31 700 XIV
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (XIV) voor het jaar 2009

nr. 66
AMENDEMENT VAN DE LEDEN OUWEHAND EN THIEME

Ontvangen 15 december 2008

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

De begrotingsstaat wordt als volgt gewijzigd:

I

In artikel 21 Duurzaam ondernemen worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verlaagd met € 1 000 (x € 1000).

II

In artikel 23 Natuur worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verhoogd met € 1 000 (x € 1000).

Toelichting

Dit amendement strekt ertoe extra budget te reserveren voor onderzoek naar de mogelijk aanvullend te beschermen gebieden op de Noordzee.

De Noordzee is een natuurgebied dat sterk onder druk staat. Nederland heeft internationale verdragen getekend die verlangen dat landen in 2010 (Ospar-verdrag) en in 2012 (Vogel- en Habitatrichtlijn) een netwerk van beschermde gebieden op zee hebben gerealiseerd. Sinds 2005 al is bekend welke gebieden (mogelijk) voldoen aan de criteria van de Vogel- en Habitatrichtlijn en/of Ospar. Thans is, met uitzondering van enkele delen van de kustzone, nog geen enkel gebied op de Noordzee beschermd. Voor vier gebieden is nu gepland dat deze worden aangewezen en gaan worden beschermd (delen Kustzone, Doggersbank, Klaverbank en Friese Front). Voor andere gebieden, waaronder de Bruine Bank en Borkumse stenen, geldt dat nader onderzoek nodig is om te bepalen of deze gebieden definitief voldoen aan de criteria van de Vogel- en Habitatrichtlijn. In het huidige beleid is voor 2009 voor dit onderzoek een deel van het bedrag van € 700 000 bestemd. Met deze middelen is slechts zeer beperkt onderzoek uit te voeren en is het niet reëel te verwachten dat Nederland in 2012 haar verplichtingen kan nakomen.

Het amendement beoogt de gelden voor onderzoek naar de mogelijk aanvullend te beschermen gebieden op de Noordzee te verhogen (beleidsartikel 23.13 «Beheren Ecologische Hoofdstructuur»), om verdere vertraging in de realisatie van het internationaal verplichte netwerk van beschermde gebieden op zee te voorkomen.

Dekking wordt gevonden in het beleidsartikel 21.14 «Bevorderen duurzame vangst en kweek van vis en schelpdieren». Specifiek, uit de posten «het bevorderen van duurzaamheid in de verwerking en afzet van vis» en «het stimuleren van innovatie in de viskweek op land» voor zover dit niet ten koste gaat van onderzoek naar dierenwelzijn en dodingmethoden binnen de viskweek (aquacultuur). Evenals in andere sectoren, moet voor verduurzaming van verwerking en afzet het principe «de vervuiler betaalt» gelden. Het stimuleren van viskweek (aquacultuur) ligt niet voor de hand zolang de randvoorwaarden ten aanzien van duurzaamheid en dierenwelzijn nog niet duidelijk zijn.

Ouwehand

Thieme

Naar boven