31 700 VI
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie (VI) voor het jaar 2009

nr. 72
BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 november 2008

Op 6 november 2007 heeft de Tweede Kamer de motie van de leden Arib en Teeven aangenomen over het informeren van de burgemeester over de vestiging van voormalige zedendelinquenten binnen zijn gemeente1. Al eerder was de op 8 maart 2007 ingediende motie van het lid Joldersma c.s. aangenomen over het informeren van de burgemeester over tbs-gestelden en tbs-voorzieningen in de gemeente2. Met deze brief informeer ik u over de stand van zaken bij de uitvoering van deze moties.

Uitgangspunt is ook voor mij dat de komst van plegers van ernstige gewelds- en zedendelicten in een gemeente tijdig bekend moet zijn bij het openbaar bestuur en bij de slachtoffers die te kennen hebben gegeven dat zij over de terugkeer van de dader in de samenleving geïnformeerd willen worden.

De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) heeft desgevraagd op 6 oktober 2008 in een brief aan het College van procureurs-generaal de behoefte uitgesproken aan informatieverstrekking met als doel het voorkomen van openbare orde- en veiligheidsproblemen. Als de concrete uitwerking heeft de VNG aan het college de suggestie gedaan informatie te verstrekken over gedetineerden die veroordeeld zijn voor ernstige delicten. De verstrekte informatie zou betrekking moeten hebben op verlofbewegingen, invrijheidstelling en reden van detentie. Ook vraagt de VNG om maatwerk mogelijk te maken, zodat het lokale driehoeksoverleg aanvullende informatie kan verkrijgen als daar in specifieke gevallen behoefte aan is. Voor de wijze van verstrekking van informatie doet de VNG de suggestie aan te sluiten bij het project «Zicht Op Enschedese Tbs-gestelden» (ZOET). Dat project is op 1 januari 2008 gestart in het kader van de uitvoering van de motie-Joldersma c.s. Het Forensisch Psychiatrisch Centrum Oldenkotte, het Openbaar Ministerie, de drie reclasseringsorganisaties en de politie wisselen in het kader van dit project informatie uit over tbs-gestelden met transmuraal verlof, proefverlof, over degenen van wie de tbs voorwaardelijk is beëindigd en personen die een tbs met voorwaarden hebben. De burgemeester maakt deel uit van de regiegroep van dit project. Het evaluatie-onderzoek van dit project is in februari 2009 gereed.

Nog dit jaar start ik een medio 2009 af te ronden project gericht op de praktische uitwerking van het informeren van de burgemeester over het vrijkomen van gedetineerden die veroordeeld zijn voor ernstige delicten. Uitgangspunt voor die uitwerking is de brief van de VNG van 6 oktober 2008. De resultaten van het project ZOET zullen daarbij worden betrokken. In het project wordt aansluiting gezocht bij de informatie die nu al naar gemeenten gaat in het kader van de nazorg aan alle ex-gedetineerden. In overleg met de VNG zal ik bezien welke oplossingen mogelijk zijn voor eventuele uitvoeringsvraagstukken waarmee gemeenten geconfronteerd worden wanneer zij – in het belang van de openbare orde – bestuurlijke maatregelen willen nemen.

De minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin


XNoot
1

Kamerstukken II, 2007/08, 31 200 VI, nr. 28.

XNoot
2

Kamerstukken II, 2006/07, 29 452, nr. 60.

Naar boven