nr. 149
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 maart 2009
In mijn brief van 12 november 2008 (Kamerstuk 31 700 VIII, nr. 39)
heb ik u geïnformeerd over de situatie rond bekostigde Iederwijs-scholen.
Hierbij heb ik aangegeven dat de inspectie vanwege de risico’s met betrekking
tot de wettelijke eisen extra alert is op scholen die een Iederwijs- of een
ander vergaand vernieuwend onderwijsconcept hanteren. In dat kader heeft de
inspectie een aantal onderzoeken ingesteld. In deze brief informeer ik u conform
mijn toezegging over de uitkomsten van die onderzoeken en de vervolgstappen.
Resultaten onderzoeken
Er zijn 9 bekostigde basisscholen geselecteerd waarbij sprake zou kunnen
zijn van extra risico’s ten aanzien van de naleving van wettelijke eisen
die samenhangen met het door de scholen gehanteerde onderwijsconcept. De inspectie
heeft inmiddels geconstateerd dat bij 6 scholen de risico’s voor wat
betreft de wettelijke eisen beperkt zijn. Voor 3 scholen geldt echter dat
op een aantal onderdelen niet aan de wettelijke eisen wordt voldaan.1
Hierbij gaat het in de eerste plaats om het feit dat een onderwijsconcept
wordt gehanteerd waarbij leerlingen volledige vrijheid hebben om hun eigen
activiteiten te bepalen. Dit is mijns inziens in strijd met de bepalingen
in de Wet op het Primair Onderwijs (WPO) ten aanzien van het onderwijs dat
een school behoort aan te bieden en de verplichte deelname aan het onderwijs.
Daarnaast is bij twee scholen gebleken dat, in strijd met de wettelijke bepalingen,
geen onderscheid is aangebracht tussen leerlingen die onderwijs volgen op
de van overheidswege bekostigde PO school en een gelieerde particuliere school
voor VO. Tot slot is bij één school geconstateerd dat gewerkt
wordt met een vierdaagse schoolweek hetgeen ook in strijd is met de WPO.
Handhaving
De inspectie heeft als onderdeel van haar reguliere handhavingstraject
inmiddels de volgende stappen ondernomen richting betrokken schoolbesturen.
Voor wat betreft de tekortkomingen met betrekking tot de vermenging tussen
PO en VO en de 4-daagse schoolweek heeft de inspectie betrokken scholen gesommeerd
te tekortkomingen op te heffen. Betrokken schoolbesturen hebben hier inmiddels
gehoor aan gegeven.
Waar het gaat om de tekortkomingen die samenhangen met het gehanteerde
onderwijsconcept heeft de inspectie de besturen van de drie genoemde scholen
gesommeerd schriftelijk te verklaren dat zij bereid zijn het onderwijsconcept
dusdanig te organiseren dat de inrichting en organisatie daarvan past binnen
de bepalingen van de WPO. Alle drie de besturen hebben zich hier inmiddels
bereid toe verklaard. Ze krijgen uiterlijk tot het einde van het schooljaar
om alsnog aan de wettelijke voorwaarden te voldoen.
Verdere aanpak
De door de inspectie geconstateerde tekortkomingen ten aanzien van het
gehanteerde onderwijsconcept hebben betrekking op bepalingen in de WPO die
als voorwaarde zijn verbonden aan de bekostiging van het onderwijs. Dit betekent
dat de betrokken besturen bekostigingsmaatregelen riskeren indien zij in gebreke
blijven om die tekortkomingen, conform de afspraken met de inspectie, binnen
de gestelde termijnen alsnog weg te nemen. Ik zal de voortgang in het ingezette
handhavingstraject van de inspectie nauwlettend volgen en u informeren over
eventuele bekostigingsmaatregelen waartoe ik mij genoodzaakt zal zien.
Ik hoop u hiermee voor het moment voldoende te hebben geïnformeerd.
De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
S. A. M. Dijksma