nr. 85
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 10 november 2008
Tijdens de begrotingsbehandeling van het ministerie van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport op 5 november heb ik u toegezegd schriftelijk te zullen
reageren op de moties Leijten 31 700 XVI, nr.42 en Wolbert/de Vries 31 700
XVI, nr. 52.
In de motie Leijten wordt opgeroepen met maatregelen te komen om de fraude
in de thuiszorg via het pgb aan te pakken en de kwaliteit bij zorgaanbieders
te garanderen.
De motie Wolbert/de Vries verzoekt het huidige onderzoek naar pgb-bemiddelingsbureaus
uit te breiden met een onderzoek naar pgb-fraude en naar de wijze waarop reguliere
zorgaanbieders hun marktaandeel vergroten door het aanvragen van een pgb op
te dringen aan cliënten. Ook wordt in deze motie verzocht een plan van
aanpak op te stellen om te komen tot een zuiver pgb.
In juni heeft VWS het CVZ gevraagd een onderzoek uit te voeren naar de
activiteiten en kwaliteit van pgb-bemiddelingsbureaus. Dit onderzoek zal naar
verwachting in januari 2009 zijn afgerond. Gelijktijdig werken budgethoudersvereniging
Per Saldo en stichting de Ombudsman met subsidie van VWS aan een keurmerk
voor pgb-bureaus. Vooruitlopend op de onderzoeksresultaten en het keurmerk
wordt op basis van de eerste bevindingen van CVZ, Per Saldo en signalen van
de NZa bezien welke aanpassingen in de regelgeving voor 2009 nodig zijn om
oneigenlijk gebruik van het pgb tegen te gaan. Ook zal het controleprotocol,
dat zorgkantoren gebruiken voor controle van budgethouders, worden herzien.
Ik had reeds besloten om in overleg met CVZ, NZa en ZN een plan van aanpak
op te stellen met acties gericht op het verder terugdringen van oneigenlijk
gebruik van het pgb. De ervaringen die zorgkantoren opdoen bij het onderzoek
naar besteding van het pgb door individuele budgethouders zullen hierin worden
betrokken. Ook de kwaliteit van het zorgaanbod zal deel uitmaken van het plan
van aanpak. Ik zal onderzoeken of er voor specifieke situaties
bijzondere kwaliteitseisen dienen te gelden, bijvoorbeeld voor de zorg aan
kinderen. Zodra hierover meer bekend is zal ik de Kamer hierover informeren.
Door de ervaringen die zorgkantoren hebben met oneigenlijk gebruik van
het pgb in het plan van aanpak te betrekken is een afzonderlijk onderzoek
naar pgb fraude mijns inziens niet nodig. In dit licht ben ik van mening dat
uitbreiden van het lopende onderzoek geen zinvolle aanvullende informatie
voor mijn plan van aanpak zal opleveren. Ik wil daarom mevrouw Wolbert/de
Vries in overweging geven haar motie in deze zin aan te passen.
Op basis van bovenstaande informatie beschouw ik zowel de motie Leijten
als de motie Wolbert/de Vries als ondersteuning van mijn beleid.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
M. Bussemaker