31 700 VI
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie (VI) voor het jaar 2009

nr. 153
BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 juli 2009

Met deze brief voldoe ik aan de toezegging, zoals gedaan in mijn antwoord op kamervragen van de leden De Roon en Brinkman (2008–2009, nr. 1584). dat uw Kamer op de hoogte gesteld zou worden van de uitkomsten van het onderzoek door de Rijksrecherche naar de schrijfproeven in de Deventer moordzaak.

Het onderzoek is ingesteld naar aanleiding van aanhoudende geruchten over malversaties bij de schrijfproeven die in 2006 zijn afgenomen in het kader van het oriënterend vooronderzoek naar de Deventer moordzaak. Concreet is onderzoek gedaan naar negen punten die aangevoerd werden in een aangifte van valsheid in geschrifte door verontruste burgers.

Voor het onderzoek heeft de Rijksrecherche, naast documentenonderzoek, onder andere alle betrokken politiemensen en alle deelnemers aan de schrijfproeven gehoord. In dit onderzoek zijn geen aanwijzingen gevonden voor frauduleus handelen rond de schrijfproeven.

Het Openbaar Ministerie te Zwolle-Lelystad zal door middel van een persbijeenkomst een korte samenvatting van het Rijksrechercheonderzoek naar buiten brengen. Dit persbericht zal op www.om.nl worden geplaatst.

Ik vertrouw erop uw Kamer met het vorenstaande naar behoren te hebben geïnformeerd.

De minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

Naar boven