31 700 VI
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie (VI) voor het jaar 2009

nr. 138
BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 juni 2009

Hierbij bied ik u, conform de Wet op de rechterlijke organisatie, het Jaarverslag Rechtspraak 20081 aan. Bijgevoegd is eveneens het door de Rechtspraak opgestelde rapport «kengetallen gerechten 2008».1

Algemeen

In het jaarverslag 2008 wordt door de Raad voor de rechtspraak op een overzichtelijke wijze inzicht geboden in de in 2008 behaalde resultaten. Tevens wordt met de bijlage «kengetallen gerechten 2008» evenals het voorgaande jaar inzicht gegeven in de prestaties van de afzonderlijke gerechten. De prestaties stemmen tot tevredenheid. Het jaarverslag heeft het karakter van een kwantitatieve beschrijving van ontwikkelingen. Het zou naar mijn mening aan kracht winnen wanneer een grondiger analyse van verschillen plaatsvindt. Ik zal de Raad vragen hier zo mogelijk meer aandacht aan te geven in het volgende jaarverslag.

Instroom en productie

De totale instroom bij de gerechten nam ten opzichte van 2007 met 6% toe tot ruim 1,8 miljoen zaken. Dit werd met name veroorzaakt door de sterke stijging van het aantal zaken in de kantonsector. De overige sectoren lieten een gematigder instroomontwikkeling zien. Het gemiddelde zaaksgewicht van zowel instroom als productie was iets lager dan waarmee rekening was gehouden met de productieafspraken. De gewogen productie was iets lager dan gepland, waardoor uiteindelijk € 11,9 mln. ten gunste van de egalisatierekening is gebracht.

Kwaliteit

Het jaarverslag 2008 is het eerste jaarverslag in de huidige driejarige prijsperiode van 2008–2010. In de prijsafspraken was een kwaliteitsimpuls inbegrepen. De rechtspraak heeft deze impuls meer concreet vertaald in een zestal aandachtsgebieden te weten; meer ruimte voor meervoudige afdoening, vaker meelezen van vonnissen in de enkelvoudige kamers, betere motivering van strafvonnissen, het versterken van het rechter-commissariaat, introductie van permanente educatie en het verkorten van doorlooptijden. Op de meeste van deze gebieden heeft de Rechtspraak concrete normen geformuleerd voor 2010. In het jaarverslag 2007 zijn de eerste realisatiecijfers gepresenteerd tegenover de gestelde normen. Deze meting kan als startpunt gezien worden. In het jaarverslag 2008 is op de meeste aspecten de ontwikkeling te zien ten opzichte van deze startpositie. Op vrijwel alle gebieden is een duidelijke verbetering te zien ten opzichte van 2007. Met nog twee jaar te gaan in deze prijsperiode biedt dit goede perspectieven om in 2010 ook daadwerkelijk aan de gestelde normen te kunnen voldoen. Daarbij moet wel opgemerkt worden dat ook de gestelde normen nog tussentijds, op basis van de ervaringen, tegen het licht zullen worden gehouden. Opvallend is overigens wel dat de informatie op het aspect «meelezen van EK vonnissen» in het jaarverslag 2008 minder uitgebreid is dan in 2007 waardoor de ontwikkeling op dat gebied nog niet goed te volgen is.

Beheersmatige aspecten

Op beheersmatig vlak heeft de Rechtspraak de afgelopen jaren veel bereikt. Dit heeft er mede toe geleid dat er ook dit jaar weer een goedkeurende accountantsverklaring kon worden afgegeven. Zeker op het gebied van de reguliere processen heb ik dan ook weinig reden tot zorg. Waar ik bij de Raad voor de rechtspraak wel extra aandacht voor zal vragen is de verantwoording over de grotere beheersmatige ontwikkelingen en projecten. Meer specifiek gaat het daarbij om de grote ICT projecten. Zowel financieel als beheersmatig worden hier substantiële risico’s gelopen. Zowel in de risicoparagraaf als de daadwerkelijke verantwoording vind ik deze ontwikkelingen in het huidige jaarverslag onderbelicht.

Andere tijden

Ik kan u dit jaarverslag niet aanbieden zonder ook kort in te gaan op de recente economische ontwikkelingen en de mogelijke consequenties hiervan voor de rechtspraak. Uit het Jaarverslag over 2008 blijkt dat het zaaksvolume met bijna 6% is toegenomen ten opzichte van het jaar 2007. Het is aannemelijk dat in ieder geval op een aantal gebieden de instroom van zaken de komende tijd verder zal toenemen. Dat zal in ieder geval gelden voor het aantal faillissementszaken, arbeidszaken en handelszaken. De exacte omvang en duur van deze stijging zijn echter moeilijk te voorspellen. De reguliere prognosemodellen bieden bij een dergelijke (economische) trendbreuk onvoldoende houvast. Het is dan ook van belang de ontwikkelingen nauwlettend te volgen en de risico’s te onderkennen. Het kabinet zal binnen de beschikbare financiële ruimte vervolgens een afweging moeten maken.

De minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven