31 710
Deltaprogramma

nr. 12
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VERKEER EN WATERSTAAT, EN DE MINISTERS VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER, EN VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 december 2009

Met genoegen bieden wij u het Nationaal Waterplan en de stroomgebiedbeheerplannen voor de Eems, de Maas, de Rijndelta en de Schelde aan.1 Het Nationaal Waterplan en de stroomgebiedbeheerplannen zijn op 11 december 2009 respectievelijk 27 november 2009 door het kabinet vastgesteld. De plannen gaan vergezeld van Nota’s van Antwoord die zijn opgesteld naar aanleiding van de inspraak die in 2009 heeft plaatsgevonden.

Het Nationaal Waterplan bevat drie bijlagen die een nadere uitwerking van de hoofdtekst bevatten, de beleidsnota’s Waterveiligheid, IJsselmeergebied en Noordzee.

Tegelijk met het Nationaal Waterplan en de stroomgebiedbeheerplannen is ook het Beheer- en Ontwikkelplan voor de Rijkswateren door de staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat vastgesteld. Ook hiervan ontvangt u een exemplaar.1

Nationaal Waterplan

Het Nationaal Waterplan is de rijksnota voor het nationale waterbeleid en wordt op basis van de Waterwet eens per 6 jaar opgesteld en dient uiterlijk 22 december 2009 te worden gepubliceerd. De Waterwet treedt op 22 december 2009 in werking. Onderdeel van het Nationaal Waterplan zijn de stroomgebiedbeheerplannen die zijn opgesteld op basis van de Europese Kaderrichtlijn Water. Het Nationaal Waterplan is voor de ruimtelijke aspecten tevens structuurvisie op basis van de Wet ruimtelijke ordening.

Het ontwerp Nationaal Waterplan is op 12 december 2008 vastgesteld door het kabinet. Op 10 april 2009 zijn tevens het plan-MER en de passende beoordeling op basis van de Natuurbeschermingswet vastgesteld in de ministerraad.

De conclusies van het plan-MER en de passende beoordeling zijn als addendum opgenomen bij de inspraak op het ontwerp Nationaal Waterplan. De inspraakperiode was van 11 mei tot en met 22 juni 2009.

In totaal zijn naar aanleiding van het ontwerp Nationaal Waterplan, exclusief de reacties op de stroomgebiedbeheerplannen, 158 inspraakreacties binnengekomen.

Daarnaast is nog een vijftal adviezen uitgebracht door de Adviescommissie Water, het Planbureau voor de Leefomgeving, de Raad voor de Wadden, het Expertisenetwerk Waterveiligheid en de Commissie voor de Milieueffectrapportage.

Het Nationaal Waterplan is op diverse plaatsen aangepast op basis van de inspraakreacties en de adviezen. Daarnaast is de tekst ook geactualiseerd waar nodig en zijn redactionele wijzigingen doorgevoerd. Alle aanpassingen zijn beschreven en verantwoord in de bijbehorende Nota van Antwoord.

Stroomgebiedbeheerplannen

Het stroomgebiedbeheerplan is een nieuw planfiguur. Op basis van de Europese Kaderrichtlijn Water van 2000 dient elke lidstaat uiterlijk op 22 december 2009 stroomgebiedbeheerplannen te publiceren. Ook dienen deze plannen als verantwoordingsdocument aan de Europese Commissie te worden verzonden. De stroomgebiedbeheerplannen dienen elke zes jaar te worden herzien.

In de Kaderrichtlijn Water staat het waterbeheer per stroomgebied centraal. Elke lidstaat dient in afstemming met de andere landen in het (internationale) stroomgebied in ieder geval voor zijn grondgebied een stroomgebiedbeheerplan op te stellen. Nederland ligt in vier internationale stroomgebieden (Eems, Maas, Rijn en Schelde). De Kaderrichtlijn Water schrijft vrij nauwkeurig voor wat er in een stroomgebiedbeheerplan opgenomen moet worden. De belangrijkste elementen zijn opgenomen in de Implementatiewet Kaderrichtlijn Water (2004) en vervolgens in de nieuwe Waterwet. Daarin is ook bepaald dat de stroomgebiedbeheerplannen een onderdeel zijn van het Nationaal Waterplan.

Bijzonder is dat gelijktijdig met het opstellen van de stroomgebiedbeheerplannen de (water)plannen van het rijk, de provincies en de waterschappen zijn herzien en de belangrijkste elementen uit de stroomgebiedbeheerplannen ook in die plannen opgenomen worden.

In het Nationaal Waterplan is in het hoofdstuk Waterkwaliteit zowel het rijksbeleid ten aanzien van waterkwaliteit als een samenvatting van de belangrijkste maatregelen opgenomen. Daarnaast is een samenvatting van de vier stroomgebiedbeheerplannen opgenomen als een aparte bijlage van het Nationaal Waterplan.

De vier ontwerp stroomgebiedbeheerplannen zijn samen met een bijbehorende plan-MER op 12 december 2008 vastgesteld door het kabinet en op 22 december 2008 voor een periode van zes maanden tot en met 22 juni 2009 in de inspraak gelegd. De lengte van de inspraakperiode wijkt af van de gebruikelijke zes weken, omdat in de Kaderrichtlijn Water zelf is voorgeschreven dat een termijn van zes maanden dient te worden gehanteerd. Omdat begin januari 2009 bleek dat van het ontwerp stroomgebiedbeheerplan Schelde een aantal kaarten ontbraken, is alleen voor dit ontwerpplan de inspraakperiode verlengd tot en met 20 juli 2009. In totaal zijn 97 inspraakreacties ontvangen.

De stroomgebiedbeheerplannen zijn op diverse plaatsen aangepast op basis van de inspraakreacties. Daarnaast is de tekst ook geactualiseerd waar nodig en zijn redactionele wijzigingen doorgevoerd. Alle aanpassingen zijn beschreven en verantwoord in de bijbehorende Nota van Antwoord.

Beheer- en Ontwikkelplan voor de Rijkswateren

Via Rijkswaterstaat is het ministerie van Verkeer en Waterstaat ook waterbeheerder. Met het Beheer- en Ontwikkelplan voor de Rijkswateren (BPRW) geeft Rijkswaterstaat voor de 65 000 km2 rijkswateren in zijn beheer het waterbeleid uit het Nationaal Waterplan handen en voeten. Omdat de rijkswateren ook belangrijk zijn voor de scheepvaart wordt in het BPRW tevens de doorvertaling naar beheer en onderhoud gegeven van de Nota Mobiliteit. Het BPRW is, evenals het Nationaal Waterplan, opgesteld op basis van de Waterwet en het heeft eveneens een looptijd van 6 jaar.

Het ontwerp BPRW is op 22 december 2008 gepubliceerd en heeft tussen 5 januari en 16 februari 2009 opengestaan voor inspraak. In deze periode is van 87 partijen een zienswijze ontvangen. De zienswijzen hebben niet tot substantiële wijziging van het BPRW geleid. Wel is het BPRW op een aantal punten verhelderd en is de tekst geactualiseerd op grond van nieuwe ontwikkelingen. In een aparte Nota van antwoord is verantwoord op welke wijze de zienswijzen hebben bijgedragen aan het definitieve BPRW.

Het Nationaal Waterplan, de stroomgebiedbeheerplannen, het Beheer- en Ontwikkelplan voor de Rijkswateren en de bijbehorende Nota’s van Antwoord zijn te downloaden via internet (www.minvenw.nl). Een geprint exemplaar van de plannen is aanwezig bij uw Griffie. Op korte termijn komen gedrukte exemplaren van de plannen beschikbaar. Onderdeel van het Nationaal Waterplan zal een DVD zijn met alle relevante documenten.

De staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,

J. C. Huizinga-Heringa

De minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J. M. Cramer

De minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

G. Verburg


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven