31 700 VII
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2009

nr. 43
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 november 2008

Op 7 oktober jl. heb ik u laten weten dat ik de Politie Amsterdam-Amstelland het verzoek van de heer Brinkman (PVV) zou voorleggen om openbaarmaking van een rapport van de infodesk van dit korps over Milli Görüş (Kamerstuk 31 700 VII, nr. 5).

De korpsbeheerder van het korps Amsterdam-Amstelland heeft mij laten weten dat het rapport niet openbaar gemaakt kan worden. Belangrijkste reden hiervoor is dat de presentatie operationele informatie bevat, die bovendien was opgesteld voor onderling overleg. Openbaarmaking van de gevraagde informatie kan ertoe leiden dat inzicht wordt gegeven in de gevolgde technieken en onderzoekmethoden bij de uitgevoerde analyse. Daarmee kan ik helaas niet voldoen aan het verzoek van de heer Brinkman (PVV).

Overigens heb ik u, in mijn eerdere brief over dit rapport (31 700 VII, nr. 3), gemeld dat de AIVD niet beschikt over concrete aanwijzingen dat Milli Görüş betrokken is bij ernstige radicalisering, extremisme of terrorisme. De conclusie die de AIVD in zijn jaarverslag over 2007 trekt, gaat dan ook nog steeds op.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

G. ter Horst

Naar boven