nr. 39
MOTIE VAN HET LID ORTEGA-MARTIJN C.S.
Voorgesteld 27 november 2008
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende, dat ouders wettelijk verplicht zijn, te zorgen voor het
onderhoud van hun kinderen en dat deze onderhoudsplicht niet ophoudt na een
scheiding, maar duurt totdat het kind de leeftijd van 21 jaar heeft bereikt;
constaterende, dat de bereidheid van ouders tot het onmiddellijk nakomen
van de kinderalimentatie niet groot is;
overwegende, dat kinderen ingeval van wanbetaling van ouders het risico
lopen, in relatieve armoede te moeten opgroeien;
constaterende, dat de Kamer een motie heeft aanvaard (motie-Anker c.s.
(31 700 VI, nr. 56)), waarin de regering wordt verzocht, de kinderalimentatiewetgeving
zodanig te wijzigen dat de kinderalimentatievordering preferent wordt;
overwegende, dat het BKR bezig is om een Landelijk Informatiesysteem Schulden
(LIS) te ontwikkelen, dat medio 2009 wordt ingevoerd, waardoor een LIS-melding
mogelijk wordt gemaakt;
van mening, dat kinderalimentatie als concurrente schuld vermeld moet
worden in het LIS, om te voorkomen dat ouders met alimentatieschulden nieuwe
schulden kunnen maken;
van mening, dat er sprake moet zijn van een geobjectiveerde bepaling of
er inderdaad sprake is van schuld;
verzoekt de regering het Landelijk Bureau Inning Ouderbijdragen (LBIO)
als meldautoriteit aan te wijzen voor registratie van kinderalimentatieschulden
in het LIS,
en gaat over tot de orde van de dag.
Ortega-Martijn
Timmer
Van der Vlies