Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 24 december 2013
Met deze brief doe ik u conform artikel 3.35, negende lid, van de Wet ruimtelijke
ordening (Wro) het Besluit tot toepassing van de rijkscoördinatieregeling ten behoeve
van het Programma Inhaalslag Stroomlijn toekomen1.
Het Programma Inhaalslag Stroomlijn heeft tot doel het waterafvoerend vermogen van
de grote rivieren te herstellen door vegetatie uit het rivierbed te verwijderen. In
combinatie met de dijkverbeteringsprojecten en de waterstanddaling als gevolg van
projecten als Ruimte voor de Rivier en Maaswerken wordt de doelstelling voor hoogwaterveiligheid
bereikt.
Ten behoeve van dat doel heb ik besloten tot coördinatie op grond van artikel 3.35
van de Wro (rijkscoördinatieregeling). De toepassing van deze regeling heeft tot gevolg
dat de benodigde besluiten onder mijn verantwoordelijkheid gecoördineerd worden voorbereid
en bekendgemaakt.
De decentrale bestuursorganen die bevoegd gezag zijn voor de besluiten voor de maatregelen
van het Programma Inhaalslag Stroomlijn, zijn via een brief in kennis gesteld van
het voornemen om de rijkscoördinatieregeling toe te passen op het programma. Op het
voornemen kon schriftelijk worden gereageerd. Dit is niet gebeurd.
Conform artikel 3.35, negende lid, van de Wro wordt het Besluit tot toepassing van
de rijkscoördinatieregeling aan beide Kamers van de Staten-Generaal toegezonden. Gelet
op het kerstreces loopt de termijn bedoeld in artikel 3.35, negende lid, van de Wro
tot drie weken na het reces.
De Minister van Infrastructuur en Milieu,
M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus