nr. 20
TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING
Ontvangen 19 november 2008
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
A
Aan artikel 4, vierde lid, wordt, onder vervanging van de punt aan het
slot van onderdeel c door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:
d. op welke datum gegevens als bedoeld in het tweede lid uiterlijk
worden verstrekt aan het CAK.
B
Na artikel 4 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 4a
1. Onze Minister is bevoegd zorgverzekeraars als bedoeld in artikel
1, onderdeel b, van de Zorgverzekeringswet en indicatieorganen als bedoeld
in artikel 9a van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten, ter handhaving
van het bepaalde bij of krachtens artikel 4, tweede lid en vierde lid, onderdelen
a en d, een aanwijzing te geven.
2. Indien een zorgverzekeraar als bedoeld in het eerste lid niet
binnen vier weken aan een aanwijzing als bedoeld in het eerste lid, voldoet,
is Onze Minister bevoegd een last onder dwangsom op te leggen.
3. Indien indicatieorganen als bedoeld in het eerste lid niet binnen
vier weken voldoen aan een aanwijzing als bedoeld in het eerste lid, kan Onze
Minister noodzakelijke maatregelen treffen. Onze Minister stelt beide kamers
der Staten-Generaal onverwijld in kennis van deze door hem getroffen maatregelen.
Toelichting
Algemeen
Tijdens de eerste termijn van de behandeling van de Tweede Kamer van de
voorgestelde Regeling van een tegemoetkoming voor chronisch zieken en
gehandicapten (Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten) werd
door meerdere leden van de Tweede Kamer gevraagd naar de mogelijkheid een
adequate uitvoering van de in het wetsvoorstel opgenomen tegemoetkoming voor
chronisch zieken en gehandicapten af te dwingen.
Ten aanzien van het CAK is het reeds mogelijk op grond van artikel 3,
vijfde lid, van het wetsvoorstel beleidsregels te stellen. Indien het CAK
zijn taak ernstig verwaarloost, kan de Minister van VWS op grond van artikel
3, zesde lid, van het wetsvoorstel noodzakelijke voorzieningen treffen.
Met deze nota van wijziging komen wij tegemoet aan de zorgen van de Tweede
Kamer, door de bevoegdheid tot het geven van een aanwijzing aan zorgverzekeraars
en het Centraal indicatieorgaan (CIZ) neer te leggen bij de Minister van Volksgezondheid
Welzijn en Sport (VWS). Tevens wordt geregeld dat indien deze aanwijzing niet
wordt opgevolgd er een last onder dwangsom kan worden opgelegd aan zorgverzekeraars.
Voor het CIZ wordt voorgesteld dat indien het CIZ na een aanwijzing van de
Minister van VWS nog steeds in gebreke blijft, de Minister maatregelen kan
treffen.
A
Met deze wijziging wordt door middel van de toevoeging van een onderdeel
aan artikel 4 van het wetsvoorstel geregeld dat bij ministeriële regeling
de uiterste datum wordt bepaald waarop de zorgverzekeraars en het CIZ de benodigde
gegevens aanleveren aan het CAK. Het in regelgeving vastleggen van deze datum
creëert duidelijkheid voor de betrokken partijen.
B
Artikel 4a
– eerste lid
Het in dit onderdeel opgenomen artikel 4a geeft de Minister van VWS de
bevoegdheid aanwijzingen te geven aan zorgverzekeraars en het CIZ, indien
deze instanties niet op deugdelijke wijze uitvoering geven aan hetgeen in
artikel 4, tweede lid of vierde lid, onderdelen a en d, van het wetsvoorstel
is bepaald. Deze aanwijzigingsbevoegdheid kan bijvoorbeeld worden gebruikt
indien blijkt dat zorgverzekeraars niet op juiste wijze de hulpmiddelengegevens
aanleveren die het CAK nodig heeft om te bepalen of een verzekerde recht heeft
op een tegemoetkoming. Ook zou het kunnen worden ingezet als het CIZ bijvoorbeeld
te laat is met het aanleveren van de benodigde gegevens over de AWBZ indicaties.
– tweede lid
In het voorgestelde tweede lid wordt bepaald, dat wanneer een zorgverzekeraar
een door de Minister van VWS op grond van het eerste lid gegeven aanwijzing
niet tijdig opvolgt, een last onder dwangsom kan worden opgelegd. Een last
onder dwangsom kan worden ingezet om een overtreding ongedaan te maken of
verdere overtreding of herhaling van de overtreding in de toekomst te vermijden.
Het gaat hier om een op herstel gerichte sanctie. Een voorbeeld van een last
onder dwangsom is dat voor elke dag of week dat de zorgverzekeraar in overtreding
is een bepaald bedrag betaald dient te worden. Algemene bepalingen over een
last onder dwangsom zijn opgenomen in de huidige afdeling 5.4 van de Algemene
wet bestuursrecht en in de nieuwe afdeling 5.3.2 van het wetvoorstel tot Aanvulling
van de Algemene wet bestuursrecht (Vierde tranche Algemene wet bestuursrecht,
Kamerstukken I 2006/07, 29 702 A) dat naar het kabinet hoopt
op afzienbare termijn in werking zal kunnen treden. Deze bepalingen zijn ook
hier van toepassing.
– derde lid
In het derde lid wordt voorgesteld dat indien het CIZ na een aanwijzing
van de Minister van VWS nog steeds in gebreke blijft, de Minister maatregelen
kan treffen. Aangezien het CIZ nog niet als zelfstandig bestuursorgaan bij
wet is ingesteld en daarmee de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen van toepassing
wordt, wordt de bevoegdheid tot het geven van een aanwijzing in dit wetsvoorstel
geregeld. Dit is ook op deze wijze geregeld voor het CAK in artikel 3, zesde
lid, van het wetvoorstel. Hierbij moet gedacht worden aan concrete opdrachten
voor de herinrichting van een automatiseringssysteem. Anders dan bij zorgverzekeraars
wordt niet voorgesteld de Minister van VWS de bevoegdheid te geven aan het
CIZ een last onder dwangsom op te leggen. De reden hiervoor is dat het CIZ
een bestuursorgaan is dat voor het uitvoeren van indicaties op grond van de
Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten wordt gefinancierd uit de begroting van
VWS.
De staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, mede namens
de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de staatssecretaris van
Financiën,
J. Bussemaker