nr. 118
MOTIE VAN HET LID BOEKESTIJN
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende, dat goed reservistenbeleid van groot belang is voor de krijgsmacht;
overwegende, dat in het wetgevingsoverleg van 14 juni 2007 het amendement
Knops c.s. (30 674, nr. 13) is ingediend, met als doel de reservistenorganisaties
de ruimte te geven tot het verrichten van ondersteunende werkzaamheden die
bijdragen tot een adequate taakvervulling van de krijgsmacht en gericht zijn
op versterking van het maatschappelijk draagvlak voor de Nederlandse krijgsmacht;
overwegende, dat de federatie van reservistenorganisaties een belangrijke
rol kan spelen ter ondersteuning van Defensie bij het aantrekken en betrokken
houden van reservepersoneel en met haar reservisten tevens een belangrijke
ambassadeursfunctie kan vervullen in de samenleving;
overwegende, dat op basis van de daarop door de staatssecretaris gedane
beloften en toezeggingen het amendement Knops c.s. is ingetrokken, maar dat
de gedane toezeggingen om in de geest van het debat tot een convenant te komen
met de Nederlandse Reservisten Federatie Krijgsmacht nog steeds niet zijn
nagekomen,
constaterende, dat het oude convenant stamt uit 1999;
constaterende, dat er tot op heden ondanks gedane toezeggingen nog steeds
geen nieuw convenant is afgesloten;
verzoekt de regering de reservistenorganisaties op deze gebieden te ondersteunen
en deze ondersteunende taken in het op te stellen convenant vast te leggen
en hierover de Kamer voor 1 oktober 2009 te berichten,
en gaat over tot de orde van de dag.
Boekestijn