31 700 XIV
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (XIV) voor het jaar 2009

nr. 129
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 23 februari 2009

De commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit heeft bij brief van 10 december 2008, nr. 31 700-XIV-38/2008D21134 de bewindspersonen van Defensie en LNV gevraagd om meer zekerheid te geven over de voortgang van de evaluatie laagvlieggebieden.

Bij deze ga ik mede namens de minister van Landbouw Natuur en Voedselkwaliteit in op de huidige stand van zaken en de planning van de besluitvorming.

De planologische kernbeslissing Tweede Structuurschema Militaire Terreinen (SMT-2) uit 2005 geeft de ligging van de laagvlieggebieden en -routes voor militaire luchtvaart in Nederland weer. Het SMT-2 kondigt daarnaast een evaluatie aan van het gebruik van deze laagvlieggebieden en -routes. Deze evaluatie heeft betrekking op zowel overlastaspecten van laagvliegen als effecten op natuurwaarden van laagvliegen. Op basis van de uitkomsten van deze evaluatie zal bezien worden of het wenselijk en mogelijk is om laagvlieggebieden en -routes anders te situeren of anders te gebruiken.

Bij brief van 21 november 2008 (TK 31 700 XIV, nr. 38) bent u geïnformeerd over het onlangs verschenen rapport «Quick-scan verstoring fauna door laagvliegen» (Van der Grift et al., Alterra-rapport 1725) dat in het kader van deze evaluatie is uitgebracht . Het rapport geeft een overzicht van de beschikbare wetenschappelijke kennis over effecten van laagvliegen op fauna. Het gaat daarbij om beschermde soorten in de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) en/of in Natura 2000-gebieden. De studie geeft overigens slechts inzicht in de mogelijkheid van het optreden van verstorende effecten op natuurwaarden in absolute zin, zonder deze effecten te relateren aan specifieke omstandigheden.

Alvorens door de betrokken bewindspersonen een standpunt kan worden ingenomen, is een goed inzicht nodig in het feitelijk gebruik van de laagvlieggebieden en -routes en de mogelijke effecten die dat heeft. De interdepartementale voorbereiding van deze evaluatie kan naar verwachting in de eerste helft van dit jaar worden afgerond. Ik zal uw Kamer zo spoedig mogelijk hierover informeren.

De staatssecretaris van Defensie,

J. G. de Vries

Naar boven