31 702
Staat van de Europese Unie 2008–2009

nr. 15
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 december 2008

Mede naar aanleiding van de motie Blom c.s. over de positie van de Roma-gemeenschappen (Kamerstuk 31 202, nr. 15) en in vervolg op de kamerberaadslaging van 10 september 2008 (Handelingen der Kamer II, vergaderjaar 2007–2008, nr. 110, blz. 8004–8009) informeer ik U over de uitkomsten van de door Nederland georganiseerde Roma-conferentie van 5–7 november 2008 te Den Haag.

Deze informatie is weergegeven in bijgevoegd verslag, naar welke inhoud ik kortheidshalve verwijs.

De minister van Buitenlandse Zaken,

M. J. M. Verhagen

VERSLAG ROMACONFERENTIE 5–7 NOVEMBER 2008 TE DEN HAAG

Nederland trad met deze conferentie op als gastland voor de Raad van Europa expertgroep (MG-S-ROM). Ter gelegenheid van de vergadering van deze expertgroep organiseerde het Ministerie van Buitenlandse Zaken nog drie andere evenementen die hieronder chronologisch worden vermeld.

1. Publieke hoorzitting (5 november 2008)

Zoals gebruikelijk bij de bijeenkomsten van de MG-S-ROM vond een publieke hoorzitting plaats. De zitting werd georganiseerd door de NGO Forum, Instituut voor multiculturele ontwikkeling te Utrecht, in samenwerking met de ministeries van Buitenlandse Zaken en Wonen, Wijken en Integratie. Het doel van deze hoorzittingen is om de deelnemers aan de MG-S-ROM een beeld te geven over de situatie van de Roma, Sinti en Travellers in het gastland.

Voormalig Nederlands Tweede Kamerlid Josephine Verspaget fungeerde samen met Zoni Weisz (Nederlands Auschwitz Comité) als dagvoorzitter.

Bij de openbare zitting waren ongeveer 40 leden van de MG-S-ROM en ruim 70 Nederlandse deelnemers aanwezig.

Het thema van de hoorzitting was «onderwijs en scholing voor Roma en Sinti in Nederland», maar ook andere probleemvelden als huisvesting, werkgelegenheid, gezondheidszorg en politieke inspraak kwamen aan de orde. Na inleidingen van enkele deskundigen over de onderwijsproblemen in de Romagemeenschap in Nederland volgde een discussie met de zaal, waaronder de aanwezige Roma en Sinti. Deze discussie was kort en spitste zich toe op het gedecentraliseerde Nederlandse overheidsbeleid. De hoorzitting werd door de voorzitter afgesloten door middel van enkele aanbevelingen aan de Nederlandse overheid, waarbij naast een verzoek om richtlijnen voor lokale bestuurders werd gewezen op het belang van goed regulier onderwijs en het belang van de Roma en Sinti zelforganisaties.

2. Coordination Meeting International Organisations (5 november 2008)

Op eigen initiatief en mede ter uitvoering van de motie Blom c.s. over de positie van de Roma-gemeenschappen (Kamerstuk 31 202, nr. 15) organiseerde het ministerie van Buitenlandse Zaken een vergadering ter bevordering van de coördinatie tussen internationale organisaties (CIO). De bijeenkomst, waarvoor naast de Raad van Europa ook de EU, OVSE, UNDP, UNHCR en Wereldbank waren uitgenodigd, werd voorgezeten door voormalig ambassadeur Jacobovits de Szeged.

Onderwerp van de discussie bij de coördinatievergadering was de onderlinge samenwerking tussen de Raad van Europa, EU, OVSE, UNDP, UNHCR en de Wereldbank. Ook enkele leden van de MG-S-ROM waren voor deze ad hoc werkgroep uitgenodigd.

De discussie resulteerde in aanbevelingen die door alle deelnemers volledig werden onderschreven. Deze aanbevelingen dienen voornamelijk tot een vergroting van de slagvaardigheid en een betere structurering van de Informele Contact Groep (ICG, vergadering van diverse RvE-lidstaten, NGO’s en internationale organisaties onder voorzitterschap van EUVZ). Andere aanbevelingen richten zich op een beter gebruik van de Roma-activiteitenkalender van de Raad van Europa en een versterkte onderlinge coördinatie van de betrokken organisaties op het gebied van hun Romaprojecten.

Hoewel het hier niet gaat om bindende aanbevelingen, werd het door alle deelnemers belangrijk gevonden dat men om één tafel had gezeten en de discussie structureel wordt voortgezet in de ICG. De ICG zal 5 december 2008 te Brussel onder het Franse voorzitterschap bijeenkomen. In de conclusies van de Europese Raad van december 2008 wordt een passage over de Romaproblematiek opgenomen.

3. MG-S-ROM (6 en 7 november 2008)

De reguliere halfjaarlijkse bijeenkomst van de MG-S-ROM werd door mij met een toespraak geopend waarin ik mijn politieke wil benadrukte om de positie van de Roma op de internationale agenda te houden. Verder sprak ik de hoop uit dat de aanwezige internationale organisaties de aanbevelingen van de coördinatiebijeenkomst op zullen volgen. Verder gaf ik aan dat er geen nationaal beleid bestaat dat specifiek op Roma is gericht. Dit is niet alleen door het geringe aantal Roma in Nederland, maar ook omdat Nederland in plaats van een doelgroepen- een mainstreamingbeleid nastreeft.

Vervolgens gaven de aanwezige regeringsvertegenwoordigers van de verschillende lidstaten een overzicht van de nationale stand van zaken op de gebieden van onderwijs, huisvesting, gezondheidszorg en arbeidsparticipatie van de Roma in hun land. Het Secretariaat van de MG-S-ROM stelde dat «anti-Gypsyism» een belangrijk probleem is in Europa. Het Secretariaat pleitte voor meer coördinatie vanuit Europa en voor intensivering van het overleg, terwijl de OVSE een meer lokale benadering bepleitte.

De vertegenwoordiger van de Europese Commissie pleitte eveneens voor een lokale benadering, aangezien de rol van de EU inzake volkshuisvesting, onderwijs, gezondheidszorg en werkgelegenheid beperkt is, gezien het subsidiariteitsbeginsel. Er bestaan afdoende EU-richtlijnen, die echter gebrekkig worden uitgevoerd. Uiteindelijk zijn staten echter zelf verantwoordelijk voor die uitvoering. Meer regelgeving op hoger niveau werkt volgens de Europese Commissie slechts contraproductief.

Er werd een aantal aanbevelingen aangenomen ter verbetering van de sociaal-economische omstandigheden van Roma in Europa, onder andere op het gebied van onderwijs aan Romakinderen, huisvesting, werkgelegenheid en gezondheidszorg.

4. Veldbezoek (7 november 2008)

Afsluitend werd een bezoek gebracht aan een woonwagenlocatie in Den Haag-Ypenburg, waar de bewoners in aanwezigheid van leden van de MG-S-ROM, vertegenwoordigers van Buitenlandse Zaken en de gemeente Den Haag vertelden over hun situatie. Op verzoek van de bewoners was ook de gemeente Den Haag aanwezig.

Het gesprek ging in op enkele standpunten van het Nederlandse Romabeleid op het gebied van huisvesting, zoals de vraag in hoeverre het wonen in familieverband en op een woonwagenlocatie een uiting van cultuur is die door de overheid moet worden beschermd.

Slotopmerkingen

Het was voor de Raad van Europa aanvankelijk lastig om een gastland te vinden (in 2006 Roemenie; in 2007 geen gastland). Nu Nederland dit jaar deze rol heeft vervuld, hebben meer landen aangeboden gastheer te zijn voor de MG-S-ROM (Spanje in 2009, Polen in 2010).

Verder voldeed Nederland met het organiseren van een publieke hoorzitting en het veldbezoek aan de wens van de Raad van Europa om de Nederlandse situatie van de Roma en Sinti aan een internationaal gezelschap te tonen.

De vergadering tussen de internationale organisaties heeft tot concrete aanbevelingen geleid en gehoopt mag worden dat opeenvolgende EU-voorzitterschappen hieraan een vervolg geven.

Naar boven