nr. 74
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 5 november 2008
Naar aanleiding van het verzoek van uw Vaste Commissie voor Justitie om
de toegezegde evaluatie van de Leidraad van de Raden voor Rechtsbijstand (2008Z04214/2008D09623)
aan uw Kamer te doen toekomen, bericht ik u als volgt.
Tijdens het verslag algemeen overleg over de Leidraad van de Raden voor
Rechtsbijstand (Handelingen der Kamer II, vergaderjaar 2007–2008, nr. 81,
blz. 5695–5697) heb ik toegezegd om uw Kamer in juni a.s. bij brief
te informeren over de werking van de Leidraad van de Raden. Bij brief van
27 juni jl. heb ik vervolgens aan uw Kamer een tussenevaluatie van de
werking van de Leidraad bewerkelijke zaken rechtsbijstand doen toekomen (Kamerstukken
II 2007/08, 31 200 VI, nr. 13).
In voornoemde brief heb ik uw Kamer bericht dat de landelijke werkgroep
bewerkelijke zaken het in juni jl. verstandig achtte nog even te wachten met
het trekken van eindconclusies over de werking van de Leidraad in de uitvoeringspraktijk
van gesubsidieerde rechtsbijstand. Niet alleen strekte het cijfermateriaal
over het verloop van de bewerkelijke zaken zich nog niet uit over een voldoende
representatieve periode, ook bleek de tekst van de Leidraad op een aantal
punten nog door de Raden aangepast te moeten worden voor een betere werking.
Derhalve heb ik ervoor gekozen uw Kamer bij brief van 27 juni jl. te
berichten over de bevindingen van de landelijke werkgroep in de vorm van een
tussenbalans, in afwachting van de eindconclusie van de landelijke werkgroep.
Inmiddels is de Leidraad aangepast op die onderdelen waarvan de leden
van de werkgroep dat wenselijk achtten. Naar verwachting zal medio november
a.s. de aangepaste Leidraad definitief worden vastgesteld door de Raden voor
Rechtsbijstand. Verder zal de landelijke werkgroep zich in november a.s. uitspreken
over de kwantitatieve bevindingen terzake het verloop van de bewerkelijke
zaken zodat over een voldoende representatieve periode conclusies kunnen worden
getrokken.
Ik verwacht u uiterlijk in december a.s. mijn definitief standpunt over
de werking van de Leidraad te doen toekomen, gebaseerd op de eindconclusie
van de landelijke werkgroep en vergezeld van een overzicht met de belangrijkste
kwantitatieve en kwalitatieve bevindingen van de landelijke werkgroep.
Ik vertrouw er op u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
De staatssecretaris van Justitie,
N. Albayrak