nr. 8
BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 30 september 2008
Hierbij stuur ik u, mede namens de Minister van Financiën en de Minister
voor Wonen, Wijken en Integratie een reactie op de vraag van het lid Van Gent.
In 2009 wordt de huidige Buitengewone Uitgavenregeling vervangen door
een nieuwe compensatieregeling voor chronisch zieken en gehandicapten. Het
betreffende voorstel voor de Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten
(Wtcg) is op 16 september naar de Kamer gestuurd. Een belangrijk voordeel
van het wetsvoorstel is dat chronisch zieken en gehandicapten automatisch
een compensatie krijgen. Daarnaast komt er een nieuwe fiscale regeling.
De nieuwe regeling is veel scherper gericht op chronisch zieken en gehandicapten
dan de oude. De oude regeling kende immers een aantal onbedoelde effecten.
Eén daarvan was dat ook mensen die niet chronisch ziek of gehandicapt
waren, recht konden hebben op de regeling. Verder was het in de oude regeling
zo dat huishoudens die zorgkosten in aftrek brachten, niet alleen het directe
fiscale voordeel genoten, maar daarnaast ook een hogere aanspraak op inkomensafhankelijke
regelingen kregen, zoals de huurtoeslag. Het gevolg was dat chronisch zieken
met huurtoeslag per saldo een hogere kostenvergoeding ontvingen dan mensen
zonder huurtoeslag. Niet alleen bracht dit met zich mee dat in essentie gelijke
gevallen verschillend werden behandeld, tevens is het zo dat die chronisch
zieken, die recht hadden op verschillende inkomensafhankelijke regelingen,
hun kostenvergoeding konden zien oplopen tot een bedrag dat (soms aanmerkelijk)
uitging boven het bedrag van de kosten zelf.
Het kabinet heeft ervoor gekozen om in de nieuwe regeling aan dit, en
andere, onbedoelde effecten een einde te maken. Oogmerk is om de beschikbare
middelen beter te richten op de doelgroep van chronisch zieken en gehandicapten.
Daarom worden de middelen gebruikt om chronisch zieken en gehandicapten die
tot dusverre geen gebruik maakten van de huidige Buitengewone
Uitgavenregeling op gelijke wijze compensatie te bieden.
Bij deze operatie treden onvermijdelijk inkomenseffecten op, en ook dat
is door het kabinet onder ogen gezien. Zo men het overigens al gewenst mocht
vinden om iets aan deze inkomenseffecten te doen, geldt daarbij dat de huurtoeslag
een ongeschikt instrument is. Het zou immers niet logisch zijn om allen die
huurtoeslag genieten nu een extra voordeel te bezorgen teneinde enkelen uit
deze groep te compenseren voor een onbedoeld voordeel dat zij genoten.
In alle gevallen is het minder verantwoord om op basis van bepaalde effecten
te beslissen over nadere maatregelen; dat kan alleen op basis van een integraal
beeld. Zoals het kabinet in de brief van 16 september heeft aangegeven,
is het kabinet bezig met het afronden van het beeld van en de besluitvorming
over de juiste maatvoering van de hervorming van de BU en de effecten daarvan.
U wordt in de aanloop van de behandeling van het wetsvoorstel Wtcg hierover
nader geïnformeerd. De behandeling van de met het wetsvoorstel samenhangende
inkomenseffecten, kan pas dan plaatsvinden als ook de besluitvorming volledig
is afgerond.
De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
J. P. H. Donner