nr. 96
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN
MILIEUBEHEER
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 26 juni 2009
Mede namens de minister van Verkeer en Waterstaat, wil ik u hierbij inlichten
over de stand van zaken rond de experimenteerwet gedifferentieerd parkeren.
De experimenteerwet maakt het voor een aantal gemeenten mogelijk om te
experimenteren met tarieven voor parkeervergunningen en kortparkeren, die
zijn gedifferentieerd naar milieukenmerken.
Het doel van dit experiment is om te bekijken of dit instrument een bijdrage
kan leveren aan de lokale luchtkwaliteit. De proef beoogt per 1 januari
2011 te starten en zal lopen tot 1 januari 2015. Voor de proef zijn de
volgende gemeenten geselecteerd: Amsterdam, Utrecht, Den Haag, Rotterdam,
Leiden, Apeldoorn en Nijmegen. Naast het wettelijk mogelijk maken van dit
experiment wordt het experiment ook geëvalueerd, op basis waarvan besloten
kan worden om de maatregel breder in te zetten.
Het streven was om deze experimenteerwet nog voor de zomer naar de Raad
van State te sturen. Helaas is deze (ambitieuze) planning niet gelukt. Een
belangrijke reden is dat we steeds meer tot het inzicht zijn gekomen dat de
praktijkemissies van met name dieselvoertuigen niet overeenkomen met dat wat
volgens de euroklasse mag worden verwacht. Dit speelt voornamelijk bij NO2.
Momenteel ben ik in overleg met de zeven deelnemende gemeenten om samen
met hen te bekijken welke indeling het beste gehanteerd kan worden om de lokale
luchtkwaliteit te verbeteren. Hierbij hanteren we wel de randvoorwaarde dat
het systeem goed uitlegbaar voor de burger moet zijn. Bovendien gaan we er
vanuit dat de maatregel in beginsel lastenneutraal wordt ingezet. Natuurlijk
houden we ook rekening met de ontwikkelingen op ander gebied, zoals de recente
nationale sloopregeling en (de vormgeving van) Anders Betalen voor Mobiliteit.
Over de uiteindelijke klassenindeling en de te verwachten effecten zal ik
u bij het indienen van het wetsvoorstel nader informeren.
Het is mijn streven om deze experimenteerwet dit najaar naar de Raad van
State te sturen. Ik hoop dat de wet dan eind 2010 in werking zal treden, zodat
gemeenten aan de slag kunnen gaan met dit experiment om zo een bijdrage te
leveren aan de lokale luchtkwaliteit.
Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
De minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
J. M. Cramer