nr. 17
DERDE NOTA VAN WIJZIGING
Ontvangen 11 november 2008
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
1
In artikel I, onderdeel C, wordt in artikel 47, onder vernummering van
het tweede en derde lid tot derde en vierde lid, een nieuw lid ingevoegd,
luidende:
2. Bij algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald dat het
eerste lid van overeenkomstige toepassing is bij een dienstbetrekking met
een werknemer, die behoort tot een nader te bepalen categorie van personen,
die onmiddellijk voorafgaand aan de aanvang van de dienstbetrekking recht
hebben op een nabestaandenuitkering op grond van de Algemene nabestaandenwet.
2
In artikel I, onderdeel C, wordt in artikel 47, derde lid (nieuw), «het
eerste lid niet van toepassing is» vervangen door: het eerste of tweede
lid niet van toepassing is.
3
In artikel I, onderdeel C, wordt in artikel 47, vierde lid (nieuw), na «Uitvoeringsinstituut
werknemersverzekeringen,» ingevoegd «de Sociale verzekeringsbank,»
wordt «bedoeld in het eerste lid» vervangen door «bedoeld
in het eerste of tweede lid» en wordt na «als bedoeld in het eerste
lid, onderdeel a» toegevoegd: of voldoet aan het tweede lid.
4
In artikel I, onderdeel D, wordt in artikel 48, eerste lid, «eerste
en tweede lid» vervangen door: eerste en derde lid.
5
In artikel I, onderdeel P, wordt in artikel 122b, eerste lid, «tweede
lid» vervangen door: derde lid.
6
Artikel VII komt te luiden:
ARTIKEL VII INWERKINGTREDING
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip,
dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan
worden vastgesteld.
Toelichting
Bij de behandeling van dit wetsvoorstel is vastgesteld, dat het wenselijk
kan zijn, dat voor werknemers, die direct voorafgaande aan de dienstbetrekking
een nabestaandenuitkering ontvingen, ook premiekorting kan worden toegepast.
Echter voor personen, die een nabestaandenuitkering ontvangen bestaat geen
verplichting actief mee te werken aan re-integratie of zich te registreren
als werkzoekende en gangbare arbeid te aanvaarden. In die zin is het niet
direct noodzakelijk werkgevers met een premiekorting te stimuleren personen
met een nabestaandenuitkering in dienst te nemen. Anderzijds kunnen nabestaanden
in omstandigheden verkeren, die verlicht kunnen worden, indien ze enige tijd
na het overlijden van de partner ook inkomen kunnen verwerven met het verrichten
van arbeid en is het wenselijk dat werkgevers daartoe gestimuleerd kunnen
worden.
Deze nota van wijziging voegt daarom de mogelijkheid toe om voor een nader
te bepalen categorie van werknemers met een nabestaandenuitkering premiekorting
toe te passen. Voor deze doelgroep moet nog een nadere omschrijving worden
vastgesteld. Het zal daarbij kunnen gaan om personen die werk zoeken en een
grote afstand tot de arbeidsmarkt hebben. Deze invulling gebeurt bij algemene
maatregel van bestuur. Hiertoe zal nader overlegd worden met de Sociale verzekeringsbank
(SVB). De SVB draagt zorg voor de verklaring of de werknemer met de nabestaandenuitkering
aan de vereisten die in de algemene maatregel van bestuur worden opgenomen
voldoet. Dit betekent, dat het toepassen van de premiekorting voor het in
dienst nemen van deze uitkeringsgerechtigden niet al vanaf 1 januari
2009, de beoogde datum van inwerkingtreding van deze wet, zou kunnen gelden.
Daartoe is de inwerkingtredingsbepaling (artikel VII) aangepast, zodat het
hierbij toegevoegde onderdeel in het wetsvoorstel (het nieuwe tweede lid van
artikel 47) op een later tijdstip in werking kan treden.
De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
J. P. H. Donner