31 700 XI
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (XI) en van de begrotingsstaat van het Waddenfonds voor het jaar 2009

nr. 17
AMENDEMENT VAN HET LID NEPPÉRUS

Ontvangen 19 november 2008

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

De begrotingsstaat wordt als volgt gewijzigd:

I

In artikel 02 Gebiedsontwikkeling en realisatie Nationale Ruimtelijke Hoofdstructuur worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verhoogd met € 4 000 (x € 1 000).

II

In artikel 07 (Inter)nationale milieubeleid worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verlaagd met € 4 000 (x € 1 000).

Toelichting

Maatschappelijke organisaties welke zich richten op milieubeheer dwarsbomen in grote mate ruimtelijke en economische ontwikkeling met het voeren van procedures, bijvoorbeeld op het gebied van rijksinfrastructuur. Hiermee veroorzaken zij onaanvaardbare vertraging in de besluitvorming op het gebied van de ruimtelijke ontwikkeling en worden de mogelijkheden voor bestaande economische activiteiten ernstig beperkt. Dergelijke maatschappelijke organisaties zouden zich, gezien hun natuurlijke maatschappelijke rol, hoofdzakelijk moeten richten op de instrumenten van het maatschappelijk debat en beleidsbeïnvloeding om hun doelen na te streven in plaats van het zelfstandig voeren van procedures. De middelen die ter beschikking staan van deze maatschappelijke organisaties zouden dan ook volledig moeten worden aangewend voor deze natuurlijke rol. Het amendement strekt ertoe om de helft van het budget voor de Subsidieregeling Maatschappelijke Organisaties Milieubeheer (SMOM) in mindering te brengen op artikel 07 Versterken van het (inter)nationale milieubeleid en toe te voegen aan beleidsartikel 02 ten behoeve van Gebiedsontwikkeling en realisatie Nationale Ruimtelijke Hoofdstructuur. De toevoeging van extra middelen aan dit beleidsartikel dienen ten goede te komen aan de bijdrage aan het Waddenfonds voor het onderdeel «Ontwikkelen van een duurzame kennishuishouding ten aanzien van het Waddengebied». Met de extra middelen kan onderzoek bekostigd worden die noodzakelijk is om de ontbrekende kennis aan te vullen rondom de effecten van de mosselzaadvisserij op de ecologie van de Waddenzee. In het vergunningverleningtraject voor de mosselzaadvisserij is afgelopen jaar namelijk gebleken dat gebrekkige kennis op dit vlak bij het bevoegd gezag dat belast is met de vergunningverlening oorzaak is van het vernietigen van de vergunning voor de mosselzaadvisserij in de Waddenzee. Met de inzet van deze middelen wordt een extra waarborg beoogd voor het behoud van een economisch gezonde mosselvisserij in Nederland. Bovendien blijft er voldoende budget over voor projecten in het kader van de SMOM die direct bijdragen aan het maatschappelijk debat en beleidsbeïnvloeding op het terrein van milieubeheer.

Neppérus

Naar boven