nr. 48
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 10 december 2008
Bijgevoegd bied ik u aan het Werkplan 2009 van de Inspectie Openbare Orde
en Veiligheid (Inspectie OOV).1 Waar het gaat
om het toezicht op de politie en het politieonderwijs, is dat mede namens
de minister van Justitie.
Het kabinet staat voor een veiliger samenleving. Eén van de prioriteiten
daarbij is het verder verbeteren van de organisatie van politie, brandweer,
Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen (GHOR), rampenbestrijding
en crisisbeheersing (veiligheidsregio’s). Om te komen tot een gezamenlijke
aanpak van maatschappelijke problemen op het veiligheidsterrein en het realiseren
van deze prioriteiten heb ik afspraken gemaakt met de VNG en de besturen van
de veiligheidsregio’s en – samen met de minister van Justitie –
met de korpsbeheerders.
De Inspectie OOV houdt toezicht op de taakuitvoering door de verantwoordelijke
besturen en organisaties op het terrein van de openbare orde en veiligheid.
De activiteiten in het Werkplan 2009 van de Inspectie OOV zijn afgeleid van
de beleidsdoelstellingen van het kabinet en richten zich op de volgende aandachtsgebieden:
– rampenbestrijding en crisisbeheersing;
– politie, brandweer en GHOR.
Een belangrijk uitgangspunt van de Inspectie OOV is selectief en slagvaardig
toezicht, intensief waar nodig en op afstand waar mogelijk. Het toezicht van
de Inspectie OOV dient er toe betrokkenen een spiegel voor te houden en hen
te stimuleren tot een adequate uitvoering van de veiligheidstaak.
Rampenbestrijding en crisisbeheersing
Mijn ambitie is om al eind 2009 te komen tot een adequate en kwalitatief
op orde zijnde voorbereiding op de rampenbestrijding. In zowel het Bestuursakkoord
Rijk-VNG als de meerjarige convenanten met deveiligheidsregio’s
is vastgelegd dat de rampenbestrijding en crisisbeheersing eind 2010 voldoet
aan de op basis van de voorgenomen Wet veiligheidsregio’s geformuleerde
eisen. De Inspectie OOV toetst in 2009 in hoeverre de organisatie van de rampenbestrijding
en crisisbeheersing op orde is. Eind 2009 zal de Inspectie over haar bevindingen
rapporteren. Daaropvolgend rapporteert de Inspectie eind 2010 over het op
orde zijn van de veiligheidsregio’s.
De toetsing van de voorbereiding op de rampenbestrijding wordt in 2009
aangevuld met enkele thematische onderzoeken op de onderwerpen bovenregionale
samenwerking, multidisciplinair opleiden en oefenen, presterend vermogen van
de Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen (GHOR) en grootschalig
optreden politie. Tevens voert de Inspectie OOV een risicoanalyse uit naar
de mogelijkheid burgers beter te betrekken in het rampenbestrijdings- en crisisbeheersingsproces
van de veiligheidsregio’s en haar partners.
De focus van de Inspectie OOV bij toezicht op crisisbeheersing ligt in
2009 onder meer op grieppandemie, civiel-militaire samenwerking en hoogwater
en overstromingen.
Politie, brandweer en GHOR
De Inspectie OOV wil met haar toezicht bijdragen aan het verhogen van
het presterend vermogen van de operationele partners in de veiligheidsketen.
Daarbij richt zij zich op de kwaliteit en de effectiviteit van het presteren
van deze organisaties. In 2009 doet de Inspectie OOV daarom onderzoek naar:
veiligheidsbewustzijn brandweer, geweld tegen politieambtenaren en de afhandeling
en vernietiging van inbeslaggenomen verdovende middelen.
Met de landelijke prioriteiten politie 2008–2011 is aangegeven welke
prioriteiten de Nederlandse politie de komende jaren een extra impuls zal
geven. Daarmee wordt geborgd dat de politie gericht bijdraagt aan onder meer
de doelstelling «jeugdcriminaliteit en risicojeugd» (vermindering
van recidive). Het kabinet vraagt meer daadkracht en een grotere slagvaardigheid
om de vermindering van (jeugd)criminaliteit en recidive aan het eind van deze
kabinetsperiode (2011) te realiseren. In lijn met deze prioriteit voert de
Inspectie OOV in 2009 onderzoek uit naar de jeugdtaak van de Nederlandse politie
en – in het kader van Integraal Toezicht Jeugdzaken1 – naar jeugdcriminaliteit, gericht op recidive onder jongeren.
Met de uitkomsten van haar onderzoeken wil de Inspectie OOV gericht bijdragen
aan de realisatie van de geformuleerde prioriteiten.
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
G. ter Horst