31 700 VI
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie (VI) voor het jaar 2009

nr. 119
BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 april 2009

Hierbij bied ik u het rapport «Transnationale samenwerking tussen toezichthouders in Europa» aan1. In opdracht van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum van het Ministerie van Justitie is door onderzoekers van de disciplinegroep staats- en bestuursrecht van de Universiteit Utrecht nagegaan hoe grensoverschrijdend bestuurlijk toezicht is geregeld in Nederland, Duitsland, Engeland en Wales, Frankrijk en Spanje.

Er waren twee aanleidingen voor de onderzoeksopdracht:

• Eind 2006 heeft de Commissie Evaluatie Awb III (Commissie-Ilsink) aanbevolen om de Algemene wet bestuursrecht aan te vullen met bepalingen over transnationaal bestuurlijk toezicht;

• Tegelijk werd duidelijk dat het voor een correcte implementatie van de Dienstenrichtlijn nodig zou zijn om het wettelijk mogelijk te maken dat Nederlandse toezichthouders hun bevoegdheden onder omstandigheden ook kunnen uitoefenen ter controle op de naleving van het recht van andere lidstaten.

Voor het laatste is inmiddels een voorziening getroffen in het wetsvoorstel Dienstenwet. Hoewel er een veelheid van onderling verschillende sectorale regelingen is, blijkt uit het onderzoek dat er geen dringende noodzaak is tot aanpassing van de Nederlandse wetgeving over grensoverschrijdend bestuurlijk toezicht.

De minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven