nr. 91
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 juni 2009
Met deze brief wil ik u informeren over het komende overleg met de Europese
Commissie over het tijdstip van de bekendmaking van de uitslag van de Europese
verkiezing. Ik heb hiervoor op 4 juni 2009 een uitnodiging ontvangen
van de Commissie. Dit naar aanleiding van de brief die ik begin maart 2009
heb ik verzonden aan de Europese Commissie en waarover ik u had geïnformeerd
(Kamerstukken 31 700 VII, nr. 73).
In mijn brief van 4 maart 2009 heb ik de Commissie gevraagd of de
uitkomsten van de studie die de Commissie laat uitvoeren naar de conformiteit
van de Nederlandse wetgeving met de Europese regelgeving gevolgen konden hebben
voor de verkiezing van de Nederlandse leden van het Europees Parlement. Ik
heb daarbij expliciet aandacht gevraagd voor het tijdstip van het bekendmaken
van de uitslag.
Ondanks dat enige malen informeel hierover contact is geweest tussen medewerkers
van de Europese Commissie en medewerkers van de Nederlandse vertegenwoordiging
in Brussel, heb ik niet eerder een reactie op mijn brief ontvangen. Het verbaasde
mij dan ook dat ik op vrijdag 29 mei 2009 (5 dagen voor de dag van de
verkiezing van de leden van het Europees Parlement) een brief ontving van
het directoraat generaal Justitie, vrijheid en veiligheid (zie bijlage 1)1. In deze brief vestigt de Commissie mijn aandacht op
de bepaling in artikel 10, tweede lid van de Akte inzake de verkiezing van
de leden van het Europees parlement2 en deelt
mee dat het de verkiezingsautoriteiten in Nederland niet vrij staat uitslagen,
zelf geen aanvankelijk of gedeeltelijke uitslagen bekend te maken voordat
de stemlokalen in alle lidstaten zijn gesloten.
Op 4 juni 2009, de dag van de verkiezing zelf, ontving ik alsnog
een antwoord op mijn brief van 4 maart 2009 (bijlage 2)1.
In deze brief wijst de Commissie nogmaals op artikel 10, tweede lid van de
Akte en benadrukt dat het de bevoegde nationale autoriteiten op grond hiervan
verboden is officiële uitslagen bekend te maken voor sluiting van de
stembussen in de laatste lidstaat. Daarnaast meldt de Commissie
dat de studie die zij heeft laten uitvoeren naar de conformiteit van de regelgeving
van de lidstaten dient om de Commissie elementen aan te reiken haar taak als
toezichthouder op de omzetting van het gemeenschapsrecht in de nationale wetgevingen
te kunnen uitoefenen. De resultaten van deze studie nopen niet tot aanpassing
van de manier waarop de Europese verkiezing van 2009 is ingericht. De brief
eindigt met een uitnodiging aan Nederland om op korte termijn na de verkiezing
in overleg te treden.
Beide brieven van de Commissie zijn aanleiding geweest voor contacten
op ambtelijk niveau. In deze contacten is van Nederlandse zijde benadrukt
dat in Nederland de officiële uitslag pas op donderdag 11 juni 2009
zou worden vastgesteld door de Kiesraad en dat de eerste openbare bekendmaking
van resultaten plaatsvindt op het niveau van de 19 kieskringen op maandagochtend
8 juni om 10 uur ’s ochtends. Het ministerie van Binnenlandse Zaken
heeft deze lijn in haar woordvoering consequent gehanteerd en deze informatie
is door veel media gemeld.
Ik zal u uiteraard van de voortgang van de besprekingen met de Commissie
op de hoogte houden.
De staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
A. Th. B. Bijleveld-Schouten