nr. 203
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 25 juni 2009
In artikel XIII van de Wet vraagfinanciering schoolbegeleiding en bekostiging
onderwijs aan zieke leerlingen is neergelegd dat u verslag zal worden gedaan
over de doeltreffendheid en de effecten van het flankerend beleid, alsmede
over de besteding van de bijdragen van scholen en gemeenten aan schoolbegeleiding.
Bijgevoegd treft u hierbij aan de rapportage van EDventure ten aanzien van
het flankerend beleid en het onderzoek Van aanbod naar
vraagfinanciering uitgevoerd door ITS, Radboud Universiteit Nijmegen
voor wat betreft de besteding aan schoolbegeleiding.1
Onderwijsveld positief
De eerste evaluatie van het flankerend beleid bij de invoering van vraagfinanciering
bij schoolbegeleiding laat een relatief positief beeld zien. Het ITS concludeert
dat het onderwijsveld positief is over de invoering van vraagfinanciering.
Het leidt tot een grotere autonomie en flexibiliteit voor scholen en tot een
hoogwaardiger aanbod van schoolbegeleiding.
Financiële gevolgen voor SBD’s
Voor de schoolbegeleidingsdiensten (SBD’s) heeft de invoering van
vraagfinanciering wel financiële gevolgen.
Uit het onderzoek van ITS blijkt dat scholen voor met name de inkoop van
dienstverlening op het gebied van onderwijsinhoud en -ontwikkeling vaker kiezen
voor andere aanbieders dan SBD’s. De belangrijkste redenen voor scholen
om geen gebruik meer te maken van de diensten van een SBD zijn de hoge prijs
in vergelijking met andere aanbieders en een aanbod dat niet aansluit bij
de vraag van de school. Verder blijft de ontwikkeling van de bestedingen van
de scholen aan schoolbegeleiding achter bij de ontwikkeling van de rijksbijdrage.
Ten aanzien van de ontwikkeling van de gemeentelijke eigen bijdrage kan
worden geconcludeerd dat deze in totaliteit langzaam maar zeker terugloopt.
Verder schuiven gemeenten de gemeentelijke eigen bijdrage aan schoolbegeleiding
vaker door naar de schoolbesturen. Ook zetten gemeenten deze bijdrage vaker
in ten behoeve van de lokale educatieve agenda’s.
De totale uitgaven van schoolbesturen aan schoolbegeleiding daalt enigszins
sinds de start van vraagfinanciering. Volgens een voorzichtige conclusie van
het ITS zou de rijksbijdrage voor schoolbegeleiding door schoolbesturen niet
volledig worden besteed aan schoolbegeleiding.
Subsidie conform doel besteed
De schoolbegeleidingsdiensten hebben de rijkssubsidie flankerend beleid
gebruikt voor activiteiten ter voorbereiding op de overgang naar vraagfinanciering.
Ook hebben zij hiervoor eigen middelen ingezet. Dit blijkt uit de verantwoording
van EDventure over de besteding van deze middelen. De meeste kosten zijn gemaakt
voor frictiekosten en sociaal beleid. Daarnaast zijn uitgaven gedaan voor
kwaliteitszorg, certificering en competentieontwikkeling van medewerkers.
Conclusie
Het is positief dat de invoering van vraagfinanciering goed is ontvangen
in het onderwijsveld. Punt van mogelijke zorg is de geconstateerde, lichte,
daling van de totale uitgaven aan schoolbegeleiding. Doordat de invoering
van vraagfinanciering op dit moment nog maar één jaar volledig
is ingevoerd, zijn de effecten nu nog niet goed vast te stellen. Daarom zal
het onderzoek naar de gevolgen van de invoering van vraagfinanciering in het
primair onderwijs over enige jaren worden herhaald.
De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
S. A. M. Dijksma