31 700 XVI
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2009

nr. 125
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 januari 2009

In de brief van de commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport verzoekt u mij om mijn reactie op de uitspraak van het gerechtshof Arnhem inzake de eventuele aanbestedingsplicht van het Amphia ziekenhuis te Breda (2008Z08352/2008D20527).

Bij brief van 28 augustus 2008 heb ik aangegeven u nader te berichten als er een onherroepelijke uitspraak van de rechter zou zijn in onderhavige kwestie.

Op 18 november 2008 heeft het gerechtshof Arnhem uitspraak gedaan. Het is op dit moment nog niet bekend of cassatie is ingesteld.

Het Hof heeft in de voorliggende casus geoordeeld dat het Amphia ziekenhuis niet als publiekrechtelijke instelling wordt gekwalificeerd. Het Hof heeft hiertoe overwogen dat het toezicht dat de overheid op het beheer van het Amphia ziekenhuis uitoefent, niet zover strekt dat hiermee beslissende invloed wordt uitgeoefend op het verstrekken van opdrachten als die tot levering van voedsel verdeelwagens. Hierbij heeft het Hof aangegeven dat het toezicht op het beheer van het Amphia ziekenhuis met name betrekking heeft op toezicht op de bouw van een ziekenhuis, de aanschaf van medische apparatuur en budgettering van een ziekenhuis.

Omdat aan het zogenaamde toezichtscriterium niet is voldaan komt het Hof niet meer toe aan de vraag of de behoeften van algemeen belang waarin het Amphia ziekenhuis wil voorzien, van andere dan commerciële aard is. Het ziekenhuis is in zoverre dan ook niet aanbestedingsplichtig.

De uitspraak van het Hof laat nog wel wat vragen open, waardoor niet zonder meer geconcludeerd kan worden dat de aanbestedingsplicht voor algemene ziekenhuizen niet geldt.

Nu het Hof concludeert dat niet aan het toezichtscriterium is voldaan omdat er geen toezicht is op het beheer ten aanzien van de onderhavige opdracht, lijkt de mogelijkheid te bestaan dat ten aanzien van andere opdrachten wellicht wel aan het toezichtscriterium wordt voldaan. Het Hof laat dit in het midden. Op basis van de overwegingen van het Hof blijft derhalve de mogelijkheid open dat een rechter in de toekomst oordeelt dat een algemeen ziekenhuis in andere opzichten aanbestedingsplichtig is. Overigens zal met het vervallen van het bouwregime sinds 1 januari 2008, geen sprake meer zijn van specifiek toezicht op de bouw van een algemeen ziekenhuis zodat ten aanzien hiervan ook geen aanbestedingsplicht geldt.

Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

A. Klink

Naar boven