nr. 170
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 juli 2009
Eind juni heeft de vaste Commissie voor Volkgezondheid, Welzijn en Sport
over drie onderwerpen op het terrein van de medische ethiek vragen en opmerkingen
aan mij voorgelegd. Bij deze wil ik u laten weten op welke termijn u mijn
reactie op de diverse vragen kunt verwachten. Er zal enige tijd mee gemoeid
zijn, omdat in alle drie de gevallen overleg moet worden gevoerd met betrokkenen
buiten VWS, zoals de instanties die de jaarverslagen hebben uitgebracht en
met het ministerie van Justitie, gezien de betrokkenheid van de minister van
Justitie als medeondergetekende van de betreffende wetten. Bovendien worden
deze drie onderwerpen behartigd door één afdeling waar ook enkele
andere onderwerpen op het terrein van de medische ethiek liggen waar de Kamer
prioriteit voor heeft gevraagd. Het betreft, in volgorde van prioriteit, onder
meer de wijziging van de Embryowet in verband met de verruiming van de mogelijkheden
voor wetenschappelijk onderzoek met foetussen, het advies van de Commissie
wetenschappelijk onderzoek met minderjarigen (Commissie Doek) en het standpunt
daarop, de totstandkoming van een wetsvoorstel zeggenschap lichaamsmateriaal
en het wetsvoorstel ter goedkeuring van het Verdrag inzake de rechten van
de mens en de biogeneeskunde.
Op 26 juni 2009 zond de vaste Commissie mij de vragen en opmerkingen
over de wijziging van het Besluit afbreking zwangerschap (Kamerstukken II,
2008/09, 31 700 XVI, nr. 162) (2009D32764). Ik zal u vóór
15 september 2009 mijn reactie toesturen.
Op 30 juni 2009 zond de vaste Commissie mij de vragen en opmerkingen
over het jaarverslag over 2008 van de Centrale Commissie Mensgebonden Onderzoek
(CCMO) (2009D33485). Die vragen zal ik uiterlijk 1 oktober 2009 beantwoorden.
Ten slotte zond op 1 juli 2009 de vaste Commissie mij de vragen en
opmerkingen over het jaarverslag van de Toetsingscommissies Euthanasie
(2009D33757). De antwoorden op deze vragen hoop ik u vóór 15 oktober
2009 toe te kunnen sturen.
Mocht de Kamer een andere prioriteitstelling wensen dan verneem ik dat
graag van u.
Ik vertrouw u met deze informatie van dienst te zijn geweest.
De staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
M. Bussemaker