nr. 167
MOTIE VAN HET LID MASTWIJK C.S.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende:
– dat de glastuinbouw in Nederland goed is voor 350 000 arbeidsplaatsen
en een exportwaarde van 16 mld. en dat de sector daarmee een enorme bijdrage
levert aan de handelsbalans;
– dat zij door de aard van de productie geen gebruik kan maken van
een ondersteunende maatregel zoals de deeltijd-WW;
– dat zij door de economische crisis geconfronteerd wordt met sterk
teruglopende inkomsten terwijl de bedrijfskosten onveranderd hoog blijven,
hetgeen resulteert in acute liquiditeitsproblemen voor naar schatting 75%
van de glastuinbouwbedrijven;
– dat met name ook jongere ondernemers die de afgelopen jaren veel
hebben geïnvesteerd in de verduurzaming van de bedrijfsvoering worden
getroffen door de huidige crisis;
– dat binnen de sector de afgelopen jaren enorme stappen zijn gezet
op weg naar verduurzaming op het gebied van bijvoorbeeld energie, CO2 en vermindering lichthinder;
– dat door de liquiditeitsproblemen niet alleen op zich rendabele
bedrijven failliet dreigen te gaan maar ook dat de verduurzaming en de innovatiekracht
van de sector tot stilstand dreigen te komen;
verzoekt de regering op zeer korte termijn (uiterlijk 1 september
2009) in overleg met de sector en de banken een voorziening te creëren
ten behoeve van een garantstelling bij liquiditeitsproblemen, zoals ook in
andere economische sectoren van toepassing is;
verzoekt de regering voorts:
– in overleg te treden met de sector over het toepasbaar maken voor
de sector van de garanties voor de exportkredietverzekeringen;
– na te gaan of er mogelijkheden zijn voor ondernemers die veel
exporteren om versneld tot btw-teruggaaf te komen;
– de bruikbaarheid in praktische zin nog eens te onderzoeken van
de ondersteuningsmogelijkheden bij de toepassing van aardwarmte zodat dit instrument zo spoedig mogelijk breed voor de verduurzaming van
de glastuinbouw kan worden ingezet;
– alles in het werk te stellen, de glastuinbouw weer onder de werking
te brengen van het vangnet van de SDE op WKK’s en daarbij speciaal de
aandacht te richten op de oplossing van het probleem rond de discussie over
de voor WKK’s te hanteren afschrijvingstermijnen (8 versus 20 jaar)
in relatie tot de zogenaamde onrendabele top,
en gaat over tot de orde van de dag.
Mastwijk
Van der Vlies
Snijder-Hazelhoff
Cramer
Jacobi