nr. 126
BRIEF VAN DE MINISTERS VAN JUSTITIE EN VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 mei 2009
Op 30 april jl. is Nederland tijdens de viering van Koninginnedag
geconfronteerd met een ernstig incident in de directe nabijheid van de koninklijke
familie, waarbij naast de dader zeven dodelijke slachtoffers te betreuren
zijn. Dit incident is voor ons reden om opdracht te geven tot een feitenonderzoek
naar het functioneren van het stelsel bewaken en beveiligen ten behoeve van
de beveiliging van de koninklijke familie, in de aanloop naar 30 april
en tijdens de Koninginnedagviering zelf. Met deze brief informeren wij u over
de opzet van dit onderzoek.
Daarnaast verricht de Inspectie Openbare Orde en Veiligheid (IOOV) –
op verzoek van de burgemeester en het college van burgemeester en wethouders
van Apeldoorn – een feitenonderzoek naar de invulling van het aspect
openbare orde en veiligheid, zowel in de voorbereiding als tijdens de uitvoering
van Koninginnedag 2009. Ten slotte is er het strafrechtelijk onderzoek door
het Openbaar Ministerie naar het incident, dat wordt uitgevoerd door de Nationale
Recherche. Wij zullen zorgdragen voor de afstemming met de verantwoordelijken
voor de genoemde onderzoeken.
Onderzoek naar het functioneren van het stelsel bewaken
en beveiligen
Wij hebben de NCTb verzocht een onderzoek uit te voeren naar het functioneren
van het stelsel bewaken en beveiligen ten behoeve van de beveiliging van de
koninklijke familie, in de aanloop naar 30 april en tijdens de Koninginnedagviering
zelf. Vanzelfsprekend zal ook de lokale driehoek van Apeldoorn (burgemeester,
hoofdofficier van Justitie en korpschef) hierbij om haar medewerking worden
gevraagd. Op basis van de resultaten van dit feitenonderzoek en de resultaten
van het onderzoek in opdracht van de gemeente Apeldoorn zal door ons worden
bezien of en in hoeverre (extern) vervolgonderzoek noodzakelijk is.
Doel en reikwijdte van het onderzoek
Het onderzoek zal zich uitsluitend richten op het functioneren van het
stelsel bewaken en beveiligen ten behoeve van de beveiliging van de koninklijke
familie op 30 april 2009. Daartoe zullen de verantwoordelijkheden en
de in dit verband ondernomen acties in beschouwing worden genomen. Het feitenonderzoek
zal betrekking hebben op de periode die loopt vanaf de eerste voorbereidingen
tot en met de gebeurtenissen op de dag zelf.
Het onderzoek zal leiden tot aanbevelingen met lessen voor de toekomst
voor het stelsel bewaken en beveiligen, onverminderd de daartoe strekkende
aanbevelingen uit de andere onderzoeken.
Samenstelling onderzoeksteam en onderzoeksaanpak
Het onderzoeksteam staat onder leiding van de NCTb en bestaat uit vertegenwoordigers
en contactpersonen van de voormelde betrokken partijen. De gemeente Apeldoorn
en de politie zullen tevens een contactpersoon benoemen om het onderzoek zo
goed mogelijk te laten verlopen. Zo nodig zal aanvullende specialistische
deskundigheid worden aangetrokken. Het onderzoeksteam kan aanvullende vragen
stellen en bronnen raadplegen.
Er zal een aantal onderzoeksvragen worden geformuleerd. Deze hebben in
ieder geval betrekking op de volgende thema’s.
Ten aanzien van de daad zullen de planning en uitvoering ervan worden
bezien, de contacten van de dader met de politie en anderen eerder die dag,
alsmede eventuele vooraankondigingen van zijn daad.1
Wat betreft de dreiging wordt het dreigingsbeeld in het algemeen rond het
Koninklijk Huis en de koninklijke familie in beschouwing genomen. Ook het
dreigingsbeeld dat voor Koninginnedag 2009 is opgesteld wordt bij het onderzoek
betrokken. Ten aanzien van de beveiligingsmaatregelen worden besluitvorming,
draaiboeken en de uitvoering daarvan in beschouwing genomen. Ten slotte worden
de verantwoordelijkheden op landelijk en lokaal niveau in kaart gebracht en
worden in dat verband ook de gezagsrelaties beschreven. Bovenstaande in het
kader van het stelsel bewaken en beveiligen.
Termijn
Wij vinden het belangrijk dat met dit onderzoek snelheid wordt betracht
teneinde uw Kamer nog voor het zomerreces nader te informeren.
De minister van Justitie,
E. M. H. Hirsch Ballin
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
G. ter Horst