waarvoor doorverwijzing mogelijk is. Indien de KNB echtscheiding als specialisme zou aanduiden, dan betekent dat nog niet dat daarmee bij doorverwijzing van een echtscheiding voldaan is aan het bepaalde in art. 21 lid 4, namelijk dat het gaat om werkzaamheden die niet algemeen gebruikelijk zijn.

Met deze constatering ontvalt de grond aan het hele verhaal in de memorie van toelichting dat het voornamelijk VMSN-notarissen zullen zijn die echtscheidingen zullen gaan behandelen. Voorts zal een notaris in een plattelandsgebied veelal geen reële mogelijkheid hebben om te verwijzen: je kan een cliënt niet verwijzen naar iemand met wie je een samenwerkingsverband hebt 100 km verderop.

De wetgever zal een keuze moeten maken: of hij schaft de ministerieplicht af of hij legt zich erbij neer dat iedere notaris echtscheidingen zal moeten gaan behandelen, waardoor het, door de advocatuur zorgvuldig opgebouwde specialisme niet van toepassing zal zijn op veel van de door de notaris behandelde echtscheidingen. Graag een visie van de regering hierop.

Voorlopige voorziening

Het is de leden van de PVV-fractie volstrekt onduidelijk waarom er in het wetsvoorstel ook gelegenheid geboden wordt aan de notaris om een voorlopige voorziening aan te vragen, voorafgaand aan een gemeenschappelijk verzoek tot echtscheiding. Is het niet zo dat juist in een voorlopige voorziening partijen in een dergelijke situatie juist een tegengesteld standpunt innemen? Wiens belangen behartigt de notaris dan, zo vragen de leden van deze fractie? In welke situaties zou een dergelijke voorlopige voorziening in het gezamenlijk belang zijn van beide partijen?

De leden van de commissie zien de reactie van de minister met belangstelling tegemoet.

De voorzitter van de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie,

Broekers-Knol

De griffier van de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie,

Van Dooren


X Noot
1

Samenstelling: Holdijk (SGP), Broekers-Knol (VVD), (voorzitter), Kneppers-Heynert (VVD), Kox (SP), Engels (D66), Franken (CDA), Thissen (GL), Nagel (50PLUS), Ruers (SP), Van Bijsterveld (CDA), (vice-voorzitter), Duthler (VVD), Koffeman (PvdD), Kuiper (CU), Quik-Schuijt (SP), Strik (GL), K.G. de Vries (PvdA), Knip (VVD), Hoekstra (CDA), Lokin-Sassen (CDA), Scholten (D66), De Boer (GroenLinks), De Lange (OSF), Beuving (PvdA), Koole (PvdA), Schrijver (PvdA), Reynaers (PVV), Popken (PVV), Frijters-Klijnen (PVV) en Swagerman (VVD).

X Noot
2

Wijziging van de Wet op het notarisambt naar aanleiding van de evaluatie van die wet, alsmede regeling van enkele andere onderwerpen in die wet en wijziging van de Wet op het centraal testamentenregister en van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme.

Naar boven