31 700 XI
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (XI) en van de begrotingsstaat van het Waddenfonds voor het jaar 2009

nr. 99
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 14 juli 2009

Ontvangen ter Griffie van de Tweede Kamer op 15 juli 2009. De voordracht voor de vast te stellen algemene maatregel van bestuur kan niet eerder worden gedaan dan op 12 augustus 2009.Hierbij stel ik U in kennis van een voorgenomen wijziging van het Vuurwerkbesluit en enkele andere besluiten, te weten het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer, het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer, het Arbeidsomstandighedenbesluit, het Besluit externe veiligheid inrichtingen, het Transactiebesluit milieudelicten, het Besluit aanwijzing Halt-feiten en het Besluit politiegegevens.

Het ontwerpbesluit is een implementatie van de Europese richtlijn 2007/23/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 23 mei 2007 betreffende het in de handel brengen van pyrotechnische artikelen. Daarom is voor de milieuwetgeving in het ontwerpbesluit de procedure van artikel 21.6, zesde lid, van de Wet milieubeheer van toepassing. Dit betekent dat niet het ontwerpbesluit hoeft te worden voorgehangen, maar dat aan de beide kamers der Staten-Generaal slechts ter kennisgeving moet worden toegezonden de motivering voor het regelen op het niveau van een algemene maatregel van bestuur in plaats van een ministeriële regeling. Ook dient een korte opgave van de inhoud te worden gedaan. Over de reden voor de algemene maatregel van bestuur en de inhoud van de voorgenomen wijziging bericht ik U daarom het volgende.

De regelgeving, waarin de omzetting van de genoemde Europese richtlijn een plaats moet krijgen, heeft in het Nederlands recht in hoge mate de vorm gekregen van algemene maatregelen van bestuur. Omzetting van de richtlijn op het niveau van de ministeriële regeling zou daarom tot een verbrokkeld geheel leiden, waarin betrokkenen moeilijk een weg zouden kunnen vinden. Daarom is geoordeeld dat integreren van de vereiste nieuwe regels in de bestaande algemene maatregelen van bestuur de aangewezen weg is.

Over de inhoud kan ik opmerken dat de richtlijn regels bevat voor het op de markt brengen van pyrotechnische artikelen, te weten vuurwerk, pyrotechnische artikelen voor theatergebruik en overige pyrotechnische artikelen, zoals airbags en verfbommen voor geldkoffers. Aan het op de markt brengen van deze artikelen worden uit het oogpunt van veiligheid eisen gesteld. De artikelen moeten worden ingedeeld in qua zwaarte oplopende categorieën, er vindt beoordeling plaats door keuringsinstanties die moeten worden aangemeld bij de Europese commissie en artikelen die aan de eisen voldoen, dienen van een CE-markering te worden voorzien en van bepaalde informatie op het etiket.

Het ontwerpbesluit voorziet in de implementatie van de richtlijn voor vuurwerk en voor pyrotechnische artikelen voor theatergebruik. Voor de overige pyrotechnische artikelen volgt nog een apart ontwerpbesluit, omdat een regeling voor deze artikelen niet goed past in het Vuurwerkbesluit. Dat aparte besluit heeft iets minder prioriteit, omdat het, anders dan het ontwerpbesluit waarvan ik U nu kennisgeef, niet genotificeerd hoeft te worden. Alle regelgeving ter omzetting van de richtlijn waarom het hier gaat, dient overigens 4 januari 2010 het Staatsblad bereikt te hebben.

Een eensluidende brief heb ik gezonden aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal. Het ontwerp-besluit is gelijktijdig met het verzenden van deze brief aan de Koningin voorgelegd met het verzoek het advies van de Raad van State in te winnen.

De minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J. M. Cramer

Naar boven