nr. 41
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR JEUGD EN GEZIN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 april 2009
Bij brief van 7 april jongstleden verzocht de algemene commissie
voor Jeugd en Gezin mij voor het algemeen overleg over eetstoornissen op 21 april
aanstaande, te reageren op het RIVM/UM-onderzoek inzake de waarschuwing voor
anorexia-sites.
In het onderzoek is gekeken of waarschuwingsteksten, die automatisch op
het scherm verschijnen voordat bezoekers op internet doorklikken naar zogenaamde
pro-anorexia websites, effect hebben.
De pro-anorexia beweging bestaat al een aantal jaar en uit zich voornamelijk
via websites en blogs, waarin anorexia als levensstijl wordt gepromoot. De
internetters wisselen foto’s, tips en trucs uit om zich uit te hongeren
en een extreem mager lichaam te bereiken. Het aantal pro-anorexia websites
is de afgelopen jaren fors gestegen. Dit vind ik uiteraard een zorgelijke
ontwikkeling. Temeer ook omdat in het buitenland aanwijzingen zijn dat deze
websites een negatief effect hebben op bezoekers (het onderzoek hiernaar in
Nederland loopt nog).
Het onderzoek van het RIVM/UM is twee jaar geleden van start gegaan en
ik heb dit sindsdien met veel interesse gevolgd. Het plaatsen van waarschuwingsteksten
blijkt inderdaad effect te hebben. Eenderde van de bezoekers van pro-anorexia
websites besloot na het lezen van een automatische waarschuwingstekst niet
naar de onderliggende site door te klikken. Het betrof hier wel voornamelijk
de «toevallige» bezoekers. Bijvoorbeeld de bezoekers die nieuwsgierig
zijn geworden na alle aandacht hiervoor in de media. De echte aanhangers van
de pro-anorexia beweging laten zich hierdoor helaas niet afschrikken.
Het kabinet staat op dit moment geen juridisch instrumentarium ter beschikking
om de waarschuwingsteksten te verplichten. Het wettelijk regelen van deze
verplichting is complex omdat het raakt aan de beperking van het recht op
vrijheid van meningsuiting, zoals neergelegd in het Europees Verdrag tot Bescherming
van de Rechten van de Mens en onze Grondwet. Ik vind de kwestie
echter ernstig genoeg en de resultaten van het RIVM-onderzoek voldoende veelbelovend
om (de grenzen van) de juridische mogelijkheden te verkennen om providers
aan te zetten tot het voeren van waarschuwingsteksten of hen daartoe te verplichten.
Los van dit onderzoek nog het volgende. Een aantal jaar geleden heeft
de toenmalige minister van VWS een moreel appèl gedaan op providers
om de eigen verantwoordelijkheid te nemen. Ik wil dit moreel appèl
op de providers herhalen. Providers hebben naar mijn mening een eigen maatschappelijke
verantwoordelijkheid en ik wil hierover met ze in gesprek gaan, hangende de
verkenning naar de juridische mogelijkheden tot verplichting van de waarschuwingsteksten.
Deze verantwoordelijkheid is door één van de grootste providers
van Nederland al genomen (dit is punt.nl). Daar prijs ik deze provider voor
en ik hoop dat andere providers het voorbeeld zullen volgen.
De minister voor Jeugd en Gezin,
A. Rouvoet