nr. 16
TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING
Ontvangen 7 november 2008
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
1
Aan artikel I wordt een nieuw onderdeel toegevoegd, luidende:
Q
Na artikel 125 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 125a Evaluatie premiekorting oudere werknemers
Onze Minister zendt twee jaar na de inwerkingtreding van de artikelen
47 en 48 over de premiekorting oudere werknemers, en vervolgens telkens na
twee jaar, in overeenstemming met Onze Minister van Financiën, aan de
Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid van de premiekorting
oudere werknemers voor de werkgelegenheid van oudere werknemers en de effecten
van die premiekorting op de arbeidsinschakeling van oudere werknemers, op
de omstandigheden waarin deze oudere werknemers dienstbetrekkingen aangaan
en op de duur van de dienstbetrekkingen van oudere werknemers.
2
Artikel II, onderdeel A, onder 2, komt te luiden:
2. Onder vernummering van het tiende tot en met twaalfde lid tot
negende tot en met elfde lid, vervalt het negende lid.
Toelichting
Met deze nota van wijziging wordt in de Wet financiering sociale verzekeringen
geregeld, dat de premiekorting oudere werknemers wordt geëvalueerd. Dit
zal de eerste keer na twee jaar gebeuren. Op die wijze wordt vastgesteld,
of de premiekorting als instrument bijdraagt aan de bevordering van de werkgelegenheid
van oudere werknemers, die uit een uitkeringssituatie komen. Het gaat er om
vast te stellen bij welk bedrag de premiekorting effectief is
en of indexatie noodzakelijk is. Daarbij wordt een onderscheid gemaakt naar
de twee soorten ouderenkorting, namelijk die bij het in dienst nemen van uitkeringsgerechtigden
en het in dienst houden van oudere werknemers. Bij de effectiviteit gaat het
ook om de leeftijdgrenzen die in de wet zijn opgenomen. Denkbaar is dat aan
de hand van evaluaties wordt vastgesteld, dat deze grenzen op andere jaren
kunnen worden gesteld, gelet op de verbetering van de arbeidsmarktpositie
van oudere werknemers en dat het bedrag van de premiekorting voor het in dienst
houden van oudere werknemers niet wordt verhoogd tot het bedrag dat geldt
voor het in dienst nemen van oudere uitkeringsgerechtigden. Wijzigingen zullen
alsdan worden doorgevoerd met inachtneming van de in het wetsvoorstel beoogde
lastenneutraliteit voor werkgevers.
Een punt van aandacht in de evaluatie is ook de vraag door welke werkgevers
het instrument wordt ingezet. Daarbij wordt ook gekeken naar de beschikbaarheid
van andere instrumenten om werkgevers te stimuleren uitkeringsgerechtigden
in dienst te nemen, zoals de loonkostensubsidie. Ten slotte zal in de periodieke
evaluatie worden vastgesteld of er draaideureffecten optreden. Het gaat dan
om de duur van de dienstbetrekkingen voor bepaalde of onbepaalde tijd.
Bij dit alles wordt in aanmerking genomen, dat de toepassing van de premiekorting
voor de werkgevers eenvoudig blijft en goed controleerbaar is door de Belastingdienst.
De tweede wijziging betreft een aanpassing aan de tweede nota van wijziging
bij het voorstel van Wet stimulering arbeidsparticipatie, waarbij aan het
voorgestelde artikel 78a van de Werkloosheidswet een artikellid is toegevoegd
(Kamerstukken 2008/09, 31 577, nr. 8).
De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
J. P. H. Donner