31 700 X
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2009

nr. 130
LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 31 augustus 2009

De vaste commissie voor Defensie1, heeft een aantal vragen voorgelegd aan de minister van Defensie over de brief van 20 mei 2009 inzake Jaarverslag Inspecteur Generaal der Krijgsmacht over 2008 (Kamerstuk 31 700 X, nr. 113).

De minister heeft deze vragen beantwoord bij brief van 31 augustus 2009. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.

De voorzitter van de commissie,

Van Miltenburg

De griffier van de commissie,

De Lange

1

Bent u voornemens om de aanbevelingen van de Inspecteur Generaal der Krijgsmacht (IGK) over te nemen en kunt u daarbij aangeven welke aanbevelingen u eventueel niet wenst over te nemen?

De aanbevelingen van de IGK worden bij de ontwikkeling van het defensiebeleid betrokken en waar mogelijk omgezet in concrete maatregelen en initiatieven. In de bijlage bij mijn appreciatie van het jaarverslag voeg ik jaarlijks een overzicht van de stand van zaken van de aanbevelingen.

2

In hoeverre kan de IGK volledig onafhankelijk zijn gang gaan en is een opzet zoals met inspecteurs en toezichthouders bij andere departementen mogelijk binnen Defensie? Moet de rol van de IGK in dat licht opnieuw bekeken worden?

In mijn brief met Kamerstuknummer 31 700 X, nr. 115 van 20 mei 2009 aan de voorzitter van de Tweede Kamer heb ik uiteengezet hoe de onafhankelijkheid van de IGK is gewaarborgd. Hierin heb ik aangegeven dat, voor zover het de onafhankelijkheid betreft, de positionering van de IGK vergelijkbaar is met die van de toezichthouders bij andere departementen (rijksinspecteurs). Er is derhalve geen reden om de rol van de IGK te wijzigen.

3

Wat bedoeld u met de zin «Hij wijst er op...helder inzicht te krijgen...bijtijds hierop kan instellen»? Veronderstelt de IGK hiermee dat de missie in Afghanistan wordt verlengd en zo ja, waarop wordt die informatie gebaseerd?

Zijn er concrete plannen voor verlenging van de missie of een nieuwe missie in Afghanistan?

Wanneer u schrijft dat het defensiepersoneel goed geïnformeerd dient te worden zodat het gemotiveerd blijft, bent u niet van mening dat met bovenstaande zinsdeel er speculatie zal optreden onder het defensiepersoneel dat tot onrust kan leiden? Wat gaat u doen om deze speculatie en eventuele onrust weg te nemen?

4

Hoe gaat u de overweging van de IGK over de «vredesbedrijfsvoering» aan de orde stellen? Wat is uw bezwaar hierin? Kunt u aangeven of de IGK van mening is dat Nederland in de nabije toekomst vooral moet inzetten op vredesmissies in plaats van expeditionaire vechtmissies en zo ja, wat is uw mening daarover?

De IGK onderstreept het belang van tijdige informering van het betrokken defensiepersoneel, indien een nieuw besluit voor een andere bijdrage in Afghanistan zou worden genomen. Er zijn op dit moment geen concrete plannen voor verlenging van de missie of voor een nieuwe missie in Afghanistan. Dit is bekend in de krijgsmacht en de Commandant der Strijdkrachten is bezig met de planning van deredeployment. Ik maak mij dan ook geen zorgen over onrust onder defensiepersoneel.

Ik deel de mening van de IGK dat missies in het algemeen en specifiek de missie in Afghanistan veel vergen van het personeel en materieel. Dit heeft zeker invloed op de vredesbedrijfsvoering. Om de negatieve gevolgen te beperken zijn de afgelopen jaren verschillende maatregelen genomen, waaronder extra materieelaankopen en maatregelen in het kader van werving, behoud, training en opleidingen.

5, 6 en 8

Wat wordt bedoeld met «eenvoudige aanpassingen aan infrastructuur op korte termijn» en over welk soort infrastructuur handelt het?

Bent u bereid om «eenvoudige aanpassingen aan infrastructuur op korte termijn» versneld uit te voeren, zeker met het oog op de economische recessie?

Wanneer kan de Kamer het onderzoeksresultaat verwachten van de «quick wins» om de hinder van infrastructurele problemen bij het defensiepersoneel te verlichten?

De klachten die door de IGK worden gesignaleerd als gevolg van vertraagde infrastructuurprojecten betreffen veelal de directe werk- en leefomgeving van het door hem gesproken personeel. Daarbij kan het gaan over legerings- of ontspanningsruimten, maar ook over kantoren en werkplaatsen. In mijn brief van 20 mei (Kamerstuk 31 700 X, nr. 113) heb ik voor dergelijke vertragingen al enkele redenen genoemd.

Hinder die voortkomt uit vertragingen in projecten, is doorgaans niet met eenvoudige aanpassingen te verlichten, gelet op de omvang van die projecten. Voor zover vertragingen voortkomen uit financiële overwegingen, is het versneld uitvoeren van projecten om de hinder daarvan te verlichten onwaarschijnlijk.

In mijn brief van 20 mei 2009 (Kamerstuk 31 700 X, nr. 113) heb ik meegedeeld te willen onderzoeken in hoeverre er realistische mogelijkheden zijn om «quick win» projecten uit te voeren om de gesignaleerde problematiek enigszins te verlichten. Nadere beschouwing leert dat het daarbij alleen kan gaan om lokale kleinschalige aanpassingen en verbeteringen waarvoor het instrument van de «commandantenvoorziening» (COVO) beschikbaar is. Een apart onderzoek is daarom niet nodig. Defensieonderdelen kunnen met een COVO, buiten bestaande investerings- en onderhoudsprogramma’s om, gerichte projecten laten uitvoeren om de werk- en leefomstandigheden van het personeel te verbeteren. Daarmee kunnen uiteenlopende zaken worden gerealiseerd. Te denken valt bijvoorbeeld aan het realiseren van een fitnessruimte, of aan het verbeteren van kantinefaciliteiten.

7

Mag worden aangenomen dat, los van de vraag welke beperkte bijdrage na 2010 wellicht door Nederland aan ISAF zal worden geleverd, er inmiddels Defensiebreed volstrekte helderheid bestaat over het feit dat het inderdaad slechts om een beperkte bijdrage zal gaan?

Zoals eerder met de Kamer is besproken tijdens het mondelinge vragenuur van 13 januari 2009, is duidelijk dat de mogelijkheden voor een bijdrage na 2010 hoe dan ook beperkt zullen zijn. Zoals hierboven gezegd zijn er nog geen concrete plannen voor een nieuwe missie.

9

Zal bij de Blauwdruk Opleiding en Traning (O&T) ook nadrukkelijk rekening worden gehouden met het advies van de IGK om oudere medewerkers een coachings- en begeleidingsrol toe te kennen ten opzichte van jongere medewerkers?

De Blauwdruk O&T schetst op hoofdlijnen de interne aansturing en inrichting van O&T bij Defensie. Daarbij gaat het om de belegging van verantwoordelijkheden in het opleidingsproces en om een meer doelmatige inrichting van het opleidings- en trainingsveld. In de studie worden aanbevelingen gedaan voor verdere verdieping en uitwerking van gedane voorstellen in de nabije toekomst. Daarbij wordt niet gesproken over de inzet van oudere werknemers in een coachings- of begeleidingsrol.

10

Is het logisch om een tekortschietende (kennelijk algemene) onderzeeboot vaartoelage te compenseren door middel van bindingspremies op individuele basis?

De onderzeeboottoelage is een toelage die ziet op bezwarende werkomstandigheden. Van een toename in de bezwarende werkomstandigheden is echter geen sprake. Er is overigens wel sprake van personeelstekorten in de categorie onderzeedienstpersoneel. Daarom is de categorie aangewezen als een bijzondere categorie van schaarste en kan instrument bindingspremies op individuele basis worden toegepast.

11

Waarom wordt wel voor de Brigade Speciale Beveiligingsopdrachten (BSB) een aparte voorziening getroffen binnen het vergoedingenregime en niet voor andere bijzondere eenheden (special forces, genie, Explosieven Opruimingsdienst)? 12. Wat houdt de getroffen aparte voorziening binnen het vergoedingenregime voor de BSB precies in, en welk voordeel is er voor dat personeel?

Personeel van de BSB wordt steeds vaker buiten Nederland ingezet als persoonsbeveiliger. Deze werkzaamheden vinden voor een deel plaats in gebieden waar een vredes- of humanitaire missie plaatsvindt waarop de Regeling voorzieningen bij vredes- of humanitaire operaties (VVHO) van toepassing is.

Ook buiten deze missies worden persoonsbeveiligers inmiddels ingezet. Omdat de VVHO dan niet van toepassing is, is voor die situaties een regeling opgesteld die tegemoetkomt aan gemaakte onkosten en de ondervonden extra werkdruk tijdens het optreden als persoonsbeveiliger in een buitenland buiten een VVHO-missiegebied.

Deze regeling heeft betrekking op de bijzondere situatie waaronder persoonsbeveiligers werken en is daarom niet van toepassing op andere special forces, genie of Explosieven Opruimings Dienst. Overigens is in de regeling wel opgenomen dat deze ook van toepassing is op militairen van CZSK, CLSK of CLAS die samen met personeel van de BSB werkzaamheden als persoonbeveiliger uitvoeren.

13 en 14

Bent u bereid om de voedingsprijzen bij Paresto terug te brengen naar het niveau van voor de verhoging waarover grote onrust is ontstaan? Zo neen, waarom niet?

Is de reden van de prijsverhoging van destijds bij Paresto nog steeds actueel en zo neen, kunnen de prijzen dan niet naar beneden worden bijgesteld?

De prijsverhoging bij Paresto maakte deel uit van een pakket aan maatregelen dat tot doel had defensiebreed te komen tot kostenbesparingen teneinde de begroting op orde te houden.

Voor Paresto heeft dat geleid tot een verlaging van de werkgeversbijdrage, die voor een klein deel is doorberekend in de verkoopprijzen. Hierbij is het gezonde en basisassortiment ontzien en is de nadruk gelegd op het verhogen van de prijzen van de luxe en minder gezonde producten.

Tijdens oefeningen en inzet wordt de defensievoeding gratis verstrekt. Militaire «binnenslapers» met een eigen huishouding ontvangen een vergoeding voor de kosten van voeding. Deze vergoeding wordt bij prijswijzigingen aangepast.

Het prijspeil dat thans bij Paresto wordt gehanteerd ligt op een overeenkomstig niveau als het prijspeil dat bij andere grote werkgevers in de bedrijfscatering wordt gehanteerd. Bovendien zijn sinds de prijsaanpassingen van april 2008 geen nieuwe prijsaanpassingen doorgevoerd. Ik zie geen aanleiding de prijzen aan te passen.

15

Draait Paresto momenteel met verlies of heeft ze hoge kosten waardoor de voedingsprijzen op het huidige niveau blijven?

Paresto verzorgt de catering op defensielocaties en maakt daarbij gratis gebruik van de beschikbare infrastructuur en andere voorzieningen. Daarnaast ontvangt Paresto een subsidie om de personele kosten deels te vergoeden. De prijzen die door Paresto worden berekend, zijn derhalve geenszins kostendekkend. Een groot deel van de maaltijden wordt nog altijd door Defensie betaald.

16 en 17

Is het mogelijk dat de Kamer nader geïnformeerd wordt over het Bureau Individuele Uitzendingen (BIU) en de geactualiseerde Aanwijzing Individuele Uitzending voor het eerstvolgende AO personeel (september 2009)? Zo neen, waarom niet?

Kan de Kamer meer informatie krijgen over het BIU en de geactualiseerde Aanwijzing Individuele Uitzending met betrekking tot aanbevelingen, werkwijze, uitvoering, realiseerbaarheid, eventuele evaluaties/reflecties, (mogelijkheden tot) individuele begeleiding en nazorg? Zo neen, waarom niet?

De procesgang en verantwoordelijkheden met betrekking tot individuele uitzendingen zijn vastgelegd in de CDS-aanwijzing «Individuele Uitzending». Begin 2009 zijn, op basis van deze aanwijzing en in overleg met de defensieonderdelen, nadere afspraken gemaakt ten aanzien van de taken, organisatie en werkwijze van het Bureau Individuele Uitzendingen (BIU). Naar aanleiding van deze afspraken wordt het BIU op dit moment gereorganiseerd.

18

Houdt het BIU zich ook bezig met individuele begeleiding, nazorg, (wetenschappelijk) onderzoek wat een missie geestelijk met uitgezonden jongeren doet?

Het Bureau Individuele Uitzendingen (BIU) informeert de instanties die een rol spelen in het nazorgtraject omtrent de terugkeer in Nederland van een uitgezonden militair. Het bureau is niet inhoudelijk betrokken bij de nazorg.

19

Kunt u aangeven hoe het mogelijk is dat er problemen zijn met communicatie terwijl de opleiding communicatie een van de belangrijkste peilers is (informatie is motivatie)?

Defensie is zich er van bewust dat communicatie over materieel bijdraagt aan het vergroten van kennis en begrip en dat motivatie daardoor kan worden vergroot. Communicatie is evenwel geen wondermiddel. Verschil in perceptie tussen wens en werkelijkheid zal er nooit volledig mee worden weggenomen.

20

Wat is de huidige stand van zaken met betrekking tot het inlopen van de achterstand aan reservedelen en munitie? Leidt dit er inmiddels reeds toe dat personeel dat nog in opleiding is in voldoende mate kan oefenen met echte munitie? Zo nee, wanneer zal de achterstand dan wel zijn ingelopen en welke kosten zullen hiermee nog zijn gemoeid?

Inmiddels zijn voor vrijwel alle uitrustingsstukken overeenkomsten gesloten voor de levering van reservedelen.

Het servicepercentage reservedelen stijgt dan ook maandelijks. De problemen waren ontstaan door een te geringe initiële aankoop van onderdelen en door forse of onverwachte toename van de vraag.

Aan de hand van een bestedingsprogramma worden de munitievoorraden op peil gebracht. Hierdoor zijn de kosten en verplichtingen in 2009 en 2010 hoger dan in voorgaande jaren. In 2008 was dit in totaal 48 miljoen euro en in 2007 50 miljoen euro. In de eerste helft van dit jaar ligt dit bedrag op 113,5 miljoen euro. Door de soms lange levertijden van munitie worden de effecten van de gestegen verplichtingen op de beschikbaarheid van de diverse munitiesoorten echter pas in 2010 volledig zichtbaar.

Voor enkele landgebonden munitiesoorten is tijdelijk sprake van verminderde aantallen, waardoor niet alle geplande opleidingen kunnen worden ondersteund. Deze situatie zal de komende maanden aanzienlijk verbeteren gezien de verwachte leveringen.

21

Zal de Kamer worden geïnformeerd over nadere besluitvorming over maatregelen om onbedoelde neveneffecten van de prijsstijging bij Paresto tegen te gaan?

Indien er sprake is van onbedoelde neveneffecten en maatregelen noodzakelijk zijn, zal de Kamer daarover worden geïnformeerd.


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Van Bommel (SP), Van der Staaij (SGP), Poppe (SP), Ferrier (CDA), Van Velzen (SP), Haverkamp (CDA), Blom (PvdA), ondervoorzitter, Eijsink (PvdA), Van Miltenburg (VVD), voorzitter, Van Dam (PvdA), Kraneveldt-van der Veen (PvdA), Griffith (VVD), Aasted Madsen-van Stiphout (CDA), Irrgang (SP), Knops (CDA), Willemse-van der Ploeg (CDA), Jacobi (PvdA), Boekestijn (VVD), Brinkman (PVV), Voordewind (CU), Pechtold (D66), Ten Broeke (VVD), Thieme (PvdD), Bilder (CDA) en Peters (GL).

Plv. leden: Lempens (SP), Van der Vlies (SGP), Polderman (SP), Ormel (CDA), De Wit (SP), Çörüz (CDA), Roefs (PvdA), Wolbert (PvdA), Van Beek (VVD), Smeets (PvdA), Arib (PvdA), Blok (VVD), Omtzigt (CDA), Roemer (SP), Jonker (CDA), De Nerée tot Babberich (CDA), Samsom (PvdA), Van der Burg (VVD), Wilders (PVV), Wiegman-van Meppelen Scheppink (CU), Van der Ham (D66), Teeven (VVD), Ouwehand (PvdD), Uitslag (CDA) en Vendrik (GL).

Naar boven