Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2008-2009 | 31700-V nr. 99 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2008-2009 | 31700-V nr. 99 |
Vastgesteld 20 mei 2009
De vaste commissie voor Buitenlandse Zaken1 heeft op 23 april 2009 overleg gevoerd met minister Verhagen van Buitenlandse Zaken en minister Koenders voor Ontwikkelingssamenwerking over:
– de brief van de regering inzake de situatie in Sri Lanka d.d. 25 maart 2009 (31 700 V, nr. 87).
Van dit overleg brengt de commissie bijgaand geredigeerd woordelijk verslag uit.
Voorzitter: Ormel Griffier: Van Toor
Vragen en opmerkingen uit de commissie
De voorzitter: Hierbij open ik het algemeen overleg met de minister van Buitenlandse Zaken en de minister voor Ontwikkelingssamenwerking over de situatie in Sri Lanka. Ik heet beide bewindspersonen van harte welkom evenals de aanwezigen op de publieke tribune. Ik meld de commissieleden dat de woordvoerder namens de CDA, de heer Haverkamp, verhinderd is en dat ik namens het CDA het woord zal voeren.
De heer Poppe (SP): Voorzitter. Tienduizenden burgers in Sri Lanka zitten als ratten in de val. Er is sprake van 125 000 mensen, het precieze getal is onduidelijk, die worden gegijzeld door strijders, de Tamil Tijgers, in het laatste stukje gebied dat nog door hen bezet wordt gehouden dan wel in hun bezit is. Het is onduidelijk om hoeveel mensen het precies gaat, want hulpverleners en journalisten worden in het gebied niet toegelaten. Wat is volgens de regering de actuele stand van zaken? De brief die we bespreken is namelijk al vier weken oud en de situatie verandert met de dag.
Deze, tot nu toe stille, burgeroorlog is een humanitaire catastrofe waarvoor pas veel te laat aandacht is gevraagd door de internationale gemeenschap. Het is burgeroorlog en het typische van burgeroorlogen is dat er haast altijd sprake is van oog om oog, tand om tand. Dit is ook in Europese burgeroorlogen gezien. De gewone, niet tot de strijdende partijen behorende bevolking is het slachtoffer. Het staat buiten kijf dat de Tamil Tijgers zich schuldig maken aan oorlogsmisdaden door bijvoorbeeld het gijzelen van de burgerbevolking. Ook de Sri Lankaanse regering lijkt zich schuldig te maken aan oorlogsmisdaden. Dit is ook de mening van de VN-commissaris. Op internet, YouTube, zijn de laatste dagen beelden te zien van slachtoffers van het regeringsleger in de zogenaamde «safe zone». Ook de BBC heeft hierover bericht op 20 en 21 april. De vraag is of de regering met mijn fractie van mening is dat de vermeende oorlogsmisdaden van beide partijen dienen te worden onderzocht. Vindt de regering, net als de SP, dat de daders van deze misdaden hun gerechtvaardigde straf moeten krijgen, met name in de periode na de burgeroorlog? Hoe zet de regering zich daarvoor in?
De regering moet met kracht aandringen op het onmiddellijk toelaten van verleners van humanitaire hulp in het gebied. Doet de regering dat en zo ja, hoe en met welke middelen? De regering moet met kracht veroordelen dat onafhankelijke journalisten geen toegang krijgen in het gebied. Gebeurt dat en zo ja, met welke middelen en hoe? De regering moet bovenal aandringen op een onmiddellijk staakt-het-vuren. Klopt het dat de regering tot nu toe de acties van de Sri Lankaanse regering niet heeft veroordeeld? Als dat zo is, waarom dan niet?
Tot slot, zelfs al heeft het regeringsleger de Tamil Tijgers in naam verslagen, dan betekent dat helaas nog geen vrede voor Sri Lanka, zoals ook blijkt uit de brief van de regering. De kans is groot dat de burgeroorlog zich zal voortzetten met in de toekomst opnieuw veel slachtoffers, doordat de Tamil Tijgers ondergronds gaan. De noodzaak van een politieke oplossing waarin alle minderheidsgroepen zich kunnen vinden, blijft dus overeind. Er is geen militaire oplossing, er is alleen een politieke oplossing. De vraag is hoe de Nederlandse regering, natuurlijk in internationaal verband, zich inzet om vrede te krijgen tussen de Tamil bevolking en de Singalese bevolking.
De heer Blom (PvdA): Voorzitter. Op een gebied van ongeveer 20 km2 in het noorden van Sri Lanka hangt ruim honderdduizend mensen het noodlot boven het hoofd. Zij worden bedreigd door honger, ziekte en geweld. Als de leden het zich willen voorstellen, moeten zij denken aan Purmerend, hoe gek het ook klinkt. Het gaat om dezelfde hoeveelheid mensen en dezelfde oppervlakte. Zij zitten daar echter wel zonder eten, zonder sanitaire voorzieningen, zonder medicijnen en zonder hulp, midden in de oorlog tussen het regeringsleger en de Tamil Tijgers. De mensen kunnen en mogen niet weg. Meer dan honderdduizend mensen dreigen om te komen door ziekte of geweld. Het is afschuwelijk. Volgens het Rode Kruis is het zelfs catastrofaal.
Het is in- en intriest dat de internationale gemeenschap er niet in slaagt om aan deze ramp een einde te maken. Beide partijen lijken ongevoelig voor druk van buiten. Het regeringsleger zet zware wapens in, in een gebied waar veel onschuldige burgers niet kunnen vluchten voor het geweld. Onschuldige mensen fungeren als schild voor de Tamil Tijgers. Er moet zo snel mogelijk een staakt-het-vuren komen. Hulporganisaties moeten zo snel als kan het gebied in. Burgers moeten de vrijheid krijgen om te vluchten en de Sri Lankaanse regering en de Tamil Tijgers moeten om tafel gaan zitten om het conflict op vreedzame manier te beëindigen, want anders dreigt er een catastrofe.
Wat mijn fractie betreft, moet duidelijk zijn dat de schuldigen hun verantwoordelijkheid niet mogen ontlopen. Gebruik van disproportioneel geweld in dit gebied is een misdaad. Er is dan ook steun vanuit de PvdA-fractie voor de opstelling van onze regering. Er moet worden gezocht naar wegen om de diplomatieke druk op Sri Lanka op te voeren. Toch lijkt alleen diplomatieke druk op de strijdende partijen niet genoeg. Mijn fractie vraagt zich af welke middelen de regering ziet om de situatie in Sri Lanka te keren. Is er een mogelijkheid om economische middelen in te zetten om met name de Sri Lankaanse regering onder druk te zetten? Sri Lanka exporteert vooral naar de VS en het Verenigd Koninkrijk, maar ook naar Duitsland en Italië. Dit zijn bondgenoten, bevriende relaties die gezamenlijk in staat zijn om Sri Lanka af te laten zien van geweld. Spreekt de regering deze landen aan op deze verantwoordelijkheid? De EU en de VS moeten het handelsinstrument inzetten om een catastrofe te voorkomen.
Laten we hopen dat de getroffen burgers een groter lijden zal worden bespaard. Laten we hopen dat een catastrofe van enorme omvang wordt voorkomen. De tienduizenden onschuldige mannen, vrouwen en kinderen mogen niet langer de dupe zijn van het geweld, de bedreiging en de halsstarrigheid van de strijdende partijen.
Mevrouw Peters (GroenLinks): Voorzitter. Ik ben blij dat we het, al is het kort, ook in dit parlement kunnen hebben over Sri Lanka en over de vraag wat er met op dit moment gebeurt met de Tamilbevolking. Ongeveer tienduizend mensen uit dat gebied wonen hier in Nederland. Het is belangrijk dat vanuit het parlement en de regering een gebaar naar deze mensen wordt gemaakt dat wij hier niet stil toekijken terwijl zich daar een ramp voltrekt.
De Tamil Tijgers zijn al jaren bezig met hun strijd. Zij zullen zich niet overgeven als de Sri Lankaanse regering hun laatste bolwerk inneemt als er niet ook iets wordt gedaan aan de onderliggende oorzaken van dit conflict. Ook al ben je het misschien niet eens met de middelen die de Tamil Tijgers gebruiken om zich voor hun belangen in te zetten, de internationale gemeenschap mag de ogen niet sluiten voor het feit dat er weinig ontwikkeling is in de gebieden waar de Tamils wonen, dat deze tot de armste streken in het land behoren, dat de mensen die daar wonen de armste van het land zijn, terwijl het met de rest van het land zo goed gaat dat we over een paar jaar zelfs de ontwikkelingshulp kunnen afbouwen en dat er geen politieke oplossing is voor het waarborgen van de rechten van deze minderheidsgroep.
Nederland maakt gebruik van de kanalen die het heeft, evenals de EU dat doet. De EU komt echter wel erg traag op gang. Ik weet niet hoe lang de EU-trojka erover heeft gedaan om naar Sri Lanka af te reizen. Nu gaan zij medio mei daar naartoe. Waarom kunnen zij daar niet nu al heen? Die slachting daar vindt nú plaats. De Nederlandse overheid is kritisch op de huidige opstelling van de Sri Lankaanse overheid. Dat is een aangrijpingspunt, want wij hebben wij officiële betrekkingen, een OS-relatie, diplomatieke betrekkingen met die overheid. Wij kunnen dan ook de Sri Lankaanse overheid direct en bilateraal erop aanspreken dat zij net als de Tamil Tijgers verantwoordelijk worden gehouden voor de misdaden die worden begaan, voor de schendingen van de internationale mensenrechten die plaatsvinden en voor het feit dat zij de burgers niet de bescherming geeft waarop deze recht hebben. Wij hoeven niet te wachten op de trage EU-agenda.
De VN-Veiligheidsraad heeft gefaald bij het bereiken van een conclusie. Het is natuurlijk moeilijk, wij zijn niet direct de baas over de agenda van de Veiligheidsraad. Gaat Nederland echter toch alle middelen inzetten om te bewerkstelligen dat de VN-veiligheidsraad het niet hierbij laat zitten? Zal Nederland proberen dit onderwerp op de agenda te houden en alsnog tot een resolutie over Sri Lanka proberen te komen? Wat doet Nederland met de oproep van de International Crisis Group om eventueel ook niet-noodhulp aan voorwaarden te verbinden, als de Sri Lankaanse overheid niet meer gaat doen dan zij nu doet om de eigen bevolking te beschermen?
De heer Ten Broeke (VVD): Voorzitter. Mijn voorgangers hebben in allerlei dramatische bewoordingen geprobeerd een beeld te schetsen van wat zich op dit moment in Sri Lanka afspeelt. De ellende is dat we het waarschijnlijk allemaal niet precies weten, maar dat alle bijvoeglijke naamwoorden wel gepast lijken te zijn.
Sri Lanka is een van de ontwikkelingslanden waar de ontwikkeling dramatisch wordt tegengehouden door een intern conflict. Dit conflict speelt zich al lange tijd af, maar is nu op een ernstige manier aan het ontsporen. De kosten van het huidige conflict met de Tamil Tijgers zijn gelijk aan tweemaal het jaarlijkse bruto nationaal product van Sri Lanka. Het gaat natuurlijk om het humanitaire aspect en dat moet hier vandaag centraal staan, maar het ziet ernaar uit dat het conflict met alle mogelijke middelen tot de laatste snik wordt uitgevochten. Dramatisch is dat er sprake is van wellicht 75 000 mensen die al zijn overleden. Al die getallen worden vervolgens echter ook weer betwist. Niemand weet precies wat er aan de hand is, omdat noch het Rode Kruis noch onafhankelijke journalisten goed toegang hebben tot die gebieden.
Vannacht hoorden we dat beelden van een VS-satelliet zouden hebben aangetoond dat er inderdaad 125 000 mensen op de vlucht dan wel ontheemd zijn, of in ieder geval zich in die corridor zouden ophouden. De heer Poppe wees hier al op. Dit in een gebied ter grote van Purmerend. Het conflict is ontstaan in een land dat democratisch leek en de mensenrechten leek te respecteren maar dat is verworden tot een land waarin democratische waarden en de naleving van mensenrechten sterk in het gedrang zijn. Gemakshalve verwijs ik naar het Human Rights Report van het ministerie van Buitenlandse Zaken uit 2008, waarin uitvoerig wordt geïllustreerd hoezeer de mensenrechten worden geschonden, zeker ook door de regering, het Sri Lankaanse leger en de paramilitaire groeperingen die namens die regering optreden. Er zou sprake zijn van politiek gemotiveerde executies, ontvoeringen en martelingen. Ik heb vorige week ook een gesprek gevoerd met de Sri Lankaanse ambassadeur. Ik moet zeggen dat het beeld er niet helderder op wordt. Ik hoop dat de regering ons wat bij kan schijnen.
Een groot deel van de problemen moet natuurlijk ook worden geweten aan de Tamil Tijgers zelf, die zich op dit moment zo mogelijk nog minder lijken aan te trekken van de mensenrechten dan het regeringskamp dat doet, en die het gewapende conflict ooit zijn aangegaan. Aanvankelijk leek het dat er nadrukkelijk een onderscheid kon worden gemaakt tussen de Tamil Tijgers, die hadden gekozen voor een gewapende opstand, en de meerderheid van de Tamils, die zich vreedzaam opstelde. Is dat nog steeds zo of zijn de verhoudingen ondertussen verdergaand gepolariseerd? Er werd al op gewezen dat de Tamil Tijgers de rechtsregels schenden. Het gebruik van burgers al menselijk schild is volstrekt onaanvaardbaar volgens alle regels van het internationale recht.
In de oorlogszone is de situatie nog steeds rampzalig. Er wordt gesproken over mogelijk tienduizenden mensen die in levensgevaar verkeren. Kan de regering daar iets over zeggen? Heeft zij betere bronnen dan die wij tot nu toe hebben kunnen vinden? De voorzitter van de VN-Veiligheidsraad heeft de Tamil Tijgers opgeroepen om de wapens neer te leggen en de gegijzelde burgers vrij te laten. De Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, Clinton, heeft gevraagd om een gevechtspauze. Dit lijkt allemaal geen effect te sorteren. Er is zelfs nog geen resolutie van de Veiligheidsraad. Hier lijkt weer het adagium te gelden dat binnenlandse conflicten in de ogen van veel landen geen zaak zijn van de internationale gemeenschap. Ik hoorde vannacht dat in een informele bijeenkomst van de Veiligheidsraad toch ook naar aanleiding van dit conflict wordt gesproken over het «right to protect», de mogelijkheid om eventueel zelfs humanitair te interveniëren. Is dat werkelijk een punt op de agenda? Ik zie het voorlopig nog niet gebeuren, maar in ieder geval zou dit conflict wel in het kader van dat discours geplaatst moeten worden.
Een verarmd Sri Lanka dat blijft zitten met etnische tegenstellingen zal waarschijnlijk na dit conflict moeten worden overblijven. Hoe zit met de Europese missie? Waarom vindt deze pas in mei plaats? Is er iemand die een initiatief neemt tot een VN-resolutie of is het over het algemeen «handen af»? Ziet de regering voor de internationale gemeenschap op de een of andere manier een aanleiding om meer te doen dan alleen maar declamaties? Hoe kunnen we de humanitaire hulp krijgen waar deze noodzakelijk is? Hoe kunnen we toegang krijgen voor waarnemers, eventueel journalisten? Zit er een staakt-het-vuren in? Wordt er een initiatief genomen voor een resolutie van de Veiligheidsraad? Wordt het handelsinstrument overwogen waarover mevrouw Peters sprak?
Het is een dramatische situatie waarover in dramatische bewoordingen is gesproken. Maar wat een verschil met de grote groeperingen van Tamils die zich aan de ander kant van het water in India ophouden en die overal over de wereld laten zien hoe een dynamisch volk tot geweldige prestaties in staat is! Ik zou wensen dat Sri Lanka die toekomst had, maar helaas is dat niet zo. Wat doet de internationale gemeenschap?
De heer Ormel (CDA): Voorzitter. De Kamer is eensgezind over de vreselijke humanitaire situatie in Sri Lanka. Het is een ramp. De beelden die wij zien, zijn afschuwelijk. Ook wat wij bij de ingang van de Tweede Kamer nadrukkelijk zien, maakt ons voortdurend bewust van het feit dat het lijden van de Sri Lankanen zich ook uitstrekt tot vele mede-Nederlanders van Sri Lankaanse afkomst. Ik verzoek beide ministers dan ook om ook daaraan aandacht te besteden en aandacht te geven aan psychosociale hulp voor degenen in Nederland die lijden door het lijden dat plaatsvindt in Sri Lanka.
De situatie in Sri Lanka is zodanig dat het militair-strategisch niet meer mogelijk is om te spreken over een staakt-het-vuren. Het zou over het beëindigen van de gevechten moeten gaan. We moeten toe naar een situatie van verzoening aldaar. Ik vraag de beide ministers of er enig zicht is op een verzoeningsproces. Draagt de internationale gemeenschap daartoe bij? Welke druk oefent Nederland uit, via welke kanalen direct op Sri Lanka, om te komen tot een direct staakt-het-vuren, zodat er humanitaire hulpverlening kan plaatsvinden? In hoeverre lukt het het Rode Kruis en de VN om de mensen daar te bereiken? Kan de Nederlandse regering druk uitoefenen op India? Dat is een belangrijk buurland en een actievere rol van India in dit conflict is gewenst. Wij vragen de regering tenslotte om in contact te treden met vertegenwoordigers van in Nederland aanwezige Tamilorganisaties, om via hen druk uit te oefenen op de LTTE (Liberation Tigers of Tamil Eelam) om te komen tot een einde van dit afschuwelijke conflict.
Minister Verhagen: Voorzitter. De Kamer staat terecht stil bij de dramatische situatie en gebeurtenissen in Sri Lanka. De Kamer heeft hier eerder kort over gesproken met mijn collega voor Ontwikkelingssamenwerking, die vandaag uiteraard ook nader zal ingaan op met name de humanitaire aspecten van de ontwikkelingen.
De afgelopen weken hebben wij in Nederland en andere landen kunnen zien dat ook de Sri Lankaanse diaspora terecht aandacht vraagt voor het humanitaire drama dat zich voltrekt in het noorden van Sri Lanka. Ik wil er wel op wijzen dat de demonstraties die we over heel Europa hebben kunnen zien, niet louter zijn ingegeven door humanitaire motieven. Veel van die demonstraties waren natuurlijk ook georganiseerd op aandringen van juist de LTTE. U hebt dat gemerkt aan het vlagvertoon en aan de leuzen die de protesten kenmerkten. We moeten ook niet vergeten dat het juist de Tamil Tijgers zelf zijn die de burgers in het oorlogsgebied gijzelen als menselijk schild. De heer Ten Broeke wees hier terecht op in het kader van schendingen van humanitaire rechten. Enerzijds gijzelen zij mensen als menselijk schild en anderzijds gebruiken zij het leed van dezelfde burgers als politiek drukmiddel. Ik vind dit wrang en bijdragen aan het drama.
Tegelijkertijd is het evident dat de Tamil Tijgers niet de enigen zijn die zich schuldig maken aan het humanitaire drama. De overheid van Sri Lanka heeft in het kader van responsibility to protect de verplichting ten opzichte van de eigen burgers om onmiddellijk een einde te maken aan de crisis. Het Sri Lankaanse leger dient daarbij uiteraard zodanig op te treden dat burgerslachtoffers vermeden worden. Er moet zo nodig een tijdelijk staakt-het-vuren worden afgekondigd, zodat burgers zich in veiligheid kunnen stellen. Het is evident, hoe wrang het ook is, dat beide partijen niet alleen schuldig zijn aan het humanitaire drama, maar ook bij machte zijn om het te beëindigen. Ze maken zich beide al langdurig, veel te lang, schuldig aan schendingen van het humanitaire recht.
Op dit moment heeft de Sri Lankaanse overheid het door de LTTE gecontroleerde gebied teruggedrongen tot minder dan 20 km2. In dat relatief kleine gebied houdt de LTTE zich schuil tussen de bevolking en schiet op vluchtende burgers. In wezen moet je constateren, gezien de laatste cijfers van de VN, dat tussen de 70 000 en de 130 000 mensen door de LTTE worden vastgehouden in dat kleine gebied.
Gelukkig heeft het leger maandag 20 april een tweede tijdelijk staakt-het-vuren gerespecteerd. De afgelopen dagen hebben volgens de Sri Lankaanse autoriteiten enkele tienduizenden mensen het conflictgebied weten te ontvluchten. Inmiddels heeft het leger de gevechten echter hervat. Wij zullen vanuit Nederland, ook in Europees verband, druk blijven uitoefenen op beide partijen in het conflict om het humanitaire oorlogsrecht na te leven en met elkaar te onderhandelen over een politieke oplossing. Wij zullen als EU consequent blijven oproepen tot een staakt-het-vuren. Dat is van het allergrootste belang, willen we een einde maken aan het drama. We zullen consequent blijven oproepen tot het vrijlaten van burgers uit het conflictgebied door de LTTE. We zullen consequent oproepen tot toegang tot het conflictgebeid voor humanitaire hulp en tot onafhankelijk waarneming in de vluchtelingenkampen. Er is terecht gewezen op de noodzaak van toegang van medici tot de burgers in de kampen.
Uiteraard is het zo dat op den duur uiteraard de schendingen van het humanitaire oorlogsrecht aan de orde moeten worden gesteld. Wij richten ons in eerste instantie echter op het oplossen van de humanitaire nood en het vinden van een politieke oplossing om een einde te kunnen maken aan het drama.
De heer Poppe (SP): We kunnen natuurlijk niet lang doen over maatregelen proberen te nemen, want iedere minuut kunnen er tienduizenden slachtoffers vallen. De strijd op de laatste 20 km2, waar mogelijk 125 000 onschuldige burgers zitten, is door het Sri Lankaanse leger namelijk weer begonnen. Ik heb begrepen dat er daarbij zwaar geschut wordt gebruikt. Is het mogelijk om in ieder geval de Sri Lankaanse regering zo ver te krijgen dat zij daarmee stopt met ingang van heden, zodat de burgerbevolking niet met granaten wordt bestookt?
Minister Verhagen: Ik ben het absoluut eens met de heer Poppe. Deze oproep doen wij inderdaad. Het is een van de redenen waarom wij aandringen op een direct staakt-het-vuren. Dat doen wij niet alleen; de heer Ten Broeke wees er al op dat de VS eenzelfde positie innemen. Juist de VN kan een grotere rol spelen. Vooral de VN en buurlanden als India kunnen nog enige invloed op de Sri Lankaanse overheid uitoefenen. Wij doen een klemmend beroep op de VN en op de buurlanden om hetgeen de heer Poppe terecht zei krachtiger naar voren te brengen.
Het is naar mijn mening noodzakelijk, juist omdat de Veiligheidsraad problemen kent, dat de secretaris-generaal van de VN zo snel mogelijk een speciale gezant naar Sri Lanka stuurt om de partijen aan te spreken op hun handelen. Er heeft inmiddels achter gesloten deuren een bijeenkomst plaatsgevonden in het kader van de VN. Daaruit bleek dat met name China, Rusland en andere landen een formele discussie in de Veiligheidraad over Sri Lanka tegenhouden. Er komt op dit punt dus geen VN-resolutie. Ik vond dat jammer en betreurenswaardig. Het is een van de redenen dat ik vind dat de secretaris-generaal een speciale gezant zou moeten sturen.
Er is inderdaad overeenstemming bereikt over een EU-trojka op het niveau van de viceministers. Dit zou inderdaad pas op 12 en 13 mei gebeuren. Als je bedenkt dat iedere dag telt, kan ik me de zorgen op dit punt niet alleen voorstellen, maar deel ik deze ook. Ik ben het op dit punt met de vragenstellers eens. Ik zal aanstaande maandag in de RAZEB aan de orde stellen dat het naar mijn mening eerder zou moeten. Ik vind het op zich positief dat er overeenstemming bereikt is dat er een trojka naartoe gaat, maar je moet niet wachten tot 12–13 mei terwijl je ziet dat er iedere dag doden vallen. Wat de politieke en humanitaire situatie aangaat, is een sneller optreden noodzakelijk. De EU heeft op dit punt ook aangedrongen op een actieve rol van India bij de beëindiging van het conflict in Sri Lanka. Dit is in het overleg tussen de EU en India aan de orde geweest. Met betrekking tot het tijdstip van de trojka van de EU ben ik het dus met de vragenstellers eens. Ik zal dit punt naar voren brengen.
Mevrouw Peters (GroenLinks): Ik ben blij met de inzet van de minister op dit punt. Een argument waarom de EU nog sneller moet optreden is dat de SGVN-gezant het land niet in mag. Hier kan de EU in een gat springen, want er zitten al ambassadeurs ter plekke. Het is hemeltergend dat je erbij staat en zo weinig kunt doen. De EU heeft niet voor niets de doctrine «responsibility to protect» ontwikkeld. Die doctrine zegt: als een regering haar eigen bewoners niet kan beschermen, moet de internationale gemeenschap ingrijpen. Ziet de minister mogelijkheden om ook Japan op zijn verantwoordelijkheden te wijzen?
De heer Ten Broeke (VVD): Ik wil nog een stapje verder gaan dan mevrouw Peters. Ik deel haar ergernis over het slappe optreden van de EU. Als de minister niet in staat blijkt, zijn collega’s te overtuigen van de noodzaak van een missie op kortere termijn, moet hij het helemaal maar niet doen. De geloofwaardigheid van de EU is bij dit soort zaken voortdurend in het geding. Hier geldt niet: beter laat dan nooit. Dan maar optreden* in de regio’s waar de EU kennelijk wel tot enig optreden in staat is.
De heer Poppe (SP): We hebben natuurlijk allemaal gevoelens van machteloosheid. De procedures in de internationale gemeenschap zijn langdurig en taai. Het schiet maar niet op. Voordat de heren bij elkaar zijn, heeft de ramp zich al voltrokken. Wat kan de minister doen vanaf 13.00 uur? Kan hij zijn collega van Sri Lanka vragen om in ieder geval onmiddellijk te stoppen met het gebruik van zwaar geschut?
Minister Verhagen: Ik begrijp de bewogenheid van de commissieleden, maar wij moeten ons wel bij de feiten houden. Er is geen sprake van een slap optreden van de EU. Het probleem is dat de EU toestemming nodig heeft om binnen te komen. Het probleem ligt dus niet bij de EU maar bij Sri Lanka. De EU kan moeilijk dat land binnenvallen. Het gaat er dus om dat wij er zo snel mogelijk kunnen binnenkomen en daarover gaan wij praten. De mensenrechtenambassadeurs van Zweden, Spanje en Nederland hebben al een gezamenlijk onderzoek gebracht en gepleit voor een onafhankelijke VN-monitoring, continuering van de onderzoeken naar de mensenrechtenschendingen en beëindiging van het geweld. In de recente Mensenrechtenraad in Geneve hebben wij de Sri Lankaanse minister voor mensenrechten en rampenbestrijding hierop aangesproken. Wij hebben aandacht gevraagd voor de positie van ontheemden, burgerslachtoffers, persvrijheid enz. Wij laten geen gelegenheid onbenut om de Sri Lankaanse overheid hierop aan te spreken en dat zullen wij blijven doen. Als Sri Lanka weigert om de trojka toe te laten, kan ik natuurlijk besluiten om de ambassadeur terug te halen en te pleiten voor een boycot. Maar daar is de bevolking van Sri Lanka niet bij gebaat. Wij geven geen ondersteuning aan de overheid maar aan de bevolking. Via verschillende sporen proberen wij een staakt het vuren te bewerkstelligen en spreken wij de verantwoordelijken aan op schendingen van het humanitaire recht. Responsibilty to protect betekent inderdaad dat wij de regering van Sri Lanka aanspreken op haar verantwoordelijkheid om de eigen burgerbevolking te beschermen.
De heer Poppe (SP): Is de minister bereid, om 13.00 uur zijn collega van Sri Lanka te bellen met het verzoek om de aanval met zwaar geschut op de laatste 20 km2, waar 125 000 mensen zitten, te stoppen?
Minister Verhagen: Die oproep is al gedaan door de EU. Dat is effectiever dan wanneer één land het doet. De oproep is door 27 landen gedaan.
Minister Koenders: Voorzitter. Ik deel de gevoelens van frustratie. Er is sprake van een eindspel van een militaire overwinning door de regering van Sri Lanka op een guerrillabeweging – door sommigen een cult genoemd – die op generlei manier aanspreekbaar is op dit moment. Wij hebben dat geprobeerd via de Tamilgemeenschap in Nederland, die overigens zeer divers is. Ik voel zeer mee met de mensen uit die gemeenschap, want het geweld op Sri Lanka is enorm. Bij mijzelf bespeur ik ook een gevoel van falen nu het zo uit de hand is gelopen. Het eindspel vereist inderdaad het beleid zoals dat door minister Verhagen is geschetst.
Nederland heeft een zeer actieve ambassadeur in Colombo met wie ik deze week drie keer contact heb gehad. Nederland staat voorop om druk uit te oefenen op de regering van Sri Lanka. Het gaat om een relatief klein gebied waarop een groot aantal burgers wordt gegijzeld. Dat is onaanvaardbaar. Mensen worden gewoon als schild gebruikt. Er zijn ook mensen «bevrijd» in die zin dat ze de mogelijkheid hebben om naar opvangkampen te gaan. Tienduizenden hebben geprofiteerd van de door de Sri Lankaanse gecreëerde mogelijkheid om huns weegs te gaan. Daarbij zijn echter wel weer veel mensen omgekomen. Het is onduidelijk welke partij daarvoor verantwoordelijk is. De zorg over de burgers die het conflictgebied niet kunnen verlaten, is een gedeelde zorg. Er speelt zich daar een drama af. Het is niet mogelijk om het land binnen te gaan, journalisten kunnen niet hun werk doen. Duidelijk is wel dat er ongeveer 90 000 burgers uit de NFZ zijn gekomen. Er zijn nog enkele tienduizenden gevangen in het oorlogsgebied. Alleen het Rode Kruis heeft toegang tot het gebied. Er is een boot aangekomen voor de evacuatie van gewonden en zieken. Een boot met hulpgoederen kon niet binnenvaren vanwege de doorgaande gevechten.
Er is opgeroepen tot een directe humanitaire pauze. Die is hard nodig. In feite is er al een overwinnaar. De vraag is nu of de Tamils ondergronds gaan om terroristische aanslagen te plegen en wat zij gaan doen om hun gezicht te redden. Er wordt ongelooflijk veel druk uitgeoefend op de Tamil Tijgers en de LTTE om het gezicht van de beweging te redden. Dat werkt negatief. Daarom ook vragen wij ook aan de diaspora om niet daar steun toe te zoeken. Er zitten daar ook familieleden van mensen die vandaag in deze vergaderzaal zitten en daarvoor moeten wij opkomen. Ik moet er echter bij zeggen dat de mogelijkheden op dit punt zeer beperkt zijn. Sri Lanka is niet bereid om op enigerlei wijze externe invloeden toe te staan. Dat heeft ook iets te maken met de cultuur in dat land en het soevereiniteitsbegrip. Wij doen alles wat mogelijk is, maar ik ben niet voor symboolpolitiek. Het heeft geen enkele zin om bijvoorbeeld ambassadeurs terug te trekken. In een land als Sri Lanka werkt dat averechts. Ik ben overigens ook niet voor pappen en nathouden, zeker niet in noodsituaties.
Wij hebben grote zorgen over de burgers die tussen het regeringsleger en de rebellen in zitten. Daarom is alles gericht op het tot stand brengen van een corridor. Dat is een kwestie van uren, maar ik moet hieraan toevoegen dat deze situatie heel laat politieke belangstelling heeft gekregen. Eigenlijk is het al te laat. Daarom is het zo belangrijk om vroegtijdig aandacht te vragen voor de noodzaak van conflictpreventie in dit soort landen. Landen als India en China hebben veel meer invloed in Sri Lanka dan Nederland. Nederland heeft veel contact met Noorwegen, een land dat als een van de weinigen nog contact had met de LTTE. Ik heb de indruk dat ook dit contact inmiddels niet meer bestaat.
Er moeten nu twee dingen gebeuren: een humanitaire corridor en stoppen met vechten. De Sri Lankaanse regering heeft wel degelijk de mogelijkheid gecreëerd voor burgers om eruit te komen. Tot op het hoogste niveau wordt er bij deze regering op aangedrongen om haar militaire overwinning niet verder uit te buiten. Met minister Verhagen betreur ik het zeer dat de Veiligheidsraad niet tot overeenstemming is gekomen. Het is heel vervelend dat landen als China en Rusland niet bereid zijn om de responsibility to protect voorrang te geven boven het soevereiniteitsargument. Daarin kunnen wij geen verandering brengen door diplomatieke betrekkingen te beëindigen. Momenteel is een forse groep ambassadeurs bezig met het uitoefenen van druk op de regering van Sri Lanka, naast de activiteiten van de EU en de VN.
Mevrouw Peters (GroenLinks): Ik deel de visie van de minister dat onze mogelijkheden om iets te doen beperkt zijn. Nederland is echter nog steeds donor. Hoeveel van het ontwikkelingsgeld gaat via de centrale overheid? In hoeverre komt het geld ten goede aan lokale en regionale overheden?
De heer Ten Broeke (VVD): Ook mij is opgevallen dat de donorgemeenschap nog redelijk massief aanwezig is in Sri Lanka, Nederland trouwens niet zo prominent. Ik begrijp dat er noch in EU-verband, noch in VN-verband een doorbraak kan worden bereikt. Waarom kondigt de minister vandaag niet aan dat hij gewoon kapt met de 10 mln. hulp?
Minister Koenders: Het is altijd gemakkelijk om dit soort uitlatingen te doen als je niet verantwoordelijk bent voor de effecten. Kappen met de hulp is geen oplossing. Het gaat mij om de effectiviteit van het instrument. Het begint mij een beetje te irriteren dat de VVD telkens maar roept dat Nederland met dit of dat moet kappen. Dat is illusiepolitiek. De heer Ten Broeke weet dat Nederland vanwege het conflict is gestopt met ontwikkelingssamenwerking met Sri Lanka. Het is een uitfaseringsland. De laatste fondsen hebben betrekking op mensenrechten en humanitaire hulp. Wil de heer Ten Broeke echt kappen met de laatste mogelijkheid om de mensen te bereiken? Van dit populisme heb ik meer dan genoeg! Het gaat om het effect en daarin past niet een herhaalde oproep om te kappen, te boycotten of te isoleren. Ik vind dat te gemakkelijk en populistisch. Ik sta achter de mensen van het Rode Kruis die wij ondersteunen en achter de mensen van de mensenrechtenorganisaties. Daarom ook ben ik niet van plan gehoor te geven aan de simplistische en populistische oproep van de heer Ten Broeke.
De heer Ten Broeke (VVD): Ik heb mijn vraag op een behoorlijke manier gesteld. Als niets helpt, waarom dan niet stoppen met het laatste instrument nu Nederland toch al bezig is met het proces van uitfaseren? Waarom kan dat proces niet worden versneld? Ik heb mijn buik vol van «we zullen er nog eens naar kijken». Verbreking van de ontwikkelingsrelatie betekent niet dat er geen noodhulp meer kan worden gegeven. Ik vind mijn vraag buitengewoon legitiem tegen de achtergrond van de verontwaardiging die alom tegenwoordig is.
Minister Koenders: Ik ben niet van plan te voldoen aan het verzoek van de heer Ten Broeke. De reden daarvoor heb ik aangegeven. Hij kan immers niet duidelijk maken dat zijn voorstel mensen die in de knel zitten daadwerkelijk helpt. Ik ben niet van plan om post-tsunami-projecten, waarmee de Sri Lankaanse regering heel weinig te maken heeft, op het spel te zetten. Bovendien faseren wij al uit en de heer Ten Broeke weet heel goed dat het dan helemaal niets meer uitmaakt. Ten slotte werkt het averechts voor de mensen waarom het gaat. Nu zijn er tenminste nog mogelijkheden om mensen te bereiken. Nogmaals, ik heb de buik vol van het populisme van de heer Ten Broeke, van dit soort diplomatie. Pleiten voor het stoppen met ontwikkelingssamenwerking en dan doen alsof je opkomt voor de mensenrechten in Sri Lanka getuigt van een groot simplisme. Hij weet niet waarover hij het heeft als het gaat om de situatie in Sri Lanka. Ik ga dus niet aan zijn verzoek voldoen.
Mevrouw Peters (GroenLinks): Ik ben bang dat in dit gepassioneerde debat mijn vraag is verdwenen. Loopt het Nederlandse geld van ontwikkelingssamenwerking gedeeltelijk via de centrale overheid? In hoeverre kan het worden ingezet voor de ontwikkeling van de Tamilbevolking?
Minister Koenders: Hebt u de indruk dat ik het plezierig vind om geld te geven aan Sri Lanka omdat ik zogenaamd niets wil doen voor de vluchtelingen in het Tamilgebied? Ik heb het over een paar projecten die worden afgebouwd, maar de heer Ten Broeke wil dat ik stop met projecten die te maken hebben met post-tsunami rehabilitatie en mensenrechten. Maar dat moeten wij dus juist niet doen. Mensenrechtenschenders moeten immers voor de rechter verschijnen. De enige oplossing is een politieke overeenkomst en het zou best eens kunnen zijn dat ik geld ga vrijmaken voor het toekomstige rehabilitatieproces. Alleen dat kan de situatie in dat land stabiliseren. Ik voorkom graag dat de Kamer mij over een paar jaar vraagt waarom de internationale gemeenschap zo weinig doet.
Mevrouw Peters (GroenLinks): In het kader van het beleid voor fragiele staten en de responsibility to protect wil ik de regering daartoe graag aanmoedigen. Daarvoor krijgt zij de steun van de fractie van GroenLinks.
Minister Koenders: Dank u wel.
De heer Ten Broeke (VVD): Voorzitter. Twee weken geleden heb ik gesproken met de Sri Lankaanse ambassadeur. Tijdens dat gesprek heb ik gemerkt dat de aankondiging van minister Koenders om de ontwikkelingssamenwerking uit te faseren wel degelijk indruk maakt. Men bespeurde een link met de actuele situatie. De minister heeft mij niet horen pleiten voor het stoppen met de noodhulp. Ik herhaal mijn vraag: waarom niet kappen met de ontwikkelingssamenwerking? Als niets anders lijkt te helpen, moet dat serieus worden overwogen. Dat is geen populisme, maar dat is zoeken naar een oplossing. Ik kan niet inschatten of het mensenrechtenfonds op dit moment noodzakelijk is. Wel kan ik inschatten dat er een signaal nodig is.
Minister Koenders: Ik stel het op prijs dat de heer Ten Broeke zijn positie wijzigt. Hij zegt nu naar een oplossing te zoeken, terwijl hij het eerder alleen maar had over kappen met ontwikkelingssamenwerking.
De heer Ten Broeke (VVD): Nee!
Minister Koenders: De heer Ten Broeke heeft het woord «kappen» gebruikt. Dat woord heeft een bepaalde intonatie. Misschien is het tegenwoordig wel parlementair gebruik om dergelijke woorden te bezigen. Maar ik voel weinig voor simpele oplossingen die ten koste gaan van de mensen waarom het gaat. Zo gaat dat niet. Wij hebben het signaal gegeven aan de regering van Sri Lanka dat wij de ontwikkelingssamenwerking uitfaseren. De Kamer kent de redenen daarvan. Dat heeft inderdaad invloed gehad. Anders hadden wij het niet gedaan. Maar je kunt zoiets maar één keer doen. De heer Ten Broeke gaat nu in een urgente situatie de wijze waarop wij het afbouwen bekritiseren. Als hij verantwoordelijkheid wil dragen voor het stoppen van het project in het kader waarvan onderzoek wordt gedaan naar ernstige mensenrechtenschendingen, moet hij dat vooral doen. Ik doe dat niet.
De heer Poppe (SP): Ik ben deze gedachtewisseling een beetje zat. Het gaat wel om tienduizenden mensen die dreigen te worden afgeslacht!
De voorzitter: De minister voor Ontwikkelingssamenwerking sluit zijn betoog af en ik sta geen interrupties meer toe.
Minister Koenders: Voorzitter. Ik zal mijn betoog rustig beëindigen, maar het moest mij van het hart dat ik zo langzamerhand moe word van de bijdragen van de VVD. Ik ben niet bereid om de ontwikkelingssamenwerking te «kappen», maar probeer effectieve manieren te vinden. Een motie van de VVD wacht ik graag af.
De heer Ten Broeke: Een punt van orde, voorzitter. De minister spreekt mij telkens persoonlijk aan en daar wil ik graag op reageren.
De voorzitter: Ik verzoek u ermee rekening te houden dat wij spreken over een vreselijke humanitaire ramp die zich op dit moment voltrekt. Verder lijkt mij dit niet het geschikte moment om door te akkeren over de ontwikkelingssamenwerking. Ik verklaar dit punt nu buiten de orde en beëindig hiermee dit algemeen overleg.
Samenstelling:
Leden: Van Bommel (SP), Van der Staaij (SGP), Wilders (PVV), Waalkens (PvdA), Van Baalen (VVD), Çörüz (CDA), Ormel (CDA), voorzitter, Ferrier (CDA), Van Velzen (SP), De Nerée tot Babberich (CDA), Haverkamp (CDA), Blom (PvdA), Eijsink (PvdA), Van Dam (PvdA), Dezentjé Hamming-Bluemink (VVD), Irrgang (SP), Knops (CDA), Boekestijn (VVD), Voordewind (ChristenUnie), Pechtold (D66), ondervoorzitter, Ten Broeke (VVD), Van Raak (SP), Gill’ard (PvdA), Thieme (PvdD) en Peters (GroenLinks).
Plv. leden: De Wit (SP), Van der Vlies (SGP), De Roon (PVV), Vermeij (PvdA), Van Miltenburg (VVD), Omtzigt (CDA), Spies (CDA), Aasted Madsen-van Stiphout (CDA), Jasper van Dijk (SP), Ten Hoopen (CDA), Jonker (CDA), Boelhouwer (PvdA), Leerdam (PvdA), Arib (PvdA), Neppérus (VVD), Lempens (SP), Schermers (CDA), Griffith (VVD), Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie), Koşer Kaya (D66), Van Beek (VVD), Gesthuizen (SP), Samsom (PvdA), Ouwehand (PvdD) en Vendrik (GroenLinks).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-31700-V-99.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.