31 700 VI
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie (VI) voor het jaar 2009

nr. 91
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 december 2008

Op 8 en 28 oktober 2008 overlegde ik met de Vaste Kamercommissie van Justitie over het requireerbeleid en het opleggen van taakstraffen bij ernstige zeden- of geweldsdelicten. Bij deze overleggen heb ik u toegezegd dat ik de aangescherpte Aanwijzing taakstraffen van het College van Procureurs-generaal aan u zou voorleggen voordat deze in werking zou treden. Bij deze brief doe ik mijn toezegging gestand. De Aanwijzing zal op 1 januari 2009 in werking treden.

Hieronder licht ik de aangescherpte Aanwijzing en de wijzingen ten aanzien van de eerdere Aanwijzing toe.

Inhoud van de Aanwijzing taakstraffen en wijzigingen

De Aanwijzing bevat regels voor het Openbaar Ministerie voor het aanbieden van een taakstraf als transactie en het requireren van een taakstraf ter zitting bij delicten die door volwassenen gepleegd zijn. Er zijn twee wijzigingen aangebracht in de Aanwijzing taakstraffen.

De eerste wijziging houdt in dat een kale taakstraf (dus zonder de combinatie met een voorwaardelijke of onvoorwaardelijke vrijheidsstraf) wordt uitgesloten voor ernstige gewelds- en zedendelicten. Onder een ernstig zedenof geweldsdelict worden delicten verstaan waarop een vrijheidsstraf van 6 jaar of meer is gesteld én die een ernstige aantasting van de lichamelijke integriteit tot gevolg hebben.

Ook drie andere delicten, waarop een lagere vrijheidsstraf staat, worden uitgesloten van een kale taakstraf: ambtsdwang en wederspannigheid met letsel tot gevolg (art 181 Sr), kinderpornografie (art 240b Sr), verleiding van minderjarigen tot ontucht (artikel 248a Sr) en prostitutie van minderjarigen (art 248b Sr). Deze delicten zijn toegevoegd om de ernst ervan te onderstrepen en het belang te benadrukken van de bescherming die deze artikelen beogen te geven aan minderjarigen en personen werkzaam in de publieke dienst.

Het bovenstaande betekent niet dat er geen taakstraf meer kan worden gevorderd voor een ernstig zeden- of geweldsdelict. Het betekent dat er geen kale taakstraffen zullen worden gevorderd: de eis van een taakstraf dient altijd te worden gecombineerd met een onvoorwaardelijke of voorwaardelijke vrijheidsstraf.

Voorts zal het Openbaar Ministerie bij een ernstig zeden- of geweldsdelict of een van de drie hiervoor genoemde delicten altijd een uitgebreid reclasseringsrapport aanvragen, waaraan een RISc1 -rapportage ten grondslag ligt.

Het Openbaar Ministerie zal in die gevallen altijd uitdrukkelijk een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf overwegen. Eventueel kan het daarnaast een taakstraf vorderen, waarbij de onvoorwaardelijke vrijheidsstraf een belangrijk deel van de vordering dient uit te maken.

Indien de rapportage en het eventueel daarbij gevoegde indicatie-advies voor forensische zorg (ambulant of klinisch) daartoe aanleiding geven en het Openbaar Ministerie op grond van die adviezen een voorwaardelijke vrijheidsstraf met speciaal daarop toegesneden bijzondere voorwaarde(n) overweegt, dient het zijn vordering extra te motiveren. Ter verzwaring van zijn eis kan het overwegen om daarnaast een taakstraf te vorderen. Ook zal het Openbaar Ministerie, uiteraard afhankelijk van de bijzondere voorwaarde(n), toezicht van de reclassering vorderen.

De tweede wijziging betreft de mogelijkheden voor het opleggen van een taakstraf in geval van recidive binnen vijf jaar. Deze wijziging houdt in dat een tweede taakstraf alleen nog maar kan worden opgelegd indien zowel het oude feit als het nieuwe feit geen ernstig zeden- of geweldsmisdrijf is. Een tweede taakstraf kan dan worden opgelegd in combinatie met een (al dan niet voorwaardelijke) gevangenisstraf of vrijheidsbenemende maatregel.

Tot slot houdt de Aanwijzing in dat het karakter van een taakstraf zoveel mogelijk dient aan te sluiten bij het karakter van het gepleegde delict. Het Openbaar Ministerie heeft de drie reclasseringsorganisaties verzocht om hier zoveel mogelijk mee rekening te houden bij de keuze voor de taakstraf.

Wetsvoorstel

In de overleggen van 8 en 28 oktober kondigde ik een wetsvoorstel aan dat de mogelijkheden beperkt voor het opleggen van een taakstraf bij ernstige zeden- of geweldsmisdrijven. Een conceptwetsvoorstel is inmiddels opgesteld en op 2 december jl. aangeboden aan de gebruikelijke adviesinstanties. Ik verwacht dat het wetsvoorstel in de loop van 2009 bij uw Kamer kan worden ingediend.

De staatssecretaris van Justitie,

N. Albayrak


XNoot
1

RISC staat voor recidive InSchattingsschalen: een diagnostich insstrument dat duidelijk maakt in welke mate er sprake is van risico op recidive.

Naar boven