nr. 72
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 maart 2009
In het Algemeen Overleg van 4 februari (Kamerstuk 31 700 VII,
nr. 68) heb ik met de vaste commissie voor BZK van uw Kamer onder meer
gesproken over de uitvoering van de kabinetsvoornemens inzake de kabinetsreactie
op het rapport van de Commissie Doorlichting Interbestuurlijke Toezichtarrangementen
(commissie Oosting). Ik heb u toegezegd u een spoorboekje te zenden over de
planning van de wetsvoorstellen in het kader van die uitvoering. Het wetgevingstraject
voor de implementatie van de kabinetsreactie bestaat uit drie onderdelen.
Onderdeel
Indiening Tweede Kamer
| Onderdeel | Indiening Tweede Kamer |
---|
1. | Revitaliseren en herijken
van het generieke instrumentarium en de toepassing ervan. Bij de voorstellen
tot aanpassing van de Gemeentewet en de Provinciewet zullen de bijbehorende
beleidskaders worden gevoegd over de toepassing van het instrumentarium. | Najaar 2009 |
2. | Saneren van het specifieke
toezichtinstrumentarium in de in het advies van de commissie Oosting genoemde
wetten overeenkomstig de kabinetsreactie op dit advies. De aanpassing kan
op één van de volgende wijzen tot u komen: a. via een verzamelwet
(BZK) b. eigen traject van de vakminister | Najaar 2009 |
3. | Saneren van het specifieke
toezichtinstrumentarium in de sectorwetten die niet in het advies van de commissie
Oosting zijn doorgelicht. Twee opties: a. via een verzamelwet (BZK) b. eigen
traject van de vakminister | Uiterlijk voorjaar 2010 |
Ad 1: Zoals in de kabinetsreactie is toegezegd, zal nog dit jaar een wetsvoorstel
bij de Tweede Kamer worden ingediend met de aanpassingen van de Gemeentewet
en de Provinciewet. Over de noodzakelijke aanpassingen van het instrumentarium
vindt op dit moment intensief overleg plaats binnen het Rijk en met gemeenten
en provincies, als ook met de VNG en het IPO.
Ad 2: Gelijktijdig met voorgenoemde aanpassingen van het generieke instrumentarium
worden de voorstellen ingediend tot wijziging van de specifieke wetten waarover
door de commissie Oosting is geadviseerd. Deze wijzigingen van het specifieke
instrumentarium zullen voor een deel meegenomen worden in lopende of meeromvattende
wijzigingen van wetten van de vakministers. Een andere optie is dat, bijvoorbeeld
wegens de tijdigheid, de wijzigingsvoorstellen voor aanpassing van het toezichtinstrumentarium
onderdeel uitmaken van een verzamelwet op initiatief van de minister van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties. Deze route via de verzamelwet kan dan helpen
om te voorkomen dat er vertragingen optreden.
Naar verwachting zullen voor de Drank- en horecawet en de Huisvestingswet
tijdig separate wetsvoorstellen worden ingediend waarbij het schrappen van
specifieke toezichtinstrumenten onderdeel uitmaakt van een meer omvattend
herzieningstraject. Wel zal in de nieuwe Huisvestingswet een voorziening worden
opgenomen die vervalt met de inwerkingtreding van de aanpassing van de Gemeentewet
in verband met de revitalisering van het generiek instrumentarium. De Wet
werk en bijstand zal via een separaat wetsvoorstel overeenkomstig het kabinetsreactie
aan de voorstellen van de commissie Oosting worden aangepast.
De wijzigingen in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, de Wet ruimtelijke
ordening en de Interimwet stad-en-milieubenadering en het schrappen van de
overgangsvoorziening in de nieuwe Huisvestingswet worden gebundeld in genoemde
verzamelwet.
Met betrekking tot de Waterwet en de Natuurbeschermingswet vindt nog overleg
plaats met de betreffende departementen. Mijn inzet is om aanpassingen aan
deze wetten gelijktijdig met wijzigingen in de overige door de commissie Oosting
doorgelichte wetten aan de Kamer aan te bieden.
Uit oogpunt van doelmatigheid èn vanwege de inhoudelijke samenhang
zullen de verzamelwet en de aanpassingen van de Gemeentewet en de Provinciewet
gezamenlijk in één voorstel van wet aan uw Kamer worden aangeboden.
Ad 3: Momenteel worden ook de wetten die de commissie Oosting niet heeft
onderzocht, doorgelicht. Een verzamelwet waarin de uit die doorlichting voortvloeiende
wijzigingen zijn opgenomen, wordt ingediend in het voorjaar van 2010. Ook
hier geldt dat bij sommige wetten de wijzigingen deel kunnen uitmaken van
een apart wetgevingtraject, mits dat traject niet leidt tot vertraging.
Het is de bedoeling om uiterlijk per 1 januari 2011 de voorstellen
in werking te laten treden.
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
G. ter Horst