31 700 VII
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2009

nr. 3
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 17 september 2008

Op 9 september jl. heeft uw Kamer tijdens de regeling van werkzaamheden een brief gevraagd over de Turkse moskeekoepel Milli Görüs. Dit naar aanleiding van de berichtgeving in De Telegraaf (7 september jl.) over een geheim rapport dat zou zijn opgesteld door een Regionale Inlichtingendienst en dat ook in handen zou zijn van de AIVD. Dit rapport zou banden tussen de Turkse moskeekoepel Milli Görüs en «extremisten en financiers van terrorisme» blootleggen.

Ik kan u, mede namens de minister van Justitie, het volgende meedelen over de berichtgeving in De Telegraaf.

Noch de RID-en noch de AIVD hebben een rapport opgesteld met een dergelijke strekking. De Telegraaf verwijst waarschijnlijk naar een analyse uit 2007 van de Infodesk van de politie Amsterdam-Amstelland.

In september 2007 heeft de bovengenoemde Infodesk een analyse over Milli Görüs gepresenteerd aan de AIVD en de RID Amsterdam-Amstelland. De analyse is grotendeels gebaseerd op open bronnen. Hierbij is gebruik gemaakt van een methode waarin bestuurders van Milli Görüs via meerdere tussenstappen worden gelieerd aan organisaties die anti-democratische doeleinden nastreven. Op basis van deze analysemethode worden conclusies getrokken over vermeende relaties tussen individuen en organisaties. De AIVD beschikt echter niet over concrete aanwijzingen dat Milli Görüs betrokken is bij ernstige radicalisering, extremisme of terrorisme. Milli Görüs behoort tot de conservatieve, orthodoxe richting binnen de islam waarbij doelen op open, democratische en geweldloze wijze nagestreefd worden. De conclusie die de AIVD in zijn jaarverslag over 2007 trekt gaat dan ook nog steeds op. Uiteraard is de AIVD alert op ontwikkelingen die tot een ander inzicht zouden kunnen leiden.

Deze conclusie ten aanzien van Milli Görüs is in lijn met reeds eerder gedeelde informatie met de Tweede Kamer.

Ik heb van de korpsleiding van Amsterdam-Amstelland begrepen dat de regionale driehoek het initiatief heeft genomen tot een onderzoek om vast te stellen hoe het document van de Infodesk bij De Telegraaf en bij de heer Brinkman (PVV) terecht heeft kunnen komen.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

G. ter Horst

Naar boven