nr. 54
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 23 januari 2009
Nederland is verplicht strategische voorraden aardolieproducten aan te
houden op grond van Europese regelgeving en internationale afspraken, zoals
vastgelegd in de Wet Voorraadvorming Aardolieproducten 2001. De Stichting
COVA (Centraal Orgaan Voorraadvorming Aardolieproducten) houdt in opdracht
van het ministerie van Economische Zaken ca. 85% van deze nationale
strategische olievoorraden aan.
Om te voldoen aan deze wettelijke verplichtingen voor het aanhouden van
strategische aardolieproducten is het noodzakelijk dat COVA over voldoende
financiële middelen kan beschikken om de aankopen te financieren. De
aankoop van olieproducten wordt door COVA gefinancierd door middel van leningen.
Deze leningen lopen bij het ministerie van Financiën, waarbij het ministerie
van Economische Zaken voorafgaand garant staat.
De in de loop van de jaren gestegen olieprijs, een toename van de voorraadverplichting,
een hogere binnenlandse consumptie en het oversluiten door COVA van private
leningen naar het ministerie van Financiën hebben er toe geleid dat het
huidige garantieplafond van € 907 560 432,18 ontoereikend
is geworden. Daarom is in overleg met de COVA, het ministerie van Financiën
en het ministerie van Economische Zaken het plafond opgehoogd van € 907 560 432,18
met € 93 439 567,82 tot totaal € 1 001 000 000,–
zodat COVA de noodzakelijke transacties kan uitvoeren.
In de Voorjaarsnota zal een en ander op de EZ Begroting verder worden
verwerkt.
Ook zal ik u in de loop van het komende jaar nader informeren over de
verdere aanpassingen die nodig zijn om er voor te zorgen dat COVA invulling
kan blijven geven aan het afdekken van de internationale verplichtingen op
het terrein van de strategische olievoorraden.
De minister van Economische Zaken,
M. J. A. van der Hoeven