nr. 116
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 mei 2009
Hierbij reageer ik op het verzoek van de vaste commissie voor Defensie
betreffende de informatievoorziening aan de Kamer over de personeelsaspecten
van Defensie (verzoek met kenmerk 09-DEF-B-036).
Onderdeel van uw verzoek betreft de constatering dat de informatievoorziening
op personeelsgebied onvoldoende gestroomlijnd is. Een belangrijke oorzaak
daarvan is mijns inziens het feit dat verschillende vragen om informatie op
verschillende momenten in het jaar aan de orde zijn, wat leidt tot versnippering
van de informatie. Dat heeft twee belangrijke nadelen: de samenhang ontbreekt
en – doordat informatie, zeker het cijfermatige deel, verschillende
peildata kent – de vergelijkbaarheid is niet optimaal. Ik stel daarom
voor de periodieke informatievoorziening aan de Kamer zoveel mogelijk aan
vaste momenten te koppelen.
In uw verzoek geeft u voorts te kennen dat u minimaal twee keer per jaar
over de voortgang op het personele beleidsterrein wilt worden geïnformeerd.
Momenteel stuur ik u twee keer per jaar een rapportage over het Flexibel Personeelsysteem
(FPS), sinds kort gecombineerd met Werving & Behoud (W&B). Ik wil
deze rapportages FPS en W&B vervangen door een vaste personeelsrapportage
die aansluit bij de begrotingscyclus en waarvan de rapportages FPS en W&B
deel uitmaken. In die ritmiek kan in mei en september worden gerapporteerd,
waarbij in september de halfjaarcijfers worden gerapporteerd en in mei de
eindejaarcijfers.
Samengevat is mijn voorstel derhalve:
1. De Kamer ontvangt jaarlijks op de derde woensdag van mei en de derde
dinsdag van september een integrale personeelsrapportage met daarin respectievelijk
de personele eindejaar- en de personele halfjaarcijfers van Defensie.
2. Beide rapportages omvatten tevens, voor zolang daartoe aanleiding bestaat,
de huidige rapportages over FPS en W&B.
3. De rapportages zullen inhoudelijk zoveel mogelijk aansluiten bij de
beleidsdoelen in de begrotingsdocumenten en zullen naast kwantitatieve informatie
ook kwalitatieve informatie kunnen bevatten.
In bijlage treft u een aanzet voor nadere uitwerking.
De staatssecretaris van Defensie,
J. G. de Vries
BIJLAGE
Periodiciteit rapportage
1. Jaarrapportage op derde woensdag mei jaar x (rapportage op stand 31 december
jaar x-1 en over jaargegevens jaar x-1).
2. Tussentijdse rapportage op derde dinsdag september jaar x (rapportage
op stand 30 juni jaar x en over jaargegevens 1 juli jaar x-1 tot
en met 30 juni jaar x).
Inhoud rapportage
3. Kerngegevens defensiemedewerkers, stand 31 december jaar x-1 of 30 juni
jaar x
a. in aantallen en VTE (deeltijdfactor)
b. onderverdeeld in militair en burgerpersoneel
c. onderverdeeld naar rang en schaal
d. onderverdeeld in vrouw en man
e. gepresenteerd in leeftijdsgroepen.
4. Begrotingsgegevens O=P=F, jaargegevens
a. in jaarrapportage realisatie jaar x-1 afgezet tegen planning jaar x-1
(in VTE), incl. vullingsgraad
b. in tussentijdse rapportage presentatie van planning jaar x+1
c. met extra aandacht voor omvang bijzondere groepen (reïntegranten,
herplaatsers)
d. gespecificeerd de aantallen opleidingsplaatsen c.q. militairen in opleiding.
5. Rapportage FPS (zoals bij u bekend, met aandacht voor de kanttekeningen
die bij de behandeling van de laatste rapportage zijn gemaakt).
6. Rapportage W&B, met bijzondere aandacht voor de vijf benoemde speerpunten
en voortgangsrapportage op de nadere punten voor zover relevant.
Aanvullend
7. Ter vergelijking worden in de rapportages waar mogelijk ook steeds
drie jaren daarvoor weergeven, eventueel grafisch.