nr. 23
AMENDEMENT VAN HET LID SAP
Ontvangen 7 november 2008
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
Na artikel VIII wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:
ARTIKEL VIIIA
De Wet op de accijns wordt als volgt gewijzigd:
A. Artikel 27 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het derde lid vervalt.
2. In het zevende lid wordt «eerste lid, onderdelen a en b,
en het derde lid» vervangen door: eerste lid, onderdelen a en b.
B. In artikel 27a wordt «artikel
27, eerste tot en met derde lid» vervangen door: artikel 27, eerste
en tweede lid.
C. Artikel 28 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste en tweede lid wordt artikel 27, eerste, tweede dan
wel derde lid» telkens vervangen door: artikel 27, eerste dan wel tweede
lid.
2. In het derde lid wordt «artikel 27, eerste dan wel derde
lid» vervangen door: artikel 27, eerste lid.
D. Artikel 70 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid vervalt onderdeel d onder verlettering van onderdeel
e tot onderdeel d.
2. Het vierde lid vervalt.
3. Het vijfde en zesde lid worden vernummerd tot vierde onderscheidenlijk
vijfde lid.
4. In het vierde lid (nieuw) wordt «De teruggaaf bedoeld in
het eerste lid, onderdeel e» vervangen door: De teruggaaf als bedoeld
in het eerste lid, onderdeel d.
E. In artikel 84a, eerste en tweede lid,
wordt «artikel 27, eerste, tweede, derde of vierde lid» telkens
vervangen door: artikel 27, eerste, tweede of vierde lid.
F. In artikel 84b, eerste lid, wordt «artikel
27, eerste, tweede, derde of vierde lid» telkens vervangen door: artikel
27, eerste, tweede of vierde lid.
G. Artikel 91 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste en tweede lid wordt «herkenningsmiddelen als
bedoeld in artikel 27, derde lid» vervangen door: bij ministeriële
regeling, onder daarbij te stellen voorwaarden, voorgeschreven herkenningsmiddelen.
2. Het derde lid vervalt.
3. Het vierde en vijfde lid worden vernummerd tot derde onderscheidenlijk
vierde lid.
4. In het derde lid (nieuw) wordt «van motorrijtuigen, als
bedoeld in het derde lid, en van andere schepen» vervangen door: van
andere schepen.
H. In artikel 92, eerste lid, wordt «herkenningsmiddelen
als bedoeld in artikel 27, derde lid,» vervangen door: bij ministeriële
regeling, onder daarbij te stellen voorwaarden, voorgeschreven herkenningsmiddelen.
II
In artikel IX worden vóór onderdeel A twee onderdelen ingevoegd,
luidende:
0A. In artikel 52 wordt «het gebruik
van halfzware olie, gasolie en vloeibaar gemaakt petroleumgas» vervangen
door: het gebruik van vloeibaar gemaakt petroleumgas.
0B. Artikel 58, tweede lid, komt te luiden:
2. In afwijking van het eerste lid, onderdelen a en b, bedraagt het
tarief nihil voor halfzware olie en gasolie, indien die olie overeenkomstig
artikel 27, eerste lid, onderdeel b, van de Wet op de accijns in de heffing
van accijns is betrokken. In afwijking van het eerste lid, onderdeel c, bedraagt
het tarief nihil voor vloeibaar gemaakt petroleumgas bestemd voor het aandrijven
van motorrijtuigen op de weg of van pleziervaartuigen dan wel voor de voortstuwing
van luchtvaartuigen.
Toelichting
Dit amendement strekt er toe de belastingdruk voor de zogenoemde rode
olie (gasolie en halfzware olie) te verhogen naar het niveau zoals dat geldt
voor de gasolie en halfzware olie (diesel) die in het wegverkeer en de pleziervaart
worden gebruikt. Op dit moment mag de laagbelaste rode olie worden gebruikt
voor alle toepassingen, andere dan wegverkeer en pleziervaart. Daarbij gaat
het om toepassingen in bijvoorbeeld stationaire motoren, werktuigen, vorkheftrucks,
tractoren en dergelijke en als brandstof voor verwarming.
Van rode olie wordt zowel accijns als energiebelasting geheven, namelijk
7,66 cent per liter accijns plus 16,76 cent energiebelasting, in totaal 24,42
cent per liter. De gasolie en halfzware olie die in het wegverkeer wordt gebruikt
is belast met ongeveer 40,63 cent per liter (alleen accijns). De belastingdruk
stijgt derhalve met iets meer dan 16 cent per liter. Voor grootverbruikers
stijgt de belastingdruk met circa 28 cent per liter voor zover de verbruikte
hoeveelheid hoger is dan 153 000 liter gasolie of 159 000 liter
halfzware olie. Als gevolg van een in het Belastingplan 2008 opgenomen maatregel
is het verschil in belastingdruk voor grootverbruikers per 1 januari
2011 nog circa 19 cent per liter.
Voor deze tariefwijziging dienen zowel de Wet op de accijns als de Wet
belastingen op milieugrondslag (Wbm) te worden gewijzigd. In de Wet op de
accijns vervalt artikel 27, derde lid. Artikel 70 Wet op de accijns heeft
betrekking op een mogelijke teruggaaf van accijns voor olie die is belast
naar het hoge tarief, maar wordt gebruikt voor laagbelaste doeleinden. Door
het vervallen van artikel 27, derde lid, moet ook artikel 70, eerste lid,
onderdeel d, vervallen. De wijzigingen van de artikelen 27a, 28, 84a, 84b,
91 en 92 Wet op de accijns zijn een logisch gevolg van het vervallen van artikel
27, derde lid.
In artikel 27 van de Wet op de accijns vervalt het derde lid. Er is voor
gekozen om de andere leden van dit artikel niet te vernummeren. Een dergelijke
vernummering stuit, gelet op het grote aantal verwijzingen naar de te vernummeren
leden in onder andere de Wet op de accijns en het daarop gebaseerde Uitvoeringsbesluit
accijns en de Uitvoeringsregeling accijns, op overwegende bezwaren.
In artikel 58 Wbm is het tarief van de energiebelasting opgenomen voor
gasolie en halfzware olie. Op grond van het tweede lid van artikel 58 geldt
een nihiltarief, indien die olie is bestemd voor het wegverkeer, de pleziervaart
of luchtvaartuigen. De wijziging van artikel 58 voorziet erin dat dit nihiltarief
van toepassing is, indien de gasolie en de halfzware olie in de heffing van
accijns zijn betrokken. Zonder deze wijziging zou olie die (bijvoorbeeld)
wordt gebruikt in een stationaire motor worden belast naar het hoge tarief
in de accijns en daarnaast ook worden belast met energiebelasting. De wijziging
van artikel 52 Wbm is een logisch gevolg van de uitbreiding van het nihiltarief
voor de energiebelasting zoals hiervoor beschreven.
De vorenbedoelde wijzigingen leiden tot een budgettaire opbrengst van € 126
mln (2009). Een beperkt deel van deze opbrengst kan worden ingezet voor een
teruggaveregeling voor dieseltreinen zodanig dat treinvervoer niet duurder
wordt.
Sap