nr. 132
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 september 2009
Eind 2007 is door de Ministeries van Defensie, Sociale Zaken en Werkgelegenheid
en Onderwijs, Cultuur en Wetenschap een samenwerkingsovereenkomst getekend
voor het verhogen van de arbeidsparticipatie van jongeren en het terugdringen
van voortijdig schoolverlaten. Deze overeenkomst behelst onder andere een
onderzoek naar de mogelijkheden voor het volgen van een opleiding met 24-uurs
opvang bij Defensie. Bij dit onderzoek is ook het Programma-ministerie voor
Jeugd en Gezin betrokken. Tijdens de begrotingsbehandeling Defensie op 27 november
2008 is de motie Knops/Voordewind (Kamerstuknummer 31 700 X, nr. 44)
aangenomen, waarin het initiatief om te komen tot een dergelijke voorziening
wordt ondersteund. In de motie wordt de regering gevraagd de Kamer in april
2009 te informeren over een uitgewerkt plan. Mede namens de minister voor
Jeugd en Gezin informeer ik u hierbij over de voortgang in dit onderzoek.
Zowel bij Defensie als bij Jeugd en Gezin hebben zich de afgelopen maanden
ontwikkelingen voorgedaan die van invloed zijn op de totstandkoming van een
plan van aanpak voor deze opleiding, waaronder de instructeursproblematiek
bij Defensie, het project «De Uitdaging» waarover Jeugd en Gezin
de regie heeft, en de financiering van de beoogde opleiding met 24-uurs opvang.
In het algemeen overleg Personeel van 25 maart jl. zijn deze onderwerpen
reeds aan de orde gekomen.
De instructeurscapaciteit bij Defensie staat de komende jaren onder druk.
Dat heeft ondermeer te maken met de ambitie om de vulling de komende jaren
te laten toenemen, hetgeen een grote opleidingscapaciteit vergt.
Ook de samenwerking met de Regionale Opleidingscentra bij het verzorgen
van de instroomopleidingen met de bijbehorende BeroepsPraktijkVorming (BPV)
legt extra beslag op instructeurs- en begeleidingscapaciteit. Een nieuwe opleiding
met 24-uurs opvang, met inzet van Defensiepersoneel voor instructie en begeleiding,
zal de instructeurscapaciteit nog verder onder druk zetten. Hoewel de gedachte
van een dergelijke opleiding wordt ondersteund geeft Defensie
thans prioriteit aan de beschikbaarheid en inzet van instructeurs voor de
reguliere Defensieopleidingen en de instroomopleidingen. De totale benodigde
instructeurscapaciteit voor alle bovengenoemde taken wordt momenteel integraal
bezien.
In relatie tot de instructeurscapaciteit zal ook worden bezien of het
mogelijk is om het project «De Uitdaging» over te laten gaan in
de opleiding met 24-uurs opvang. Dat is onder andere afhankelijk van de evaluatie
van de pilot Campussen, waarvan het project «De Uitdaging» deel
uitmaakt. De praktijk wijst uit dat vaak jongeren met een justitiële
achtergrond deelnemen aan het project «De Uitdaging». Zij voldoen
doorgaans niet aan de selectiecriteria van Defensie, zodat het aantal jongeren
dat via dit project aan het werk kan bij Defensie gering is. Dit aspect zal
worden meegenomen in de evaluatie.
Vooruitlopend op bovenstaande ontwikkelingen worden op dit moment in samenwerking
met het Ministerie van OCW, het Ministerie van Defensie, het programma-ministerie
voor Jeugd en Gezin en de gemeente Eindhoven de mogelijkheden voor een pilot
van een opleiding met 24-uurs opvang in de regio Eindhoven onderzocht. Deze
voorziening is bedoeld voor leerlingen die de school dreigen te verlaten of
reeds zijn uitgevallen. Via dit project kunnen zij alsnog een startkwalificatie
behalen en hun leven op orde brengen. Omdat het veelal jongeren betreft met
een meervoudige problematiek wordt zo nodig ook voorzien in hulp voor het
gezin. Bij het succesvol voltooien van de opleiding krijgen zij de garantie
om bij Defensie of een andere werkgever in de veiligheidskolom aan het werk
te kunnen gaan. Op deze manier wordt een bijdrage geleverd aan het terugdringen
van de jeugdwerkloosheid.
Zodra er meer duidelijkheid bestaat over de consequenties van bovengenoemde
ontwikkelingen en de (financiële) mogelijkheden voor de opleiding met
24-uurs opvang zal ik u nader informeren.
De staatssecretaris van Defensie,
J. G. de Vries