nr. 64
LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN
De vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat1,
heeft een aantal vragen (31 700-XII-56/2009D14371) voorgelegd aan de
minister van Verkeer en Waterstaat over de brief van 24 februari 2009
houdende de Wijziging van het Tarievenbesluit en Besluit ongeregeld luchtvervoer
(Kamerstuk 31 700 XII, nr. 56).
De minister heeft deze vragen beantwoord bij brief van 28 april 2009.
Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.
De voorzitter van de commissie,
Jager
De griffier van de commissie
Sneep
1
Kunt u toelichten wat u bij Artikel 6 lid c van het
gewijzigde tarievenbesluit ongeregeld luchtvervoer bedoelt met «het
uitgangspunt van wederkerigheid»? Beoogt u hiermee een beleidswijziging
of bent u van mening dat deze wederkerigheid met ons omringende landen als
Duitsland, Frankrijk, en Groot Brittannië reeds bestaat?
Met het uitgangspunt van wederkerigheid uit artikel 6 sub c van het Besluit
ongeregeld luchtvervoer (hierna: BOL) wordt geen beleidswijziging beoogd.
Er wordt evenmin gedoeld op wederkerigheid met de ons omringende landen als
Duitsland, Frankrijk en Groot-Brittannië. Het BOL is immers niet van
toepassing op vluchten van ongeregeld luchtvervoer uit of naar landen behorende
tot de Europese Unie op grond van vigerende Europese regelgeving (zie artikel
2 BOL).
Met het uitgangspunt van wederkerigheid wordt gedoeld op het feit dat
toestemming voor ongeregeld vervoer naar of uit Nederland of met Nederland
als tussenstation aan luchtvaartmaatschappijen uit derde landen gekoppeld
is aan de voorwaarde van gelijke behandeling van aanvragen van in Nederland
gevestigde EU-luchtvaartmaatschappijen tot uitvoering van ongeregeld vervoer
naar of uit het desbetreffende derde land.
2
Bent u op de hoogte van het feit dat verordening 2409/92
waarnaar verwezen wordt, inmiddels vervangen is door verordening 1008/2008?
Bent u van plan of bereid uw besluit hierop aan te passen?
In de nota van toelichting wordt inderdaad nog verwezen naar verordening
2409/92, die inmiddels is vervangen door verordening 1008/2008. Dit heeft
voor de reikwijdte van het Tarievenbesluit geregeld luchtvervoer echter geen
gevolgen, aangezien het Tarievenbesluit geregeld vervoer primair toeziet op
tarieven voor geregeld luchtvervoer tussen Nederland en derde landen buiten
de Europese Unie. Het is dus niet noodzakelijk het besluit zelf hierop aan
te passen.
3
Is het waar dat een liberaler tarievenregime waarvan
sprake is voor onder andere Suriname inhoudt dat de tarieven voortaan niet
meer beoordeeld worden? Waarom wordt hiervoor gekozen terwijl de luchtvaartmarkt
nog niet volledig open is en dus ook niet volledig kan werken?
Onder geliberaliseerde tarievenregimes zoals die zijn ingevoerd in onder
meer de Luchtvaartovereenkomst met Suriname, hoeven luchtvaartmaatschappijen
de door hen gehanteerde tarieven niet meer ter goedkeuring voor te leggen
aan de Partijen bij de Overeenkomst (bijvoorbeeld Nederland en Suriname).
Om te waarborgen dat luchtvaartmaatschappijen geen misbruik maken van
hun bevoegdheid om de tarieven vast te stellen op basis van commerciële
overwegingen, is gezamenlijk ingrijpen door Partijen onder liberalere tarievenregimes
nog wel mogelijk in bepaalde specifiek omschreven gevallen, zoals bijvoorbeeld
in geval van het hanteren van onredelijk hoge prijzen als gevolg van misbruik
van een dominante positie van een luchtvaartmaatschappij. Hiermee wordt ook
bij niet volledig open regimes gewaarborgd dat de gehanteerde tarieven op
een redelijk peil worden vastgesteld.
4
Kunt u toelichten wat u verstaat onder «volle
tevredenheid van belanghebbenden» als u het heeft over het beleidskader
ongeregeld luchtvervoer? Klopt het dat in dit beleidskader uit maart 2007
een spoedige nadere invulling was afgesproken? Heeft u er zicht
op wanneer deze nadere invulling plaats gaat vinden?
Hiermee wordt tot uitdrukking gebracht dat het herziene beleidskader ongeregeld
vervoer mede tot stand is gekomen op basis van consultatierondes met de Nederlandse
luchtvaartsector en dat het aangepaste beleid hun instemming geniet. Het is
correct dat er in het beleidskader uit 2007 is afgeproken dat er een nadere
invulling van het vergunningenbeleid op het gebied van ongeregeld vervoer
zou volgen. Deze nadere invulling van het vergunningenbeleid staat gepland
voor de tweede helft van 2009 op basis van de uitgangspunten van de Luchtvaartnota.
5
Kunt u aangeven of de vergunningverlening voor ongeregeld
luchtvervoer door uw inspectie altijd conform de luchtvaartovereenkomsten
inzake zevende vrijheden wordt uitgevoerd? Ook in het licht van de voorliggende
wijziging van het besluit om beter aan te sluiten bij de praktijk?
De vergunningverlening voor ongeregeld luchtvervoer door de IVW staat
in beginsel los van de luchtvaartovereenkomsten tussen Nederland en derde
landen, aangezien die betrekking hebben op geregelde diensten. De IVW houdt
bij haar beoordeling van de aanvraag wel rekening met de luchtvaartpolitieke
context en verhouding met het desbetreffende derde land.
XNoot
1Samenstelling:
Leden: Vendrik (GL), Van der Staaij (SGP), Snijder-Hazelhoff (VVD), Mastwijk
(CDA), Jager (CDA), voorzitter, Koopmans (CDA), Gerkens (SP), Van der Ham
(D66), Nicolaï (VVD), Haverkamp (CDA), Aptroot (VVD), Samsom (PvdA),
Boelhouwer (PvdA), Roefs (PvdA), Jansen (SP), Cramer (CU), Roemer (SP), Koppejan
(CDA), Madlener (PVV), Ten Broeke (VVD), ondervoorzitter, Ouwehand (PvdD),
Polderman (SP), Tang (PvdA), De Rouwe (CDA) en Linhard (PvdA).
Plv. leden: Halsema (GL), Van der Vlies (SGP), Boekestijn (VVD), Bilder
(CDA), Vacature (CDA), Atsma (CDA), Van Bommel (SP), Koşer Kaya (D66),
Neppérus (VVD), Sterk (CDA), De Krom (VVD), Vermeij (PvdA), Jacobi
(PvdA), Besselink (PvdA), Vacature (SP), Anker (CU), Van Leeuwen (SP), Knops
(CDA), Agema (PVV), Verdonk (Verdonk), Thieme (PvdD), Lempens (SP), Waalkens
(PvdA), Van Heugten (CDA) en Depla (PvdA).