nr. 85
BRIEF VAN DE DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING
EN MILIEUBEHEER
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 29 mei 2009
Met deze brief informeer ik uw Kamer over het contact dat ik heb gehad
met de NAVO-basis Geilenkirchen betreffende de reductie van de geluidsoverlast
veroorzaakt door AWACS-vliegtuigen. Dit doe ik in het kader van de motie van
de leden Neppérus en Samsom van 3 maart 2009 (Kamerstuk 31 700
XI 78), waarin de Kamer de regering verzoekt om de geluidsreducerende maatregelen
zoals vliegen met minder gewicht en het kiezen van andere aanvliegroutes nog
dit jaar toe te passen. De informatie in deze brief heb ik u reeds toegezegd
tijdens het Algemeen Overleg over AWACS/Onderbanken op 21 januari 2009.
In samenwerking met het Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium heb
ik eind 2008 onderzocht of er stillere startprocedures tijdens het starten
voor de AWACS-vliegtuigen mogelijk zijn. Zoals ik u heb bericht per brief
op 14 januari 2009 is uit dat onderzoek gebleken dat de bevindingen kunnen
leiden tot een beperkte vermindering van het geluid dat de AWACS-vliegtuigen
produceren. De reductie kan worden behaald door het startgewicht te beperken
en bij trainingen de zogenaamde low-approach toe te passen. Ook blijken de
AWACS-toestellen voor minder overlast te zorgen wanneer zij na een start over
Nederland in noordelijke richting afbuigen. Ik heb toegezegd met de vliegbasis
de mogelijkheid te bespreken om deze maatregelen zoveel als mogelijk bij de
operationele vluchten in te gaan zetten.
Het is bekend dat deze aanpassingen slechts voor een beperkte reductie
van de overlast kunnen zorgen. Ik vind het echter van belang dat elke mogelijkheid
om de geluidoverlast terug te dringen wordt overwogen.
Daarom heb ik tijdens het Algemeen Overleg over AWACS op 21 januari
2009 uw Kamer toegezegd de uitkomsten van deze NLR-studie te bespreken met
de vliegbasis, te bezien welke maatregelen er kunnen worden genomen op basis
van de resultaten van dit onderzoek en door te rekenen hoeveel geluidswinst
dit oplevert.
Op 9 april heb ik de commandant van de NAVO-vliegbasis Geilenkirchen
per brief gevraagd na te gaan of de aanbevelingen voor stillere startprocedures
kunnen worden overgenomen.
De commandant heeft mij hierop schriftelijk geantwoord. De commandant
geeft aan dat het benodigde gewicht van de vliegtuigen zorgvuldig wordt berekend.
Tevens geeft hij aan dat de hoeveelheid brandstof afgestemd wordt op de operationele
taak. Ten aanzien van de toepassing van de low approaches stelt de commandant
dat de low approaches niet de touch-and-go trainingen kunnen vervangen.
De basis is per direct bereid om bij een aantal vluchten de route zodanig
aan te passen dat na de start naar het noorden wordt afgebogen. Alvorens hierop
over te gaan zal deze procedure echter eerst zorgvuldig getest moeten worden.
Daarnaast is heldere communicatie met de regio noodzakelijk. Het is immers
mogelijk dat de geluidsoverlast bij een aantal inwoners zal toenemen, terwijl
de totale geluidshinder wordt verminderd.
Het antwoord van de commandant maakt duidelijk dat er ook bij de basis
inmiddels veel aandacht is voor het beperken van de geluidsoverlast en dat
de basis op de genoemde punten al zoveel als mogelijk rekening houdt met de
omwonenden. De commandant zegt toe te zullen bijdragen aan nadere studies
om het geluid te reduceren. Net als ik kijkt de commandant uit naar de resultaten
van de NAVO studie «Comprehensive Final Noise Study».
Gezien het feit dat de basis heeft aangegeven niet in staat te zijn om
middels aanpassing van zowel het startgewicht als de low approaches stillere
procedures toe te passen dan ze nu al doet, acht ik het niet nodig om ten
aanzien van deze procedures de geluidbelasting opnieuw te berekenen.
Wanneer de gewijzigde, «noordelijke» vliegroute of andere
additionele maatregelen daadwerkelijk toegepast worden, kan worden nagegaan
wat de effecten hiervan zijn op de totale geluidsoverlast. Zodra ik over de
juiste gegevens beschik, zal ik uw Kamer deze doen toekomen. Ik benadruk echter
nogmaals dat deze maatregelen hooguit een beperkte vermindering van de geluidsoverlast
zal opleveren.
Met deze brief heb ik u op de hoogte gebracht van de maatregelen die VROM
heeft ondernomen om de geluidsoverlast rond de NAVO-vliegbasis Geilenkirchen
terug te dringen via gewijzigde vliegprocedures (starts). Tevens meen ik,
gemeten naar de mogelijkheden waarover ik beschik, te hebben voldaan aan het
verzoek in de in de eerste alinea van deze brief genoemde motie.
In juni van dit jaar zal ik uw Kamer, zoals toegezegd, informeren over
de mogelijkheden om via Europese regelgeving de geluidsoverlast van de AWACS-toestellen
te reduceren.
Over de vermindering van het aantal vliegbewegingen zult u worden geïnformeerd
door de Staatssecretaris van Defensie.
De minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
J. M. Cramer