nr. 35
BRIEF VAN DE MINISTERS VOOR JEUGD EN GEZIN, VAN BINNENLANDSE ZAKEN
EN KONINKRIJKSRELATIES, EN VOOR WONEN, WIJKEN EN INTEGRATIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 januari 2009
Bij brief van 20 november 2008 (2008Z07261) heeft de algemene commissie
voor Jeugd en Gezin gevraagd om een toelichting op de toezegging van de minister
van BZK aan de gemeente Gouda om € 900 000 te investeren in
een integrale gezinsaanpak van de zwaarste categorie Marokkaans-Goudse multiprobleemgezinnen.
De commissie wil graag geïnformeerd worden over de concrete inzet
van de toegezegde middelen, het eenmalige karakter van de beschikbaarstelling,
de begrotingspost(en) waaruit deze investeringen gefinancierd worden en de
verhouding ten opzichte van het overige overheidsbeleid met betrekking tot
probleemjongeren.
Algemeen beleidskader
Preventie en vroegtijdig ingrijpen zijn uitgangspunten van het kabinetsbeleid
om problemen later te voorkomen. In het Jeugd- en Gezinsbeleid staan versterking
van de eigen kracht van gezinnen en laagdrempelige opvoedingsondersteuning
voor gezinnen die dat nodig hebben voorop. Kabinet en gemeenten investeren
fors in extra opvoedondersteuning. Via de Brede doeluitkering CJG komt deze
kabinetsperiode oplopend tot 2011 € 100 miljoen extra beschikbaar.
Aanvullend daarop is met de VNG afgesproken dat gemeenten via het accres van
het Gemeentefonds ook € 100 miljoen extra uittrekken voor opvoedingsondersteuning
via de Centra voor Jeugd en Gezin. Om ook migrantenouders beter te bereiken
met opvoedondersteuning, investeren we € 10 mln in «diversiteit
in het jeugdbeleid».
Vrijblijvendheid voorbij is ook een uitgangspunt van kabinetsbeleid. Jongeren
die problemen veroorzaken én hun ouders moeten worden aangesproken,
als het kan vrijwillig, als het moet met drang en dwang. De ondersteuning
van gezinnen varieert van laagdrempelige opvoedondersteuning tot intensieve
gezinsbegeleiding in het kader van een ondertoezichtstelling. Financiering
vindt plaats uit gemeentelijke middelen, de hiervoor genoemde
CJG-gelden en de provinciaal gefinancierde Jeugdzorg. Gemeenten hebben daarnaast
de mogelijkheid om ter bevordering van de leefbaarheid in de wijken en de
aanpak van overlast en verloedering gelden uit de wijkaanpak en veiligheidsmiddelen
in te zetten voor begeleiding van multiprobleemgezinnen. Dit sluit aan bij
de integrale gezinsaanpak die het kabinet bij de aanpak van overlastgevende
jeugd voor ogen staat. Inzet van de middelen vindt plaats volgens het principe
van «Een gezin, één plan». Onder regie van de gemeenten
maken de betrokken instanties afspraken over de afstemming van de hulpverlening
aan gezinnen.
Marokkaans-Goudse multiprobleemgezinnen
De gemeente Gouda wil met een totaalaanpak de participatie van Marokkaans-Nederlandse
gezinnen bevorderen en de overlast in de wijk Oosterwei tegengaan. Gouda heeft
om extra financiële steun van het rijk gevraagd om de Goudse plannen
te realiseren. Het kabinet betrekt dit verzoek, in samenhang met de uitkomsten
van het burgemeestersoverleg van 22 oktober 2008, bij de onder leiding
van de minister voor WWI in voorbereiding zijnde beleidsbrief over de aanpak
van Marokkaans-Nederlandse probleemjongens. In die brief wordt ook ingegaan
op de voor gemeenten beschikbare financiële middelen.
Vooruitlopend daarop heeft de minister van BZK zich in beginsel bereid
verklaard om Gouda financieel te ondersteunen ten aanzien van de voorgenomen
integrale gezinsaanpak voor de zwaarste categorie Marokkaans-Goudse multiprobleemgezinnen.
Het betreft hier een bijdrage van 3 x € 300 000 voor de periode
2009 tot en met 2011 voor de inzet van gezinscontracten en een gezinsmanager
voor de zwaarste categorie Marokkaans-Goudse gezinnen. De begrotingspost en
de voorwaarden voor deze bijdrage worden begin 2009 vastgesteld als meer zicht
is op de bredere aanpak van problematiek van overlastgevende Marokkaans-Nederlandse
jongens van dit kabinet. Zodoende kan Gouda haar aanpak op een integrale wijze
vormgeven. Ook wordt Gouda hierdoor in staat gesteld te participeren in een
in voorbereiding zijnd experiment van de ministeries voor J&G en WWI én
zes gemeenten (Enschede, Groningen, Amsterdam, Den Haag, Eindhoven en Gouda)
met betrekking tot een optimale coördinatie van hulpverlening aan multiprobleemgezinnen.
Tot slot
Bij multiprobleemgezinnen gaat het om een cumulatie van problemen op verschillende
leefgebieden die om een oplossing vragen. Een intensieve gezinsaanpak vindt
steeds plaats in het kader van het gemeentelijke en provinciale jeugd- en
gezinsbeleid volgens het uitgangspunt één gezin-één
plan.
Het kabinet verwacht de Tweede Kamer begin 2009 door middel van de eerder
genoemde beleidsbrief te kunnen informeren over de aanpak van Marokkaans-Nederlandse
probleemjongens.
De minister voor Jeugd en Gezin,
A. Rouvoet
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
G. ter Horst
De minister voor Wonen, Wijken en Integratie,
E. E. van der Laan