31 700 XII
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat (XII) voor het jaar 2009

nr. 18
BRIEF VAN DE MINISTER EN STAATSSECRETARIS VAN VERKEER EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 december 2008

In het wetgevingsonderzoek (WGO) Begrotingsonderzoek van 19 november 2008 is een vijftal toezeggingen gedaan. Zoals toegezegd worden deze schriftelijk voor begrotingsbehandeling van Verkeer en Waterstaat aan de Tweede Kamer toegezonden.

Het betreft de volgende vijf toezeggingen:

1. Een nadere specificatie van de maatregelen van het Programma «herstel en inrichting» inclusief de volgorde van belangrijkheid;

2. Een nadere specificatie van de Kader Richtlijn Watermaatregelen uit de beschikbaar gestelde € 340 mln in het Coalitieakkoord;

3. De stand van zaken en de consequenties van het asbestprobleem bij de renovatie van de brug bij Heteren naar aanleiding van de daarover gestelde Kamervragen door het Kamerlid Poppe;

4. Een specificatie van de invulling van de subsidiekorting, aantoonbaar in delta’s tussen 2008 en 2009;

5. Een specificatie van de tabel budgetflexibiliteit in de ontwerpbegroting 2009, zowel in procenten als in absolute bedragen.

1. Een nadere specificatie van de maatregelen van het Programma «herstel en inrichting» inclusief de volgorde van belangrijkheid;

Het programma Herstel- en Inrichting gaat op in het Verbeterprogramma Waterkwaliteit Rijkswateren (MIRT blz. 88). De kosten voor Herstel- en Inrichtingsmaatregelen voor de periode 2007 t/m 2009 bedragen circa € 49 mln. In 2010 is reeds voor € 23 mln. aan maatregelen geprogrammeerd. Voor de lopende planperiode is totaal € 72 mln. beschikbaar.

Voor de planperiode 2010 t/m 2015 worden nieuwe KRW-maatregelen geprogrammeerd. Deze maatregelen zijn geprioriteerd in het kader van de Ex Ante Evaluatie KRW. De onderbouwing van het pakket maakt deel uit van het Beheerplan Rijkswateren (BPRW). Het BPRW wordt op 22 december 2008 gepubliceerd en de inspraak start op 5 januari 2009. De definitieve vaststelling van het BPRW vindt – conform de KRW – uiterlijk december 2009 plaats. Gelet hierop kan ik op dit moment in onderstaande tabel slechts een indicatie geven van de voorgenomen maatregelen 2010–2015 en de financiële vertaling.

	Type maatregel		kosten
Huidig programma Herstel en Inrichting (2007 t/m 2010)
Helder, schoon water	Studies	3	1 mln €
Herstel habitats	Strangen	> 50 ha	42 mln €
Herstel dynamiek	Getijdennatuur/kwelder en uiterwaardverlaging	> 13 km + 550 ha	16 mln €
Vispasseerbaarheid	Vispassages	> 15 locaties	13 mln €
Totaal			72 mln €
Nieuwe KRW-maatregelen (2010 t/m 2015)
Helder, schoon water	Emissiebeheer	diverse locaties	–
	VoorbeeldgedragHelofyten/slibvangExterne agendering	diverse locaties	14 mln €
Herstel habitats	Natuurvriendelijke (voor)oevers	30 ha + 120 km	138 mln €
	Aantakken strangen	10 km	30 mln €
	Kunstmatig rif/zeegras	50 ha	19 mln €
Herstel dynamiek	Getijdenatuur/kwelders	800 ha	22 mln €
	Nevengeulen	25 km	50 mln €
	Uiterwaardverlaging	240 ha	18 mln €
	Kribben/stuwbeheer	diverse locaties	1 mln €
Vispasseerbaarheid	Vispassages/geleidingHerstel beekmondingZoet-zoutlocaties	95 locaties	20 mln €
Diversen	Optimalisaties RVR		30 mln €
	Verkenningen / studies		10 mln €
Totaal			352 mln €

2. Een nadere specificatie van de Kader Richtlijn Watermaatregelen uit de beschikbaar gestelde € 340 mln in het Coalitieakkoord

Voor het uitvoeren van de nieuwe KRW maatregelen is in de periode 2010–2015 € 352 mln. benodigd. De dekking komt voor ca. € 230 mln. uit het Infrafonds. Het resterende bedrag ad. € 122 mln. komt uit de Coalitieakkoord enveloppe Water en Kust (groot € 340 mln. en bestemd voor de verbetering van de waterkwaliteit in rijkswateren).

Het restantbedrag uit de enveloppe Water en Kust, ten bedrage van € 218 mln., zal in de periode 2010–2015 onder meer worden ingezet voor de duurzame ontwikkeling van grote dynamische wateren, zoals het Volkerak-Zoommeer, en het Markermeer.

De maatregelen zijn vooral gericht op de verbetering van de ecologische kwaliteit. Beide projecten maken onderdeel uit van respectievelijk de iconen «De kwaliteit van de Zuidwestelijke Delta» en «De toekomst van het IJsselmeergebied», zoals genoemd in het concept Nationaal Waterplan. In de lopende gebiedsprocessen wordt momenteel nader invulling gegeven aan de maatregelen.

3. De stand van zaken en de consequenties van het asbestprobleem bij de renovatie van de brug bij Heteren

De antwoorden op de zes Kamervragen die het lid Poppe (SP) heeft gesteld over asbestverwijdering uit de Rijnbrug A50 bij Heteren in 1999 en 2000 zult u van mij ontvangen in een separate brief.

4. Een specificatie van de invulling van de subsidiekorting, aantoonbaar in delta’s tussen 2008 en 2009

In bijlage 1 bij deze brief is de invulling van de subsidiekorting in 2008 en 2009 op de begroting van VenW weergegeven.¹ De oorspronkelijke subsidietaakstelling uit het Coalitieakkoord kent inmiddels twee aanvullingen. Bij de besluitvorming over de begroting 2008 is een aanvullende subsidietaakstelling afgesproken. Deze taakstelling is bij Voorjaarsnota/1e suppletoire begroting verdeeld over de begrotingsartikelen. Voorts is bij de Algemene Beschouwingen bij de begroting van 2009 ter dekking van de Motie van Geel een extra subsidietaakstelling opgelegd. Deze taakstelling zal worden verwerkt bij de Voorjaarsnota/1e suppletoire begroting 2009.

In de bijlage treft u derhalve een onderscheid aan in de taakstelling die in de Ontwerpbegroting 2008 is doorgevoerd en die bij Voorjaarsnota 2008 is opgelegd. De taakstelling naar aanleiding van de Motie van Geel is nog niet verwerkt en daarmee niet zichtbaar.

5. Een specificatie van de tabel budgetflexibiliteit in de ontwerpbegroting 2009, zowel in procenten als in absolute bedragen

In bijlage 2 bij deze brief is de invulling van de budgetflexibiliteit in de ontwerpbegroting 2009 in procenten en absolute bedragen opgenomen.¹ Op begrotingshoofdstuk 12 is over de artikelen heen een nog niet beleidsmatig ingevuld budget van ongeveer € 6,5 mln. opgenomen. Op het infrastructuurfonds zijn alle budgetten juridisch, bestuurlijk of beleidsmatig verplicht.

Ten opzichte van de in augustus in de ontwerpbegroting aangeleverde budgetflexibiliteit is er een aantal ontwikkelingen te melden die van invloed zijn op het percentage «beleidsmatig nog niet ingevuld». Door deze ontwikkelingen is het percentage aanzienlijk gedaald. De redenen hiervan zijn onder andere het in oktober uitgebrachte Aldersadvies, welke door het Kabinet is overgenomen. Hiermee is de beleidslijn voor de ontwikkeling van Schiphol tot 2020 vastgelegd. In 2009 zal uitvoering gegeven gaan worden aan de uitwerking en implementatie van het Aldersadvies. Daarnaast heeft met de keuze voor het begrenzen van het aantal vliegbewegingen op Schiphol en het verplaatsen van niet-mainportgebonden verkeer naar regionale luchthavens een beleidsverandering plaatsgevonden. Voorheen was de beleidslijn om alle regionale en kleine luchthavens te decentraliseren. Hiermee zou de rol van bevoegd gezag overgaan naar de provincies. Vanwege het nationaal belang is nu gekozen om het bevoegd gezag voor de luchthavens Rotterdam, Lelystad, Eelde en Maastricht niet te decentraliseren. Hierdoor vergt de implementatie van de Regelgeving Burgerluchthavens en Militaire Luchthavens (RBML) meer werkzaamheden en financieel beslag dan tot nu toe werd aangenomen. Voor alle bovengenoemde luchthavens zullen de aanwijzingen onder de RBML wetgeving moeten worden omgezet.

De minister van Verkeer en Waterstaat,

C. M. P. S. Eurlings

De staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,

J. C. Huizinga-Heringa

---

1 Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.