nr. 206
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 23 juni 2009
Tijdens het Algemeen Overleg op 8 april 2009 (Kamerstuk 31 700
VIII, nr. 178) over het advies van de Onderwijsraad inzake Vreemde talen
in het onderwijs en de beleidsreactie hierop heb ik u toegezegd na te gaan
of er knelpunten bestaan op het terrein van korte bijscholingscursussen in
vreemde talen voor leraren. Uit contacten met het landelijk expertisecentrum
moderne vreemde talen en met Levende Talen, de vakinhoudelijke vereniging
van leraren voor moderne vreemde talen, komt het volgende beeld naar voren.
Aanbieders van na- en bijscholing moderne vreemde talen zijn onder meer
het CPS, APS en de lerarenopleidingen. Het kan gaan om cursussen, maar het
kan ook specifiek maatwerk zijn. Daarnaast worden verschillende conferenties
en studiedagen georganiseerd, ook door Levende Talen. Leraren die vakdidactische
scholing op het gebied van talendidactiek willen volgen, kunnen ook een beurs
aanvragen via het Europees Platform voor een van de Comenius-cursussen, waarbij
een leraar een nascholingsactiviteit van één tot zes weken in
een ander Europees land kan volgen.
Op de Comenius-cursussen na worden deze nascholingsmogelijkheden vooral
bezocht door de vakdocenten vreemde talen in het voortgezet onderwijs. De
vraag van leraren in het PO naar vakspecifieke nascholing ontbreekt vrijwel
geheel. Een mogelijke verklaring voor deze vrijwel afwezige vraag naar vakspecifieke
cursussen voor Engels blijkt uit de PPON (periodieke peiling van het onderwijsniveau)
voor het vak Engels op de basisschool in 2006. Op de vraag naar specifieke
problemen bij het geven van Engelse les geeft ongeveer de helft van de leraren
op de basisschool aan geen specifieke problemen te ondervinden. De meeste
problemen ondervinden leraren met het grote niveauverschil tussen de leerlingen
in hun groep en de beperkte tijd die in het onderwijs beschikbaar is voor
het geven van Engelse les. Wel is er meer vraag naar na- en bijscholing bij
scholen voor primair onderwijs die vroeg vreemdetalenonderwijs (willen gaan)
geven. Hiervoor kunnen bij het Europees Platform nascholingssubsidies
worden aangevraagd (via Comenius en BIOS-talen). Voor nascholing voor vroeg
vreemdetalenonderwijs kan men zich onder andere wenden tot sommige pabo’s
en aanverwante instellingen.
Leraren hebben in hun normjaartaak ruimte voor scholing. Scholen ontvangen
in de bekostiging middelen voor scholing van hun personeel. Ook is de lerarenbeurs
een mogelijkheid voor docenten om zich te scholen.
Komend najaar zal onderzoek worden gestart naar het aanbod van (korte)
opleidingen in het kader van de lerarenbeurs. Bovendien brengt binnenkort
de Onderwijsraad een advies uit over het stelsel van onderwijsondersteuning
in en om het onderwijsveld. Dit geeft mogelijk meer inzicht in de mate waarin
vraag naar en aanbod van scholing op elkaar aansluit. Vooralsnog is mijn conclusie
dat er geen grote onevenwichtigheid lijkt te zijn tussen de behoefte aan en
het aanbod van scholing in moderne vreemde talen.
De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
J. M. van Bijsterveldt-Vliegenthart