31 700 XI
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (XI) en van de begrotingsstaat van het Waddenfonds voor het jaar 2009

nr. 62
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 december 2008

Bij de regeling van de werkzaamheden op 4 november jl., vroeg de heer Koopmans om een brief van de ministers van VROM en VenW over het mogelijk verlagen van de rijksbijdrage voor het project Hart van Dieren (gemeente Rheden). Dit mede naar aanleiding van een brief die de gemeente Rheden op 11 november 2008 aan uw Kamer heeft gezonden (2008D15 266). Tijdens de behandeling van de begroting van VROM is over dit onderwerp ook gesproken.

Mede namens mijn collega’s van VenW en LNV ben ik van mening dat het huidige plan voor het project Hart van Dieren dermate afwijkt van het oorspronkelijke plan, dat het niet meer voldoet aan de grondslag voor de eerder toegekende rijksbijdrage van € 53,3 miljoen. Eén van de belangrijkste kwaliteitsdragers waaraan de subsidieverlening voor het project was gekoppeld – het verdiept leggen van het spoor – maakt inmiddels geen onderdeel meer uit van het plan. Het versoberde plan voor Hart van Dieren komt daarmee niet vanzelfsprekend in aanmerking voor eenzelfde financiële rijksbijdrage als het oorspronkelijke plan. De overige kwaliteitsdragers – ontsnippering en ecologie – blijven ook in het versoberde plan vooralsnog ongewijzigd.

Mijn inzet is een open gesprek over een goedkopere en doelmatige oplossing met de gemeente Rheden en de provincie Gelderland, waarbij zoveel als mogelijk recht wordt gedaan aan de integrale aanpak van de verkeerstechnische, ontsnipperings-, leefbaarheids- en ecologische doelstellingen en een daarbij passende rijksbijdrage. Dit gesprek is nog niet afgerond. Ik ben mij ervan bewust dat de toegekende rijksbijdrage aan het project Hart van Dieren nadrukkelijk op het verzoek van uw Kamer is geïnitieerd. Over mijn afweging, na afronding van de gesprekken met betrokken partijen, zal ik u dan ook apart berichten. Tot die tijd houd ik de middelen gereserveerd. Een en ander conform mijn toezegging tijdens de behandeling van de begroting van VROM.

Achtergronden:

Onderstaande geschiedenis en overwegingen hebben tot dit standpunt geleid.

Op 26 april 2002 zijn in uw Kamer de amendementen Feenstra-Verbugt (28 303, nr. 3 tot en met 5) aangenomen om € 70 miljoen aan rijksfinanciering voor het project Hart van Dieren vrij te maken door overheveling van budget van VROM, VenW en LNV. Deze amendementen kwamen voort uit de motie Feenstra/Verbugt d.d. 29 juni 2000 (22 589, nr. 164)1.

Op 16 november 2004 heeft mijn voorganger – mede naar aanleiding van de motie Mastwijk (29 200 XII, nr. 61) – een subsidie aan het project toegekend van € 50 miljoen. Daarnaast is mijn voorganger op 6 april 2005 voor een bedrag van €  3,3 miljoen tegemoet gekomen voor gederfde rente inkomsten (indexering). De rijksbijdrage is aan de volgende projectdoelstelling gekoppeld:

«Het project Hart voor Dieren bestaat uit een oplossing voor de hinder ten gevolge van de huidige verkeerssituatie (weg en spoor) in de kern van Dieren middels een deels verdiepte en deels ondergrondse civieltechnische constructie en biedt tegelijkertijd ruimte voor vastgoedontwikkeling (woningen, kantoren, voorzieningen en een nieuw trein- annex busstation) en een ecologische passage in Dieren West».

Eind 2007 maakte de regio bekend dat het project op dat moment kampte met een tekort van € 40 miljoen. Drie onafhankelijke deskundigen werden gevraagd te adviseren over het vervolg van het project. Dit gebeurde onder leiding van Gelders gedeputeerde Verdaas in het zogenoemde «Atelier Verdaas». Dit Atelier kwam tot de conclusie dat het verkeersvraagstuk van Dieren oplosbaar is zonder ondertunneling en zonder verdiepte ligging van het spoor. Het oorspronkelijke plan zou ook niet passen bij de aard en schaal van Dieren. Het Atelier beval een eenvoudigere oplossing aan, waarbij het bestemmings- en doorgaande verkeer al buiten het dorp van elkaar wordt gescheiden. De oorspronkelijke samenwerking in het project werd daarop aangepast en gesplitst in een provinciale aanpak van de provinciale weg en een gemeentelijke aanpak van het dorpshart en de verkeerscirculatie.

Door de keuze van de regio voor het eenvoudigere plan verdwijnt naar de mening van het rijk de grondslag voor de op 16 november 2004 en 6 april 2005 afgegeven beschikkingen. Dit is op 22 mei 2008 door VROM medegedeeld in een brief aan de gemeente Rheden en de provincie Gelderland. In de brief werd ook aangekondigd dat VROM met de regio in overleg zou treden over de consequenties voor de rijksbijdrage.

In juni 2008 volgde een gesprek, waarbij de gemeente Rheden een nieuw plan (zonder verdiepte ligging van het spoor) presenteerde. Voor de financiering van dit plan ging zij echter nog steeds uit van een rijksbijdrage van € 53,3 miljoen. Afgesproken werd dat de gemeente Rheden en de provincie Gelderland een notitie zouden opstellen met een inhoudelijke en financiële vergelijking tussen het oorspronkelijke plan en het nieuwe plan. De gegevens zijn wel aangeleverd, maar daarbij wordt nog steeds uitgegaan van de eerder toegekende rijksbijdrage van € 53,3 miljoen voor een eenvoudiger plan.

In de bij de eerder genoemde brief van de gemeente Rheden d.d. 11 november 2008 gevoegde motie is de suggestie gewekt dat er een verband zou zijn tussen het project «Hart van Dieren» en het station in Arnhem. Ik wil benadrukken dat ik deze twee projecten los van elkaar behandel.

Met betrekking tot het nieuwe sleutelproject Arnhem verwijs ik u naar mijn brief van 6 november 2008 aan uw Kamer (31 700 XI, nr. 10). Hierin heb ik het volgende aangegeven:

«In een bestuurlijk overleg d.d. 4 september 2008 is afgesproken dat nader onderzoek uitgevoerd zal worden naar de verschillende opties voor realisatie en het daarvoor benodigde budget. Het onderzoek is in volle gang. Eind van dit jaar hoop ik samen met mijn collega van VenW en de regionale partners een reëel beeld te hebben van planoplossingen en financiering. Ik zal u daarover berichten.»

De minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J. M. Cramer


XNoot
1

De Kamer verzocht hierin het rijk om samen met de provincie Gelderland en de gemeente Rheden een gecombineerd voorstel voor een verdieping van (provinciale) weg en spoor in de kern Dieren nader uit te werken.

Naar boven