Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 februari 2015
Nederland is een unieke delta met waardevolle gebieden als de Waddenzee, de Zuidwestelijke
Delta en het rivierengebied. Ook in deze eeuw investeren we veel in deze delta. Onze
delta heeft een zeer rijke natuur, vanaf de plek waar de rivieren ons land binnenkomen
tot en met de Noordzee. We kunnen aan kracht winnen door investeringen in waterveiligheid,
zoetwatervoorziening, energie en visserij te combineren met het realiseren van een
blijvend rijke deltanatuur.
De Natuurambitie Grote Wateren schetst hoe we in de toekomst (2050–2100) die robuuste
en toekomstbestendige natuur in de Delta kunnen vormgeven1. Natuur die tegen een stootje kan, waar we van kunnen genieten, en die veiligheid,
economie, energie en welzijn versterkt.
Ik laat mij, net als vele anderen, inspireren door de vergezichten die de Natuurambitie
Grote Wateren schetst. Verschillende projecten, zoals de Markerwadden en de vismigratierivier
in de Afsluitdijk, gaan al uit van dit gedachtegoed. De voorkeurstrategieën van het
Deltaprogramma bieden kansen voor een robuuste natuur in combinatie met waterveiligheid.
Het programma Ruimte voor de Rivier heeft de waarde hiervan al bewezen.
De natuurambitie past in het streven van het kabinet om het natuurbeleid meer dan
voorheen te richten op het scheppen van de juiste condities voor natuurontwikkeling
en het geven van ruimte aan natuurlijke processen. Door de natuur in de grote wateren
op deze manier robuust te maken, ontstaat er ruimte om flexibeler met natuur om te
gaan: natuur niet als keurslijf, maar als kans en een grote waarde. Zo werken we aan
een dynamische, duurzame delta.
De provincies en het Ministerie van Infrastructuur en Milieu zijn samen met het Ministerie
van Economische Zaken verantwoordelijk voor de natuur in de grote wateren in Nederland.
Met hen, met de waterschappen en het Deltaprogramma wil ik werken aan een robuuste
natuur die samen gaat met veiligheid en ruimte voor bedrijvigheid in en rond de grote
wateren.
De natuurambitie kan benut worden bij de uitvoering van beleid in de grote wateren,
bijvoorbeeld het Deltaprogramma of het Nationaal Waterplan. De natuurambitie geeft
richting aan het natuurbeleid in de toekomst. Ook internationaal kan de natuurambitie
van nut zijn, bijvoorbeeld bij het maken van afspraken met buurlanden en de Europese
Unie over Europese natuur- en milieurichtlijnen.
Samen met de provincies wil ik onderzoeken hoe EU-cofinanciering onder het LIFE-programma
investeringen in de deltanatuur kan ondersteunen.
Ik zal projecten steunen die helpen om de natuurambitie waar te maken. De projecten
waar het om gaat kunnen van burgers, van maatschappelijke organisaties, overheden,
ondernemers of combinaties daarvan zijn. De kaders daarvoor worden uitgewerkt. Om
de projecten te steunen heb ik menskracht en een beperkt budget vrijgemaakt.
De natuurambitie is gebaseerd op de best beschikbare kennis. Maar veel is nog onbekend.
Er is innovatie nodig en op sommige vlakken meer kennis. Niet alleen op het terrein
van natuur, maar ook op de snijvlakken met andere functies en sectoren. Juist daar
ontstaan economisch gezien de meest kansrijke innovaties. Zo snijdt het mes aan twee
kanten: de natuurambitie biedt tegelijkertijd kansen voor natuur én economie. Als
welvarend deltaland kan Nederland deze kennis en innovaties verzilveren via export
naar andere delta’s in de wereld.
De Staatssecretaris van Economische Zaken,
S.A.M. Dijksma