nr. 21
BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 november 2008
In het algemeen overleg met de vaste commissie voor Defensie van 7 oktober
2008, heb ik toegezegd de Kamer te zullen informeren over de uitgaven aan
leasecontracten voor strategisch luchttransport van de afgelopen jaren en
tevens over de verwachte behoefte aan luchttransport voor de komende jaren.
Met deze brief doe ik mijn toezegging gestand, mede namens mijn collega Koenders
voor Ontwikkelingssamenwerking.
Aan inhuur van strategisch luchttransport is in 2006 € 47,3
miljoen en in 2007 € 30,0 miljoen uitgegeven. In 2008 is voor de
inhuur van strategisch luchttransport in totaal € 37,1 miljoen geraamd.
Dit betreft vooral strategisch luchttransport ten behoeve van de operatie
ISAF.
Met uitzondering van het jaar 2010 wordt voor de komende jaren geen significante
wijziging van de strategische luchttransportbehoefte verwacht. Een deel daarvan
zal door inzet van de C-17 transportvliegtuigen worden afgedekt. In 2010 zal
er vanwege de terugkeer van personeel en materieel uit Uruzgan een nog nader
te bepalen, grotere behoefte aan strategisch luchttransport zijn. Hiervoor
zal naar behoefte aanvullende inhuur plaatsvinden. Er is om reden van efficiëntie
voor gekozen de eigen capaciteit aan strategisch luchttransport niet te baseren
op de piekbehoefte.
De behoefte aan strategisch luchttransport door ontwikkelingssamenwerking
is voldoende afgedekt door het bestaande trekkingsrecht op de Nederlandse
militaire transportvliegtuigen. Bij grote humanitaire rampen wordt van dit
trekkingsrecht gebruik gemaakt, waarbij militaire transportvliegtuigen kunnen
worden ingezet ten behoeve van de internationale hulpoperaties van bijvoorbeeld
de VN of het Internationale Rode Kruis. Inzet geschiedt op basis van een internationaal
hulpverzoek van het getroffen land, waarbij de Oslo/MCDA richtlijnen van de
VN voor civiel-militaire samenwerking bij humanitaire hulp in acht worden
genomen.
In algemene zin geldt dat de Nederlandse humanitaire hulp vooral wordt
gekanaliseerd via humanitaire organisaties zoals VN, Rode Kruis of NGO’s.
Vanwege de hoge kosten van luchttransport worden hulpgoederen door deze hulporganisaties
zoveel mogelijk lokaal of in de regio aangeschaft en werken deze organisaties
met regionale depots waar vanuit goederen worden getransporteerd. De noodzaak
van inzet van militaire transportcapaciteit ten behoeve van humanitaire hulpoperaties
is om bovenstaande redenen beperkt.
De minister van Defensie,
E. van Middelkoop