31 700 VIII
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2009

nr. 98
MOTIE VAN HET LID KRANEVELDT-VAN DER VEEN C.S.

Voorgesteld 11 december 2008

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende, dat er jaarlijks een budget van meer dan 2 mld. beschikbaar is om zorgleerlingen een passend onderwijs- en zorgaanbod te geven;

tevens constaterende, dat de overheid geen helder zicht heeft op de daadwerkelijke besteding van deze middelen door scholen, waardoor het vermoeden bestaat dat veel geld onbedoeld blijft hangen in onnodige bureaucratie en overhead en niet terechtkomt bij het kind in de vorm van adequate hulp en begeleiding;

van mening, dat het voor het verdere vervolg van het traject Passend Onderwijs en eventuele beslissingen over een vorm van budgetfinanciering absoluut noodzakelijk is dat duidelijk wordt hoe de zorggelden worden besteed;

verzoekt de regering een diepgaand accountantsonderzoek in te stellen in het po, het vo en het mbo naar de daadwerkelijke besteding van de zorggelden bij een representatief aantal scholen in het reguliere onderwijs en in alle clusters van het speciaal onderwijs;

en verzoekt de regering tevens in dat accountantsonderzoek alle budgetten voor lwoo, pro, WSNS, sbo, het regionaal zorgbudget vo, «Op de rails», «Rebound», «Herstart», de rugzakken en de meerkosten van het (v)so mee te nemen, en de Kamer daar in het voorjaar van 2009 verslag van te doen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Kraneveldt-van der Veen

Ferrier

Slob

Dezentjé Hamming-Bluemink

Dibi

Van der Vlies

Naar boven